Hugo de Jonge: ‘Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan’

Zonnepanelen op daken in een woonwijk in Utrecht. Door de stijgende gasprijzen is de noodzaak om te verduurzamen volgens minister De Jonge „alleen maar groter geworden”.


Foto Robin Utrecht / ANP

Interview

Hugo de Jonge, minister voor Volkshuisvesting

De voorraad bestaande woningen moet worden verduurzaamd – en snel een beetje. Maar tal van complicaties dienen zich aan. „Bij tegenwind moet je harder trappen.”

Toen minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, CDA) zijn plannen voor de verduurzaming van gebouwen begin juni presenteerde, kostte gas zo’n 2,30 euro per kubieke meter. Inmiddels betaalt een huishouden bij een nieuw contract 3,77 euro – en waar die prijs zal eindigen, weet niemand.

Dat is koren op de molen van een minister die heeft beloofd dat er in 2030 2,5 miljoen woningen zijn geïsoleerd, zou je denken. De prikkel om gasverbruik omlaag te krijgen, is immers nog nooit zo groot geweest. Maar het kabinet steekt óók tientallen miljarden euro’s in het verzachten van de pijn bij burgers vanwege de hoge energierekening. Zo geldt er vanaf volgend jaar een prijsplafond van 1,45 euro per kubieke meter gas. Gaat dat niet lijnrecht tegen de verduurzamingsdoelen in?

De Jonge ziet het, als altijd, zonnig in, blijkt in een gesprek op zijn werkkamer, een paar maanden na de presentatie van zijn duurzaamheidsagenda. „De noodzaak om aan de slag te gaan is alleen maar groter geworden”, zegt hij. „Een jaar geleden hoorde ik behoorlijk wat scepsis: moet ik nu echt van het gas af? Dat geluid is verstomd. Klimaatverandering valt niet meer te ontkennen. En we willen allemaal minder afhankelijk worden van Poetin.”

Het kabinet heeft verschillende varianten van het prijsplafond besproken, zegt De Jonge. De gekozen variant geldt alleen voor kleinverbruikers. „De prikkel om te verduurzamen blijft bestaan. Isoleren loont. De gemiddelde terugverdientijd van een hybride warmtepomp is zeven jaar, de levensduur vijftien jaar. Het is dus nog steeds een rendabele investering.”


Lees ook: Hoe gaat het energieplafond er nou precies uitzien, en wat wordt de energierekening?

Wat verwacht u van komende winters?

„We weten niet wat de gasprijzen gaan doen. Maar ik denk niet dat ze ooit nog teruggaan naar wat ze waren. Het prijsplafond helpt mensen alleen deze winter door, voor de lange termijn is er maar één echte oplossing: verduurzamen. Het tempo moet omhoog.”

Onderzoeksbureau TNO stelt dat het niet snel genoeg gaat. Om de doelen te halen, moeten er 300.000 woningen per jaar worden verduurzaamd. Veel meer dan de 100.000 en 30.000 woningen die de afgelopen jaren zijn geïsoleerd en aardgasvrij gemaakt.

„Ik ben met ze eens dat het sneller moet. Veel van de ideeën die ze aandragen, zijn onze plannen. De woningen met de slechtste energielabels als eerste isoleren bijvoorbeeld. Op Prinsjesdag hebben we daar nog 300 miljoen euro extra voor vrijgemaakt.”

Welke vorderingen zijn sinds uw komst op dat gebied gemaakt?

„Er wordt heel veel wetgeving voorbereid, zoals het verbod op het verhuren van woningen met een slecht energielabel vanaf 2030. En we zijn volop bezig op communicatiegebied, bijvoorbeeld met voorlichting aan huiseigenaren via de site verbeterjehuis.nl. De gebiedsgerichte aanpak voor gemeenten, die komend jaar van start gaat, krijgt vorm. Gemeenten gaan dan beslissen: welke wijken kunnen van het gas af, en waar ondersteunen we mensen in verduurzaming? Het is op sommige plekken heel erg nodig dat we deur voor deur een aanbod doen om iedereen in de benen te krijgen.”

Er moet nog veel gebeuren om het Klimaatakkoord van Parijs te halen: 55 procent minder uitstoot in 2030. Maar er is geen accuraat overzicht van hoe het met de verduurzaming van gebouwen staat. Het leegraken van de subsidiepot is de enige leidraad. Hoe weet u dan of uw beleid werkt?

„We weten steeds meer, maar we moeten het nog veel preciezer monitoren. Eigenlijk in real time. Ik denk dat het mogelijk is, bijvoorbeeld door te kijken naar gasverbruik. Dat zien we dalen – en dat is wat je wilt bereiken, want het is in de gebouwde omgeving de belangrijkste veroorzaker van CO2-uitstoot. We weten ook hoeveel woningen er zijn verduurzaamd bij corporaties. En we kijken naar energielabels: de gemiddelde labelhoogte is een belangrijke indicator van hoe het gaat.”

