Het omstreden Europese prijsplafond voor gas komt er – maar gaat het ook werken?

EU-prijsplafond Na maanden van verhitte discussies, stemden EU-landen maandag voor een zogeheten ‘prijscorrectiemechanisme’. Gaat dit plafond de energieprijzen drukken?

De gasopslag van Astora bij Rehden in Duitsland.
De gasopslag van Astora bij Rehden in Duitsland.

Foto Fabian Bimmer/Reuters

Na maanden van hoogoplopende discussies is het besluit dan toch gevallen: er komt een Europees prijsplafond voor gas. Met een ruime meerderheid stemden EU-landen maandag voor een zogeheten ‘prijscorrectiemechanisme’ dat in werking treedt als de gasprijs op de vanuit Amsterdam opererende TTF-markt drie dagen lang boven de 180 euro per megawattuur (MWh) uitkomt. Tegelijk moet het verschil met de prijs die elders voor vloeibaar gas (lng) wordt betaald tenminste 35 euro zijn – dit om te voorkomen dat Europa overboden wordt. Zes vragen over het nieuwe plafond.

1 Gaat dit de energieprijzen drukken?

Op dit moment ligt de belangrijkste gasprijs in Europa al ruim onder het plafond (dinsdagochtend stond die op circa 100 euro per megawattuur). Voorlopig is er dus geen enkel verzachtend effect. Het is vooral later deze winter, en in de zomer van volgend jaar, dat het prijsplafond in theorie zijn werk kan doen. Mogelijk gaan de gasprijzen, als de koudste weken van de winter beginnen, opnieuw fors stijgen omdat de vraag dan snel toeneemt. En in de zomer van volgend jaar zal er ook veel vraag zijn, want dan moeten de voorraden voor de winter van 2023/2024 gevuld worden. Afgelopen zomer leidde het koortsachtig aanvullen van deze wintervoorraden ertoe dat de gasprijs astronomische hoogtes bereikte, van 350 euro per MWh. En komend vulseizoen wordt mogelijk nog uitdagender omdat er meer kapers op de kust zijn, zoals China. ‘Zijn werk doen’ is overigens een relatief begrip: een plafond van 180 euro is nog altijd negen keer hoger dan het vijfjaarlijkse gemiddelde van voor de oorlog.

2 Gaan leveranciers hun gas dan niet gewoon elders verkopen?

Dat is de grote zorg van de tegenstanders van het prijsplafond. Ook landen als China en India hebben een grote energiehonger, en als de Chinese economie weer begint te groeien, zal die honger alleen maar groter worden. Afgelopen jaar trokken Europese landen schaarse voorraden vloeibaar gas naar zich toe door de absolute hoofdprijs te bieden. Als dat straks niet meer kan, kiezen leveranciers zoals Qatar mogelijk voor andere, beter betalende klanten. Gasexperts van het Amerikaanse adviesbureau S&P Global hebben uitgezocht dat het huidige prijsplafond, als het afgelopen jaar al was ingezet, ruim veertig dagen van kracht was geweest – uitgerekend in de periode dat de wintervoorraden moesten worden gevuld. Een marktanalist waarschuwt dat, als dit komende zomer daadwerkelijk zo zou gebeuren, het uitloopt op een „regelrechte ramp”. Aan de andere kant hebben EU-landen allerlei ‘veiligheidskleppen’ ingebouwd die zo’n scenario moeten voorkomen, zoals een vergaande optie om het plafond tijdelijk uit te schakelen als de energievoorziening in gevaar komt. En de EU-landen hebben ditmaal afgesproken gezamenlijk gas in te kopen, zodat het niet weer een krankzinnige biedingsstrijd wordt.


Lees ook: Energie-expert: ‘De bizarre gasmarkt is onaangeroerd gebleven, dat is onacceptabel’

3 Is het plafond te omzeilen?

Begin deze maand werden drie toezichthouders (waaronder de Nederlandse Autoriteit Financiële Markten) uitgenodigd om het Europees Parlement te informeren over wat er gaande was op de Europese gasmarkten, en zij hadden een nadrukkelijke waarschuwing: vergaande ‘interventies’ op de vrije gasmarkt zouden handelaren weleens kunnen doen uitwijken naar een andere, minder gereguleerde vorm van handel: die tussen twee partijen onderling, zonder tussenkomst van een beurs (de zogeheten over-the-counter-handel). Gashandelaren kunnen via die route het prijsplafond omzeilen – ze kunnen elke prijs afspreken die ze maar willen – maar toezichthouders zijn er beducht voor omdat ze vrijwel geen zicht hebben op wat voor financiële afspraken daar precies worden gemaakt. Op openbare beurzen zijn er regels die moeten voorkomen dat een ‘contractpartij’ niet aan zijn verplichtingen kan voldoen, en de andere contractpartij zo in financiële problemen brengt. Voor de bilaterale handel zijn die er niet, de partijen gaan daar helemaal zelf over. De toezichthouders zijn vooral bezorgd over mogelijke risico’s voor de ‘financiële stabiliteit’: wat als het ene bedrijf omvalt, en vervolgens het andere bedrijf in zijn val meesleurt? En zo verder? Die trend was al ingezet, maar kan worden versterkt door het prijsplafond, vrezen de toezichthouders. „Wij voelen ons hier niet senang onder”, verklaarde John Berrigan van het EU-directoraat-generaal Financiële Stabiliteit.

