Het chemisch gevaar dat boven Dordtse hoofden hangt

PFAS Chemours in Dordrecht zal de uitstoot van gevaarlijke stoffen op termijn fors verlagen. Wetenschappers en actievoerders vinden het onvoldoende. „Deze uitstoot is levensgevaarlijk.”

Actievoerders willen dat de Chemours-fabriek geen enkele PFAS-soort meer uitstoot. Het is ook de wetenschappelijke consensus dat de emissie naar nul moet.
Actievoerders willen dat de Chemours-fabriek geen enkele PFAS-soort meer uitstoot. Het is ook de wetenschappelijke consensus dat de emissie naar nul moet. Foto Robert Vos/ANP

Elke zaterdagochtend stort Kees van der Hel een paar emmers aarde voor het hek van Chemours, grond vervuild door het enorme chemische complex achter de afrastering. Afgelopen weekend deed de 68-jarige aanvoerder van actiegroep ‘Gezondheid vóór alles’ dit voor de 150ste keer. „Het blijft helaas nodig dit bedrijf er elke week weer aan te herinneren dat wij als buurtbewoners niet zitten te wachten op vergiftiging door PFAS.”

PFAS is de afkorting van per- en polyfluoralkylstoffen, een familie van duizenden chemische stoffen met een haast onbreekbare fluor-koolstofverbinding. Ze zijn hittebestendig en stoten water, vet en vuil af. Vanwege die eigenschappen zijn ze verwerkt in talrijke alledaagse producten, zoals pizzadozen, cosmetica en post-its.

Lees ook deel één van dit tweeluik: Langzaam begint Europa in te zien hoe groot het PFAS-gevaar is

Terwijl bedrijven de afgelopen decennia steeds meer toepassingen vonden, kregen wetenschappers de giftige effecten van PFAS almaar scherper in het vizier en zagen toezichthouders zich keer op keer genoodzaakt normen voor productie en gebruik aan te scherpen. De haast niet afbreekbare stoffen waren intussen overal in bodem en grondwater beland. En in menselijk bloed.

Van der Hel is er woedend over. Hij kreeg te horen dat hij te veel PFOA in zijn bloed heeft, een stof die DuPont, de voorganger van Chemours, tot ruim tien jaar geleden gebruikte. Die PFAS-soort verwekt mogelijk kanker, stelt het Europees Chemicaliën Agentschap (ECHA), EU-toezichthouder. Sliedrechter Van der Hel: „Ik woon recht onder de schoorsteen, de rook komt de hele dag over m’n huis heen. Ik krijg de volle lading. Hoe kun je als overheid je burgers blootstellen aan zo’n gevaar?”

Europees verbod

De actievoerders willen dat de Chemours-fabriek aan de Beneden Merwede geen enkele PFAS-soort meer uitstoot. Dat is ook de wetenschappelijke consensus: Nederlanders krijgen te veel van die stoffen binnen via voedsel en water, en het is schier onmogelijk deze forever chemicals uit het milieu te verwijderen. Dus moet elke emissie naar nul. De provincie Zuid-Holland en de gemeenten Dordrecht en Sliedrecht willen dat ook, zeggen ze, maar kunnen het juridisch niet afdwingen. Ze wachten op een algeheel Europees verbod, waar Nederland al sinds 2019 voor ijvert. Als alles meezit, krijgt het in 2025 vorm.

Intussen voert DCMR, in de regio Rijnmond verantwoordelijk voor de milieuvergunningen, als wapenfeit op Chemours te hebben opgelegd de uitstoot van de bekendste gevaarlijke stoffen – PFOA en GenX – te beperken tot enkele kilo’s. Maar de milieudienst gaat niet in op de gevaren van andere PFAS die uit de schoorsteen komen. En dat zijn er veel. Chemours heeft voorlopig toestemming om bijna 60.000 kilo PFAS uit te stoten, en bijna 100.000 kilo aan fluorgassen. Van de fluorgassen is onduidelijk welk deel precies onder de definitie van PFAS valt, omdat de milieudienst zegt niet alle stoffen afzonderlijk te vergunnen. Het bedrijf moet die uitstoot stapsgewijs afbouwen en mag in 2025 nog bijna tweeduizend kilo PFAS en fluorgassen uitstoten. Tussen die ‘F-gassen’ zitten stoffen die zeer sterk bijdragen aan het broeikaseffect. Zo mag Chemours dit jaar ruim 40.000 kilo HFK-23 de lucht in laten gaan. In CO2-equivalenten is dit ongeveer gelijk aan de hele uitstoot van de stad Dordrecht.

