Hoe Ethiopië door zijn trotse verleden wordt verscheurd

Essay In Tigray woedt sinds twee jaar een van de meest wrede oorlogen in de wereld. De vele mythes over de unieke Ethiopische eenheid en geschiedenis – het was het enige keizerrijk van Afrika en werd nooit gekoloniseerd – blijken steeds weer demonen die het conflict verder aanwakkeren.

Ravage na een luchtaanval op de Tigrese stad Mekelle van oktober vorig jaar.
Ravage na een luchtaanval op de Tigrese stad Mekelle van oktober vorig jaar.

Foto AP Photo

Als botten van een ver verleden steken obelisken uit de afgesleten aarde. Getuigen van verloren waarheden en ontspruitende fabels. De wonderbaarlijke obelisken bij Axum in de Ethiopische deelstaat Tigray zijn kolossale grafstenen, ieder gehouwen uit één stuk graniet ten tijde van de legendarische koningin van Sheba. Vier eeuwen voor Christus werden hier in de hooglanden van Noord-Ethiopië de fundamenten gelegd voor de dynastieën van heersers en krijgsheren. Haile Selassie, de Leeuw van Juda, de laatste keizer in een lange lijn van 257 monarchen, stierf een halve eeuw geleden, maar nog steeds steken als demonen de contradicties van de keizerrijken de kop op.

In Tigray woedt sinds twee jaar een van de meest wrede oorlogen in de wereld, die draait om de controle over het verkruimelde land van de imperialisten. Tigray wordt uitgehongerd door de regering van premier Abiy Ahmed in Addis Abeba. Dat leidde ertoe dat bijna de helft van 5,5 miljoen Tigreeërs ernstige behoefte aan voedsel heeft, zegt het Wereldvoedselprogramma (WFP). De overheid zette diensten zoals bankieren en telecommunicatie stop in Tigray en haar luchtmacht bombardeerde deze maand een ziekenhuis en een kindercrèche. Vorige week stuurde Eritrea zijn voltallige leger naar het land om het Ethiopische leger te steunen in de gevechten. Onderzoek van de VN wees vorige week op oorlogsmisdaden. Van Ethiopische troepen verschenen videobeelden die laten zien dat ze burgers van een klif duwden en een burger in brand staken. Ook rebellengroepen plegen misdaden.

Nooit gekoloniseerd

Ethiopië is uitzonderlijk. Het was het enige keizerrijk van Afrika en de enige nooit gekoloniseerde staat. Al in de jaren tachtig als ik mijn perskaart kwam ophalen bij het Ministerie van Informatie namen ambtenaren me apart voor een bijscholingssessie. „Door onze geschiedenis, onze orthodox-christelijke cultuur en onze afzondering in de bergen onderscheiden we ons van de rest van Afrika”, onderwezen ze me dan. „Wij zijn trots op onze afkomst, op onze unieke eenheid.”

Die voorlichting liet me verward achter. Want als dit land zich kon beroepen op zo’n opvallend verleden, waarom behoorde het dan tot de armoedigste staten ter wereld? Begin jaren tachtig verpauperden miljoenen Ethiopiërs, ze vergingen van de honger terwijl de heersers oorlog voerden. Altijd weer oorlog. Waarom woedden er zoveel rebellieën en afscheidingsoorlogen als er zo’n eenheid bestond? Ethiopië leek vast te zitten in het bezinksel van waarden uit vervlogen tijden, al het oude en overbodige ten onrechte geprezen.


Lees ook dit artikel: Sterk verdeeld Ethiopië glijdt af naar een burgeroorlog

In de twintigste eeuw stond het keizerrijk symbool voor Afrikaanse onafhankelijkheid, met de laatste keizer van Ethiopië, Haile Selassie – de Leeuw van Juda –, als woordvoerder namens het continent op het wereldtoneel. Toch was het een feodaal rijk met uitbuiting en slavernij. De militaire marxist Mengistu Haile Mariam, die Haile Selassie in 1975 vermoordde en opvolgde, groeide uit tot een van de meest gevreesde leiders van de vorige eeuw. Zijn moordbrigades elimineerden tienduizenden tegenstanders en zijn bruutheid kweekte een cultuur van angst, bedrog en afpersing.

Meer regionale autonomie

Meles Zenawi tijdens zijn premierschap in 2011

Foto EPA

De kentering leek eindelijk in 1991 te komen. Die begon – opnieuw – in Tigray. Meles Zenawi, leider van het Tigrese Volksbevrijdingsfront (TPLF), nam in mei dat jaar de macht over, eerst als president, later als premier. Hij maakte zich sterk voor meer regionale autonomie – en minder gecentraliseerd bestuur.