Minister Jetten sprak van „de omgekeerde volgorde”: voordat de impact duidelijk is, wordt het al ingevoerd

4 Waarom is Nederland zo tegen?

Omdat de potentiële voordelen volgens Nederland niet opwegen tegen de risico’s. Minister Rob Jetten (Energie) sprak maandag van „de omgekeerde volgorde”: voordat de impact van het nieuwe instrument duidelijk is, wordt het al ingevoerd. Het plafond noemde hij daarom nog steeds „potentieel onveilig”.

Nederland was de afgelopen tijd een van de felste critici van de marktinterventie, vanwege de risico’s voor leveringszekerheid en de marktstabiliteit. Uiteindelijk was Jetten maandag een van de drie ministers die níet instemden met het plafond: hij onthield zich van stemming, net als zijn Oostenrijkse collega. Hongarije stemde als enige tegen. Die onenigheid is opvallend, bij dit soort belangrijke besluiten zoekt de EU normaal liever naar consensus. Zeker als het om maatregelen gaat die grote impact kunnen hebben op specifieke lidstaten: iets dat voor het prijsplafond en Nederland zeker het geval is.

5 Waarom is het prijsplafond er dan toch gekomen?

Omdat de politieke druk enorm was – en zelfs Duitsland daarvoor gezwicht is. Een groep van zo’n vijftien lidstaten riep al geruime tijd om een prijsplafond en weigerde de afgelopen weken akkoord te gaan met andere energiemaatregelen zolang de prijsbegrenzing niet geregeld was. Landen in Zuid-Europa, bijvoorbeeld Spanje, Italië en Griekenland, zijn al bijna een jaar gefrustreerd dat zij veel meer voor gas zijn gaan betalen, terwijl zij nauwelijks afhankelijk waren van Russisch gas. Dat komt omdat de meeste gascontracten gekoppeld zijn aan de TTF-markt in Amsterdam, waardoor de prijsschokken daar in heel Europa voelbaar zijn.

Bij die frustratie kwam de afgelopen periode ergernis over de ruimhartige overheidssteun die ‘rijke’ lidstaten als Duitsland en Nederland aan hun burgers en bedrijven uitdeelden. De Duitse minister Robert Habeck (Energie) was maandag tegenover journalisten opvallend eerlijk over de politieke dynamiek die dat creëerde. Veel landen, zei Habeck, hadden Duitsland gewaarschuwd zich niet afhankelijk te maken van Rusland. Maar omdat Berlijn dat heeft genegeerd, is ook Spanje „die hier niets mee te maken heeft” nu meer gaan betalen. „Dat zij nu zeggen: deze rotzooi is jullie schuld (….), dat is volledig te begrijpen.”

En dus ging zelfs Duitsland, zij het met lange tanden, maandag akkoord. Die draai is opvallend en illustreert hoezeer Duitsland in de energiecrisis in het defensief zit. Daardoor kan het veel minder dan in bijvoorbeeld de vorige financiële crisis zijn stempel op besluitvorming drukken.


Lees ook: De Europese energiecrisis is nog lang niet voorbij, en Poetin heeft nog meerdere troeven in handen

6 Is het plafond nu definitief?

Eurocommissaris Kadri Simson (Energie), zelf notoir plafondscepticus, benadrukte maandag dat het nu overeengekomen instrument eerst nog een grondige toets moet doorstaan. De komende weken zullen toezichthouders op de energie- en financiële markt eerst een rapportage maken van de mogelijke negatieve effecten. Als uit die analyse blijkt dat de voordelen niet opwegen tegen de risico’s, kan de Commissie op een noodrem drukken om de invoering tegen te houden.

Daarmee blijft nog zeer onzeker of het plafond er werkelijk komt. De afgelopen weken lieten juist die toezichthouders, net als de Europese Centrale Bank, weten grote zorgen te hebben over de consequenties van het prijsplafond. Dat zij met een uiterst kritische analyse komen, is zeer waarschijnlijk.

Tegelijk zullen de voorvechters van het prijsplafond zich daar niet bij neerleggen. Zij vinden dat het heilige geloof in de vrije energiemarkt er nu al te lang voor heeft gezorgd dat beleidsmakers terugdeinzen voor radicale interventies. Zij zullen een negatief oordeel van ‘de experts’ niet zomaar accepteren.

Lees verder…….