Onder de PFAS die bij het bedrijf nog uit de schoorsteen komen, valt bijna 20.000 kilo HFP. Die stof kan mogelijk nierkanker veroorzaken, volgens milieu- en gezondheidsinstituut RIVM en het ECHA. Omdat HFP in de lucht snel verdunt, is er geen direct gevaar dat iemand er via die weg te veel van binnenkrijgt. Maar in de atmosfeer breekt HFP af in onder meer niet-afbreekbaar TFA, een PFAS die dan weer tot op grote afstand kan neerslaan op bodem en oppervlaktewater. De Duitse milieudienst UBA schrijft in een recente studie dat de effecten ervan op lange termijn nog zeer onduidelijk zijn en dat volgende generaties ermee opgezadeld worden. Op de acht locaties waar RIWA, de vereniging van rivierwaterbedrijven in Nederland, metingen doet, ligt de concentratie TFA boven haar streefwaarde. Een methode om de stof uit het drinkwater te verwijderen is er niet.

„Deze emissies toestaan is spelen met vuur”, zegt Martin Scheringer, milieuchemicus aan het Zwiterse federale technologie-instituut ETH in Zürich en coördinator van het Global PFAS Science Panel, een internationaal samenwerkingsverband van PFAS-experts. „Bijna 60.000 kilo PFAS is veel te veel.”

Dat Chemours de uitstoot volgens de vergunning met zo’n 99 procent moet verlagen, stemt Scheringer niet tevreden. „Uit milieuoogpunt duurt dit te lang en zijn de emissies duidelijk te hoog. Elke kilo PFAS is er een te veel.”

Geheime stoffen

En dan is er nog ‘6:2 FTS’. Dat Chemours met die stof werkte, ontdekten omliggende gemeenten in 2019, toen ze rapporten over verontreiniging van hun bodem uitplozen. Tot hun verbazing kwam deze stof in de toen geldende vergunning, uit 2013, helemaal niet voor. Daarvoor was een codenaam gebruikt: Surfactant 2. Alleen lozing ervan op het riool was toegestaan, emissie naar de lucht niet. Maar dat was jarenlang wél gebeurd. Toch kreeg Chemours geen boete of sanctie opgelegd. Het had die emissie naar de lucht immers zelf ontdekt, aldus DCMR. En aangezien het daarna permissie voor die uitstoot had gevraagd, was er „geen aanleiding voor handhavend optreden”.

In de nieuwe vergunning, sinds eind vorig jaar van kracht, staat 6:2 FTS inmiddels vermeld. Maar nu zijn er zes andere geheime stoffen, met codenamen als P400 en Z. Of deze substanties gevaarlijk zijn, valt niet te achterhalen. DCMR en Chemours beroepen zich op „bedrijfsgeheimen”. Het belang van de burger om over deze informatie te beschikken, zou niet opwegen tegen het economische belang van het bedrijf om concurrentiegevoelige informatie voor zichzelf te houden. Volgens de DCMR en Chemours komen de stoffen niet in het milieu. Bij 6:2 FTS zou dat ook niet gebeuren, maar dat bleek achteraf niet te kloppen.

Vijftig demonstranten verzamelden zich zaterdag voor de poort van Chemours om er vervuilde grond te storten. Foto Etienne Busink / NOVUM

De Dordtse fabriek mag ook 63 kilo PFIB uitstoten, een stof die de Verenigde Naties als chemisch wapen bestempelen. Jacob de Boer, emeritus hoogleraar aan de Vrije Universiteit en PFAS-expert, noemt dat levensgevaarlijk. „Hier zou echt geen vergunning voor mogen worden afgegeven.” Al jaren voert hij publiekelijk strijd tegen deze stof. „Ik vind dat het bedrijf verplicht moet worden PFIB voor 100 procent op te vangen en weg te zuiveren.”

