Holland Baroque maakt Bachs Königin tot mens

De Franse organist en componist Widor veroorloofde zich over zijn favoriete instrument eens de uitspraak dat in het bespelen ervan een wil tot uitdrukking komt die „is vervuld van een visioen van eeuwigheid”. En Mozart noemde het zelfs „de koning der instrumenten”.

Toch blijkt het orgel nog altijd meer iets voor fijnproevers dan voor het grote publiek, daar kan zelfs de grote Bach weinig aan veranderen. Toen de organist Toon Hagen de Canto ostinato van Ten Holt ging spelen, was hij zo verbijsterd over de honderden bezoekers die er aan de kerkdeuren stonden dat hij vroeg of ze wel zeker wisten dat ze bij het goede concert waren.

Er werd veel prachtigs voor orgel geschreven, maar het instrument is menigeen te weerbarstig en complex. Daarom bedacht Holland Baroque een andere manier om orgelstukken van Bach wat geliefder te maken: bewerkingen voor orkest. Want wat is het orgel tenslotte anders dan een orkest samengebracht in één instrument?

Levenslust en wendbaarheid

Op het album Bachs Königin (dat was het orgel voor hem) speelt het ensemble met zijn kenmerkende levenslust en wendbaarheid. De op orgel ietwat statige en afstandelijke Passacaglia (BWV.582) – dat gebeurt nu eenmaal met koningen en visioenen van eeuwigheid – krijgt in handen van Holland Baroque plotseling iets ontegenzeggelijk warms. Voor de meeste stukken geldt dat de bewerkingen een intiemer licht werpen op de muziek.

Het orgel mag dan in de woorden van de 17de-eeuwse dichter Nicholas Brady een ‘wondrous machine’ zijn, maar hoe geniaal ook: het blijft in zekere zin een machine, die de menselijke maat vaak ontstijgt. Bachs Königin van Holland Baroque voelt juist in alle opzichten dichtbij en vertrouwd.

https://www.youtube.com/watch?v=obPhHYBiQio

KlassiekBekijk een overzicht van onze recensies over klassiek

Lees verder…….