Enkele maanden eerder reisde ik in het gebied met het TPLF. Het bestond uit spartaanse strijders met een lange traditie van stug verzet tegen het centrale gezag in de hoofdstad Addis Abeba. We reisden altijd in de nacht, overdag vormden MiG gevechtsvliegtuigen van de Ethiopische luchtmacht een te groot gevaar. De ijskoude lucht die dan door de autoramen stroomde hield de TPLF-strijders wakker. De een legde zijn hoofd in de schoot van de ander, die weer tegen een ander aan leunde, die weer iemand in zijn schoot had liggen. Wanneer een strijder in slaap dreigde te vallen, zette hij een lied in om ons op te monteren, onmiddellijk bijgevallen door de anderen. Als we even stilhielden en een vuurtje stookten, speelde mijn begeleider op zijn fluit, het tere geluid galmend tegen de bergen. De mentale hardheid van deze boerenzonen, hun tucht en onderlinge solidariteit, dwong respect af.

Ik ontmoette Meles Zenawi, toen nog als leider van het TPLF, in de regionale hoofdstad Mekelle waar we in het ochtendgloren thee dronken. Hij was een kleine man met een ringbaardje, liep op open plastic sandalen en droeg dezelfde basale veldkleding als zijn soldaten. Hij noemde Ethiopië „een gevangenis van naties”, een verwijzing naar zijn latere politiek om het land om te vormen tot een etnische federatie.

De etnische tijdbom ontploft

Net als nu onder premier Abiy Ahmed was de grootste test voor Meles Zenawi na zijn machtsovername in 1991 het land bijeen te houden, want in Ethiopië ontplofte de etnische tijdbom. Iedere bevolkingsgroep begon het land een andere richting uit te trekken. Er wonen meer dan tachtig etnische groepen. Ethiopische ambtenaren hadden het er altijd bij me ingepompt dat hun land uniek was in Afrika, vanwege haar geschiedenis en de nationale eenheid. Nu toonde zich echter de scherpe tribale verdeeldheid. De grootste groep is de Oromo, gevolgd door de Amhara en vervolgens kleinere groepen als de Tigreeërs, de Somaliërs, de Sidama en de Afar. De Amhara, de heersende groep onder de keizers Menelik en Haile Selassie evenals onder dictator Mengistu in de jaren zeventig, kon de dominantie niet verkroppen van de Tigreeërs. De Oromo’s voelden zich bevrijd van de Amhara maar bezet door de Tigreeërs.

Meles Zenawi, die het land leidde tussen 1991 en 2012, gaf stammen zelfbestuur, maar trok Tigray voor

In het hele land voerden gewapende groepen acties uit en toen Meles Zenawi ze bijeenriep voor een nationale conferentie in het Hilton in Addis Abeba kwamen maar liefst meer dan honderd veelal etnische bevrijdingsbewegingen opdagen om een aandeel op te eisen in het beheer van het land. De vergadering nam een voorlopige grondwet aan die voorzag in zelfbestuur voor de belangrijkste etnische groepen. In Ethiopië zag de eerste etnisch federalistische staat van Afrika het licht.

Meles Zenawi in 1990

Eigen archief

Hoewel de beter opgeleide bewoners van Addis Abeba federalisme op stambasis ervaarden als primitief en onwerkbaar, identificeerden mensen op het platteland zich sterk met hun etnische groep. Toch is de verandering van „een gevangenis van naties” naar een „natie van naties” altijd controversieel gebleven. Sommige Ethiopiërs zien het etnisch federalisme als oorzaak van de voortgaande oorlogen, andere zien juist de pogingen van Abiy Ahmed om het te ontmantelen en vervangen door een sterke centralistische staat als de reden van het huidige geweld.

Zeventig verschillende talen

De tribale democratie leidde vaak tot een politiek van verdeel-en-heers, van voortrekken en wegduwen, niet overal van vrijheid en ontwikkeling. Ik vroeg in 1993 Meles Zenawi ernaar. „De reden achter deze politiek is dat Ethiopië geen homogene samenleving vormt. Er worden hier zeventig verschillende talen gesproken. Hoe kan je dan democratie in één taal bedrijven. Hoe kunnen dorpelingen zichzelf besturen met gebruikmaking van één nationale taal, die zij niet begrijpen? Het is onmogelijk! Democratie in Ethiopië en zelfbestuur horen onverbrekelijk bij elkaar. Waarom zou een Oromo zich niet een Oromo mogen voelen en tegelijkertijd een Ethiopiër?”

Ik zei het curieus te vinden dat terwijl heel Afrika na het verdeel-en-heers van het kolonialisme werkte aan de opbouw van homogene naties, juist Ethiopië een andere richting insloeg. Zijn antwoord was onthutsend en klonk als een verhulde lofzang op het Europese kolonialisme. „In de andere Afrikaanse naties werd een gemeenschappelijke identiteit gesmeed op basis van de strijd tegen de koloniale macht.”