Volgens DCMR is met modelberekeningen vastgesteld dat deze uitstoot niet gevaarlijk is – ook omdat Chemours PFIB niet opslaat en de stof dus niet plotseling in grote hoeveelheden kan vrijkomen. De Boer benadrukt: „Twee keer inademen en je bent gewoon dood.”

Een flauw antwoord

Sliedrecht, september 2022. „Nul uit de pijp”, staat op het spandoek dat Kees van der Hel ophangt buiten de deur van sportcentrum De Lockhorst. De gemeente houdt er een informatiebijeenkomst over PFAS. De actievoerder wacht nog even buiten voor de vergadering begint, maar van een frisse neus halen is geen sprake. „Chemours ligt een paar kilometer verderop en de wind staat deze kant op.”

Binnen vragen lokale oppositiepartijen en bezorgde burgers waarom die ‘nul uit de pijp’ nog steeds niet geregeld is. „De vragen zijn terecht”, zegt Bart de Hoop, die als programmaleider bij DCMR betrokken was bij het opstellen van de vergunning. „Maar het antwoord is een beetje flauw: zo zit onze wetgeving niet in elkaar. Je kan als milieudienst deze stoffen niet zomaar verbieden.”

De Hoop legt uit dat de provincie de uitstoot wil minimaliseren op basis van de best beschikbare technieken. Maar wat is zo min mogelijk, en wat zijn die technieken? Dat is samen met een ingenieursbureau bekeken, en op basis daarvan is de nieuwe vergunning opgesteld die de uitstoot per 1 januari 2025 terugbrengt naar een fractie van de huidige emissies. „We zetten ons in voor vermindering van de uitstoot, maar wel op basis van wat binnen de wet mogelijk is.”

Milieuzorgplicht

Nu al kan en moet de overheid meer doen om de emissies snel te beperken, oordeelt Isabelle Larmuseau, een Vlaamse milieujurist gespecialiseerd in Europees vergunningenrecht. Ze heeft zich veel beziggehouden met de PFAS-affaire rond 3M in het Belgische Zwijndrecht, een concurrent van Chemours.

Larmuseau wijst op de Europese Richtlijn Industriële Emissies, die een milieuzorgplicht omvat. „De overheid moet de exploitant in zijn vergunning uitdrukkelijk verplichten steeds alle nodige maatregelen te nemen om schade en hinder te voorkomen. Als de uitstoot van stoffen het milieu aanwijsbaar schaadt, moet de overheid het bedrijf opleggen de emissie te verminderen of zelfs helemaal stop te zetten.” Dat laatste kan volgens haar al als zoveel schadelijke stoffen in het milieu aanwezig zijn dat de concentraties hoger liggen dan de milieukwaliteitsdoelstelling. „Als het bad vol is, mag je er niets meer aan toevoegen.”

Dat de omgeving van Chemours al te veel belast is met PFAS, blijkt uit onderzoek van het RIVM. Daarom is omwonenden op een kilometer ten noordoosten van het chemiecomplex geadviseerd niet langer groenten uit eigen tuin te eten. Het instituut berichtte onlangs ook dat Nederlanders te veel van de stoffen binnenkrijgen via hun drinkwater. Waterbedrijven Oasen en Evides, die water uit de Merwede winnen, hebben dan ook bezwaar gemaakt tegen de vergunning voor Chemours.

Omwonenden op een kilometer ten noordoosten van het chemiecomplex wordt geadviseerd niet langer groenten uit eigen tuin te eten Foto Aurelien Goubau

De wethouders Tanja de Jonge (GroenLinks, Dordrecht) en Roelant Bijderwieden (VVD, Sliedrecht) zijn het ondanks hun verschillende politieke signatuur met elkaar eens: de uitstoot van PFAS moet snel naar beneden. „Wij willen ook nul uit de pijp”, zegt Bijderwieden in het stadskantoor van Dordrecht. Samen met Papendrecht en Molenlanden spanden hun gemeenten in 2021 een rechtszaak tegen Chemours aan, die nog loopt. Ze willen het bedrijf aansprakelijk stellen voor de schade aan de omgeving door de jarenlange uitstoot van gevaarlijke stoffen.

