Groenewaterstoffabriek van Shell is een ‘serieus begin’

Verduurzaming Shell gaat een grote fabriek voor duurzame waterstof in Rotterdam bouwen. Daarmee loopt het voorop in Europa. „Dit is een serieus begin.”

De raffinaderij van Shell in Pernis. Door de nieuwe waterstoffabriek gaat deze raffinaderij 10 procent minder aardgas gebruiken.
De raffinaderij van Shell in Pernis. Door de nieuwe waterstoffabriek gaat deze raffinaderij 10 procent minder aardgas gebruiken.

Foto Koen van Weel/ANP

Shell gaat als eerste in Nederland een omvangrijke groenewaterstoffabriek bouwen. Het olie- en gasconcern investeert 1 miljard euro in de zogeheten elektrolyser die over drie jaar op de Tweede Maasvlakte in Rotterdam operationeel moet zijn.

Met de woensdag bekendgemaakte beslissing wordt Shell de grootste fabrikant van duurzame waterstof in Europa. Om via elektrolyse waterstof te maken, is veel stroom nodig. Die komt van het windpark Hollandse Kust, waarvan Shell en Eneco eigenaar zijn. De groene waterstof wordt vervolgens gebruikt door de raffinaderij in Pernis, waardoor de productie van olieproducten deels wordt vergroend. Nu wordt nog waterstof gebruikt die met behulp van aardgas wordt geproduceerd, waarbij het broeikasgas CO2 wordt uitgestoten.

Volgens president-directeur Marjan van Loon van Shell Nederland zorgt de fabriek Holland Hydrogen I ervoor dat Pernis 10 procent minder aardgas gaat gebruiken. De installatie krijgt een capaciteit van 200 megawatt. De ontwikkelingen gaan snel: vorig jaar nam Shell een waterstoffabriek bij Keulen in gebruik die goed is voor 10 megawatt. Met nog een fabriek in China (20 megawatt) beschikt Shell momenteel over een aandeel van 10 procent in de mondiale markt.

De plannen in het Groningse Eemshaven zijn nog ambitieuzer. Shell is van plan om in een consortium met andere bedrijven daar een fabriek te bouwen van 4 gigawatt. Dat is weer twintig maal zoveel als de Rotterdamse installatie.

Machiel Mulder, hoogleraar energie-economie in Groningen, noemt de investeringsbeslissing van Shell „een enorme stap”. „Gezien de capaciteit van 200 megawatt vormt dit een serieus begin van het verdringen van grijze waterstof. En door de hoge gasprijzen is dit voor Shell nu een extra aantrekkelijk moment om te investeren in groene waterstof.”

Onvoldoende groene stroom

Grootste zorg is volgens Mulder dat er op dit moment nog onvoldoende groene stroom is, zoals uit wind en zon. „Je wil eigenlijk voorkomen dat waterstofproductie andere toepassingen van groene stroom in de weg gaat zitten.” Mede vanwege de verwachte productie van waterstof zet het kabinet in op de bouw van extra windparken op zee. „Maar nu is het nog zo dat Nederland als geheel door deze fabriek niet groener wordt”, zegt Mulder.


Lees ook: De hele wereld duikt ineens in waterstof

Als een van de voordelen van Holland Hydrogen 1 noemt de Groningse hoogleraar de grootschaligheid van de nieuwe fabriek. „In Nederland wordt op deze manier vanaf 2025 veel ervaring opgedaan met elektrolyse.”

Nederland heeft net als de Europese Commissie grote plannen op het gebied van duurzame waterstof. Het vorige kabinet ambieerde voor binnenlands gebruik in 2030 een capaciteit van 3 tot 4 gigawatt. Coalitiepartijen VVD en CDA pleitten dit voorjaar zelfs voor een verdubbeling van deze ambitie tot 8 gigawatt.

Een van de problemen is dat potentiële afnemers en producenten van waterstof op elkaar wachten met investeringen. Die kip-ei-situatie is voor minister Rob Jetten (Klimaat en Energie, D66) zelfs reden om bedrijven vanaf 2026 mogelijk te verplichten om groene waterstof af te nemen.

De investering van Shell kan de waterstofontwikkeling in Nederland een impuls geven. Meer bedrijven hebben nu al plannen om in de Rotterdamse haven elektrolysers te gaan bouwen. „Maar ik denk niet dat deze stap direct van grote invloed op andere bedrijven is”, zegt Mulder. „Er komt immers geen extra infrastructuur beschikbaar waar anderen gebruik van kunnen gaan maken.”

Lees verder…….