Energielabels zijn vaak achterhaald, omdat woningeigenaren ze alleen aanvragen als ze gaan verhuizen.

„Ik denk dat ook die informatie steeds accurater wordt. Mensen vinden duurzaamheid belangrijker. Jarendertigwoningen gingen tot voor kort als warme broodjes over de toonbank, nu staan ze veel langer in de verkoop als ze niet verduurzaamd zijn. Ook banken kijken steeds beter naar het label en ook dat is logisch, want het label bepaalt je bestedingsruimte.”

Het kabinet geeft dit jaar 290 miljoen euro uit aan subsidies voor verduurzaming voor woningeigenaren. Welke inkomensgroepen maken daar vooral gebruik van?

„Woningeigenaren met een laag inkomen relatief minder. Dat is logisch, want de meeste midden- en hoge inkomens wonen in koopwoningen. Mijn inzet is dat iedereen mee kan doen. Van alle verduurzamingsmaatregelen betalen wij 30 procent. De overige 70 procent kan iedereen lenen bij het Warmtefonds, tegen een lagere rente dan bij de bank, of zelfs helemaal geen rente. We hebben ook allerlei subsidies voor huurwoningen.”

Bij particuliere verhuurders is er geen financiële prikkel voor verduurzaming: de baten liggen immers bij huurders.

„Daarom gaat het energielabel al vanaf 2024 meer meetellen in het puntenstelsel, waarmee de prijs van veel huurwoningen wordt bepaald. De huurprijs gaat dan mede afhangen van de mate van verduurzaming: een lagere huur voor slechtere energielabels en een hogere huur voor betere labels. Voor huurders zal de winst op de energierekening groter zijn dan de hogere huur. En verhuurders hebben daarmee een prikkel om te verduurzamen.”

Mensen die verduurzamen, stuiten op praktische moeilijkheden bij het beleid. Wie een lening aanvraagt bij het Warmtefonds, moet bijvoorbeeld een offerte bijvoegen. Maar aannemers willen die niet opstellen voor een klus waarvan ze niet weten of die doorgaat.

„We zijn ermee bezig dat op te lossen. Al moeten we goed kijken hoe dan, want je wilt ook geen fraude. Maar we moeten alle mogelijke versimpelingen in het Warmtefonds doorvoeren; een lening aanvragen is nu heel complex.”

Een groot struikelblok bij de energietransitie is de arbeidsmarkt: er zijn geen mensen om het uit te voeren. Wie nu zonnepanelen wil, krijgt ze pas over een jaar.

„Daarom komt minister voor Klimaat en Energie Rob Jetten [D66] met een groene banenplan, om ervoor te zorgen dat meer jongeren voor techniek en installatie kiezen. Daar is winst te behalen, maar dan nog blijft de arbeidsmarkt knellen. Ook innovatie is belangrijk. Zo moet een warmtepomp in één in plaats van twee dagen worden geïnstalleerd. We moeten een enorme impuls geven aan de industrialisatie van de bouw. Ik denk dat in de toekomst een veel groter deel van de woningen in de fabriek wordt gemaakt. Om dat proces te versnellen, moeten we het bouwproces meer standaardiseren. Dat scheelt stikstof, CO2-uitstoot en arbeidskracht.”


Lees ook: ‘Iedereen moet aan de slag met de verduurzaming van zijn huis’

Voor het slagen van uw doelen bent u afhankelijk van veel schakels die buiten uw portefeuille vallen – en dus bent u afhankelijk van uw collega’s. Het elektriciteitsnet is bijvoorbeeld overbelast.

„Dat is waar, maar er is geen belangenstrijd of een politiek verschil van inzicht. De woningbouw is een van de opgaven waarvoor veel fysieke ruimte nodig is, dat geldt ook voor de transitie van de landbouw, energie, natuur en infrastructuur. Dat kan met elkaar botsen: zo veel beschikbare ruimte is er immers niet. We hebben in het kabinet afgesproken dat we niet één voor één aan de telefoon gaan hangen bij de provincies en allemaal apart om ruimte vragen, maar eerst zelf de puzzel leggen.”

U bent een optimist. Hoe zorgt u ervoor dat u oog houdt voor complicaties en realistisch bent?

„Ik ben stoïcijns optimistisch. Of het nou gaat om de bouw van 900.000 huizen, of de verduurzaming van de gebouwde omgeving: die opgaven zijn heel taai en complex, maar dat vind ik mooi. Liefst heb ik dat een paar mensen zeggen: ‘Dat kan eigenlijk niet, dat gaat je nooit lukken.’ Ik vind het motiverend om te kijken hoe het dan tóch zou kunnen. Natuurlijk zal er tegenwind zijn van alle kanten – de rentes stijgen bijvoorbeeld, een buitengewoon grote tegenvaller voor de woningbouw omdat woningen er minder betaalbaar door worden, het consumentenvertrouwen daalt, de inflatie is hoog, de arbeidsmarkt krap. Maar bij tegenwind moet je harder trappen. We hebben geen keuze. Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan.”

Lees verder…….