Het was een inherente contradictie onder Meles Zenawi. Na de strak centralistisch geleide regimes van Haile Selassie en Mengistu gaf hij meer bevoegdheden aan de regio’s maar die rechten wendden de bewoners aan om meer oppositie te voeren tegen het centrum. Hij streefde naar decentralisatie van de macht, maar vrijheid om zich te uiten kreeg de bevolking niet. Alle inzet van de overheid zette hij op de economie, die spectaculair groeide maar op dirigistische wijze werd gereguleerd in Addis Abeba.


Lees ook dit artikel: Waarom voert vredestichter Abiy oorlog in noorden van Ethiopië?

Blijmoedige stemming

Onder Meles Zenawi hadden Tigreeërs de scepter gezwaaid. In de regeringspartij, het leger, de veiligheidsdienst, staatsbedrijven en op de universiteit bezetten bewoners uit de noordelijke regio de voornaamste posten. Als gevolg van volksprotesten brak er in 2018 een machtsstrijd uit binnen de partij, waarbij de Amharen en Oromo samen optrokken tegen de Tigreeërs. Zij schoven Abiy Ahmed, een Oromo, als de nieuwe leider naar voren. Dat luidde de neergang in van het TPLF van Meles Zenawi.

Abiy Ahmed tijdens zijn eerste persconferentie als premier in 2018

Foto Petterik Wiggers / ANP

Met premier Abiy Ahmed leek opeens weer een nieuwe start mogelijk. Voor het eerst bespeurde ik iets van euforie onder de doorgaans ingetogen Ethiopiërs. De blijmoedige stemming hield slechts kortstondig stand. Abiy Ahmed wilde het etnische federalisme ontmantelen en vervangen door een meer centralistische staat. Dat stuitte op verzet. Onder de centralisten waren vele Amharen, die nostalgisch terugdachten aan hun overheersing in het keizerrijk, bij de federalisten behoorden de Oromo, die jarenlang waren onderdrukt in de centralistische staat.

Vele Oromo vonden dat de premier niet fanatiek genoeg de belangen van zijn etnische groep behartigde. Steeds gedurfder vielen gewapende Oromo de overheid en andere volkeren aan. Ook kleinere etnische groepen staarden zich blind op eigenbelangen en vormden milities. Zo trokken tribale krachten Ethiopië steeds verder uiteen. Honderdduizenden Ethiopiërs sloegen op de vlucht vanwege grieven over toegang tot water en akkers, over talen en identiteiten en zelfs over religie. Ethiopië dompelde weer onder in chaos. Zulke tribale fobie, zo’n exclusieve focus op de eigen groep, heb ik niet eerder meegemaakt in Ethiopië. In het land waar de ambtenaren er altijd bij me op hadden gehamerd hoe hecht de eenheid was, kreeg onder Abiy Ahmed xenofobie de vrije loop. En begon weer een grote oorlog.


Lees ook dit artikel: Honger wordt in Tigray ingezet als oorlogswapen

Sinds 2018 is Abiy Ahmed premier. Hij wil van Ethiopië weer een meer centralistische staat maken

Abiy Ahmed sprak over „de 27 donkere jaren” onder het TLPF en legde zo impliciet de schuld bij de Tigreeërs. Hij ontbond de regeringspartij, vormde de Welvaartspartij en begon te werken aan de terugkeer van een centralistische staat. Zijn eerste militaire interventie was in de Somalische deelstaat in het oosten. De Tigrese politici zette hij op een zijspoor, hij plande heimelijk voor een afrekening met hen en liet in heel het land duizenden Tigrese burgers arresteren.

De geschiedenis herhaalt zich

De premier stond bij de aanvang van de oorlog in november 2020 een kortstondige politionele actie voor ogen in de deelstaat Tigray maar het oude TPLF-kader gaf zich niet gewonnen en trok zich terug in het ruwe landschap, net als het zo subliem in de jaren tachtig had gedaan. Het hernieuwde TPLF sloeg terug en bracht het regeringsleger in juli 2021 zodanige nederlagen toe dat het niet meer kan opereren zonder forse militaire steun van Eritrea en van strijdkrachten van de deelstaten. Opnieuw weken tienduizenden uit naar Soedan, opnieuw raakten honderdduizenden burgers ontheemd, opnieuw verschenen er beelden in de media van uitgehongerde kinderen. De geschiedenis herhaalde zich.

Ethiopië heeft voor mij altijd dat speciale aanzien in Afrika behouden, als enige niet gekoloniseerde staat in Afrika, als het hoofdkwartier van de Afrikaanse Unie, als enige klassieke natie. Maar de fabel van het verleden – over de legendarische koningin van Sheba en de Leeuw van Juda, van het nooit gekoloniseerde keizerrijk, van de unieke Ethiopische eenheid – dat sprookje dat me vanaf mijn eerste bezoek aan het land werd ingeprent, is gevaarlijke nonsens. De Ethiopische unieke historie lijkt soms eerder een rem op zijn toekomst dan een voorsprong.

Tigreeërs tijdens een ruzie over de verdeling van voedselhulp in mei 2021.

Foto Ben Curtis / AP

Lees verder…….