Het laatst levende lid van het ‘Gouden Binnentrio’ is overleden

Binnen zes minuten stond het 3-0 bij Saint-Étienne – PSV op 7 november 1979. De einduitslag (6-0) van de wedstrijd in het toernooi om de UEFA Cup was een keiharde klap voor PSV. Voor coach Kees Rijvers kwam de dreun extra zwaar aan, omdat het drama zich uitgerekend voltrok in de Franse stad waar Rijvers in 1950 zijn loopbaan als beroepsvoetballer was begonnen, een aantal heerlijke jaren beleefde en grote populariteit verwierf.

Rijvers, die op 97-jarige leeftijd overleed, was voor zijn periode als PSV-trainer (1972-1980) succesrijk als oefenmeester bij FC Twente. Van 1981 tot 1984 was de geboren Brabander, die als speler 33 keer voor Oranje uitkwam, bondscoach van het Nederlands elftal.

In die laatste rol liep hij op een bijzondere manier het EK van 1984 mis. Wat gebeurde er precies? Nadat Oranje op 17 december in de Kuip met 5-0 van Malta had gewonnen, leek kwalificatie vrijwel zeker. Concurrent Spanje moest vier dagen later met ten minste tien doelpunten verschil van Malta winnen om Nederland op doelsaldo voorbij te streven.

Het werd zeer verrassend 12-1. Journalisten wilden een reactie van Rijvers, maar die was niet thuis – en mobiele telefoons bestonden nog niet. Persvoorlichter Wim Jesse van de KNVB werd platgebeld: waar was Rijvers, wilden alle verslaggevers weten. „Die is bij de buren”, luidde telkens het antwoord. En wat doet hij daar dan, vroeg een laatbeller? Jesse, het gezeur beu: „Hij zit daar te kaarten. In elk geval heeft hij de tv-beelden van de wedstrijd niet gezien.”

In de door zijn kleindochter Antje Veld in 2017 geschreven biografie Prof wordt onthuld waarom Rijvers niet naar de wedstrijd had gekeken. „Voor hem was het duidelijk”, schrijft Veld, „dat Nederland het niet ging halen.” Rijvers werd één dag voor Nederland – Malta geïnterviewd door een journalist van France Football. „Het eerste wat hij tegen mij zei was: ‘Pas op, die wedstrijd van Spanje tegen Malta over vijf dagen, die is verkocht’,” vertelt Rijvers.

Na afloop van de 5-0 tegen Malta groeide Rijvers’ wantrouwen, staat in het boek. Wim Jesse stond in de spelerstunnel te wachten op de spelers. „De eerste die kwam aanlopen, was de keeper van Malta”, schrijft Veld. „Terwijl hij de trap aan het einde van de tunnel op liep, had hij met gebalde vuist iets geroepen wat de persvoorlichter erg vreemd had gevonden. ‘Wat dan?’ vroeg Rijvers aan Jesse. Jesse antwoordde: ‘Fuck the Dutch, Spain is going to France!’”

Foto Soenar Chamid

De periode als bondscoach was niet de gelukkigste in zijn carrière, hoewel hij destijds een uitstekende band had met de aankomende sterren Ruud Gullit, Frank Rijkaard, Marco van Basten en Gerald Vanenburg die onder hem debuteerden. Nadat Nederland op 17 oktober 1984 een WK-kwalificatiewedstrijd tegen Hongarije in de Kuip met 2-1 had verloren , nam Rijvers ontslag.

Honderd gulden per maand

Rijvers werd in 1926 geboren in het dorp Princenhage, nu een wijk van Breda, als jongste zoon van een schoenmaker. Vanaf 1940 voetbalde hij bij NAC als linksbinnen (in een opstelling met vijf aanvallers). Hij debuteerde in 1944 in het eerste elftal, twee jaar later in Oranje. „Een vlug, gevaarlijk kwikfiguurtje met een terriërachtige pittigheid”, schreef Sportkroniek na zijn internationale debuut.

Nederland kende vóór 1954 geen betaald voetbal, de topclubs stopten hun beste spelers wel geregeld geld of goederen toe. Rijvers stelde op zeker moment zijn eisen aan NAC, zo vertelde hij in 1998 in het Rotterdams Dagblad: „Ik wil een kachel en honderd gulden per maand, anders speel ik niet meer voor NAC”, zei hij tegen het bestuur. Hij kreeg zijn zin.

Buitenlandse profclubs raakten zeer onder de indruk van de dribbelaar Rijvers. In 1948 kwam na een interland tegen Zwitserland de voorzitter van Stade Français naar het hotel van Oranje in Basel. In 2010 herinnerde Rijvers zich in de Volkskrant dat de voorzitter „stom- en stomdronken” was. „En in Holland waarschuwde men toen: pas op voor het buitenland, je krijgt daar je geld niet. Niet doen, dacht ik, en ik bonjourde hem de kamer uit.”

Twee jaar later tekende Rijvers een contract bij Saint-Étienne, waarvoor hij, verdeeld over drie periodes, van 1950 tot 1962 speelde. In Frankrijk, waar hij van 1953 tot 1955 bij Stade Français in Parijs speelde, werd Rijvers een ster die even beroemd was als de Franse spelmaker Raymond Kopa en goalgetter Just Fontaine. In Oranje blonk hij uit als lid van het befaamde centrale aanvalstrio met Faas Wilkes en Abe Lenstra.

Een potje appelmoes en kip

Rijvers kwam van 1957 tot 1960 voor Feyenoord uit. Die periode ervoer hij als „niet prettig”, vertelde hij aan het Rotterdams Dagblad in 1998: „Feyenoord was toen dé ploeg van Nederland, maar in mijn ogen waren het betaalde amateurs. Voor een uitwedstrijd had ik altijd een potje appelmoes en kip bij me. Zij waren in staat om twee uur voor een wedstrijd nog kroketten, frites of koffie met gebak te eten. Het was op alle fronten een amateurgedoe.”

Rijvers sloot zijn loopbaan in 1963 af bij NAC. Hij werd assistent-coach van Willem II en in 1966 trainer van FC Twente. Bij de fusieclub liet hij de tieners Jan Jeuring, Theo Pahlplatz en René Notten debuteren en hij haalde Epi Drost, Kick van der Vall, Dick van Dijk en Piet Schrijvers naar Enschede. Onder Rijvers groeide FC Twente uit tot een stabiele subtopper die ook Europees successen vierde.

In 1972 vertrok hij naar PSV. Daar trof hij „de wereldtoppers” doelman Jan van Beveren en schutter Willy van der Kuijlen aan. Rondom Van der Kuijlen bouwde hij een team met onder meer de Zweedse aankopen Ralf Edström en de Helmondse tweeling René en Willy van de Kerkhof.

Rijvers leidde PSV in 1975 naar het eerste landskampioenschap sinds 1963. Er zouden nog twee landstitels volgen. In 1978 veroverde PSV ook de UEFA Cup. In 1994 was Rijvers nog even – zonder succes – interim-trainer van PSV. Hij voelde de jeugd niet meer aan. Zo ergerde hij zich aan de vermeende luiheid van de Braziliaanse sterspeler Ronaldo. „En hij zoent te veel.”

Met de dood van Kees Rijvers zijn nu alle Nederlandse spelers overleden die in 1953 in Parijs meededen aan de benefietwedstrijd voor de slachtoffers van de Watersnoodramp tussen Frankrijk en de in het buitenland spelende vaderlandse profs. Het met 2-1 gewonnen duel, georganiseerd tegen de zin van de KNVB-bestuurders, die niets van profvoetbal moesten hebben, versnelde de komst van het betaald voetbal in Nederland.