Technische discussie

Toch zijn de wethouders niet echt kritisch op de vergunningverlener. „Dit is een enorm technische discussie. En de provincie is het bevoegd gezag. Daar zitten de experts die dat gewoon goed bekijken.”

Technische vragen kunnen de wethouders dan ook niet beantwoorden, zeggen ze. Daarom hebben de gemeenten externe expertise ingehuurd. „Heel eerlijk”, zegt Bijderwieden na een aantal vragen over de gevaren van al die duizenden kilo’s PFAS: „Deze wethouder snapt er niets van.” Hij wijst naar zichzelf. „En deze wethouder ook niet”, wijzend op zijn Dordtse collega, die knikt. Moet die fabriek niet gewoon dicht? „Wat het lastig maakt, is dat je een balans moet zoeken tussen economische ontwikkeling en bescherming van de leefomgeving. Het gaat ook om de werkgelegenheid.”

De economische belangen zijn groot, beaamt Chemours-woordvoerder Harmen Geers. De wereldwijde omzet van het Amerikaanse concern was vorig jaar 6,8 miljard dollar. De vestiging in Dordrecht is, met zo’n vijfhonderd medewerkers, de grootste productielocatie in Europa. „En we maken stoffen die onmisbaar zijn in talloze producten die onze samenleving nodig heeft, zoals computerchips en medische apparaten”, zegt Geers.

Te kort dag

Terwijl de emissiereductie volgens actievoerders en wetenschappers veel te traag gaat, vindt Chemours dat de uitstoot in een onmogelijk hoog tempo omlaag moet. „Wij hebben zelf de ambitie uitgesproken om de uitstoot uiterlijk volgend jaar met 80 procent te reduceren, en uiterlijk in 2030 naar minder dan 1 procent terug te brengen”, zegt Geers in een kantoortje in de fabriek, uitkijkend over de Merwede. „Daar werken we hard aan en dat kost veel geld.”

DCMR stelt dat Chemours met beschikbare techniek de uitstoot al vanaf 2025 kan terugbrengen naar 1 procent, maar volgens het bedrijf is de bedoelde methode nooit op industriële schaal toegepast. „Dus dit is veel te kort dag”, zegt Geers. Chemours is inmiddels naar de rechter gestapt om meer tijd af te dwingen.

„De toegestane emissie is een duidelijke schending van het voorzorgsbeginsel”, vindt hoogleraar Scheringer. Op grond van dat beginsel kun je de uitstoot van stoffen inperken, voordat de negatieve effecten ervan volledig in kaart zijn gebracht.

De provincie Zuid-Holland zegt júíst op basis van het voorzorgsprincipe de emissies van Chemours per 2025 flink terug te brengen. Scheringer: „Deze uitstoot veroorzaakt een fait accompli dat nooit meer teruggedraaid kan worden. De ervaring leert dat de samenleving zal opdraaien voor de kosten, niet de vervuilers. Deze vergunning voor Chemours toont eens te meer aan dat het niet werkt om stoffen een voor een te reguleren, en dat een breed Europees verbod hard nodig is.”

Nadat hij zijn emmers voor het hek van Chemours heeft leeggestort, wil Kees van der Hel laten zien waar hij die grond vandaan haalt: een bouwterrein voor een nieuwe wijk in Sliedrecht. „Ik doe dit niet voor mezelf”, zegt hij. „Ik ben de jongste niet meer. Voor mij maakt het niet uit, het zit allang in m’n bloed. Ik doe het voor m’n kleinkinderen. Als hier straks huizen komen, worden daar ook kinderen geboren. Díé zitten met deze erfenis opgescheept.”

Lees verder…….