Groene woorden zijn er volop, maar aan daden ontbreekt het de supermarkt vaak nog

Onderzoek duurzaamheid Twee jaar geleden ging de duurzame supermarktenlijst van kennisinstituut Questionmark vooral over de vraag óf er cijfers waren. Inmiddels zijn ketens transparanter. Ekoplaza scoort nog steeds hoog, Plus wederom laag.

Cherrytomaten in de schappen bij Plus.
Cherrytomaten in de schappen bij Plus. Foto Bert Verhoeft/ANP

In twee jaar tijd zijn supermarkten een stuk transparanter geworden over hun beleid en aspiraties op het gebied van duurzaamheid. Een voor een delen ze ambities voor reductie van hun uitstoot, en op Plus na communiceren alle grote ketens nu over het aandeel plantaardige eiwitten in hun assortiment. Toch gaan die woorden volgens denktank Questionmark nog lang niet altijd gepaard met de vereiste daden.

Het onafhankelijke kennisinstituut baseert zich daarbij op een onderzoek dat het elke twee jaar uitvoert naar de Nederlandse supermarktsector. Questionmark werkt bij die ‘Superlijst Groen’ samen met belangenorganisaties, zoals Milieudefensie. De nieuwste editie, die donderdag is verschenen, richt zich op de zes grootste landelijke ketens en de biologische formule Ekoplaza.

Het is de tweede keer dat de onderzoekers met hun supermarktranglijst komen – de eerste editie was in 2021. Ze spitsen zich daarin toe op de onderwerpen uitstoot, eiwittransitie, duurzame landbouw en het terugdringen van plastic afval. Op grond van de resultaten verdeelt Questionmark ketens in drie groepen: voorlopers, de middenmoot en achterblijvers.

Twee ketens die in de vorige editie hoog scoorden, doen dat nu weer: Ekoplaza is opnieuw koploper, marktleider Albert Heijn eindigt als derde. De supermarkt geldt nog altijd als voorloper, maar is in twee jaar tijd wel voorbijgestreefd door discounter Lidl. Jumbo en Dirk zijn van de achterhoede gepromoveerd naar de middenmoot. De enige achterblijver is nu Plus, met een marktaandeel van pakweg 10 procent de op twee na grootste keten van het land.

Breed onderwerp

Voor consumenten is het dikwijls lastig om vast te stellen hoe verantwoord supermarktketens eigenlijk zijn. Dat komt ook doordat duurzaamheid een kolossaal onderwerp is. Het gaat over uitstoot, verspilling, vleesconsumptie en ontbossing, maar ook over watergebruik, dierenwelzijn, eerlijke lonen en consumenten aanmoedigen gezonde keuzes te maken.

De meeste ranglijsten en instanties die een schifting maken tussen wie zijn best doet en wie niet, beperkten zich tot een deel van de problemen. Keurmerken laten zien of producten zijn gemaakt met oog voor mens, klimaat of dier. De Consumentenbond vergeleek vorig jaar de folders, om te zien welke keten het vaakst biologische opties in de aanbieding deed.

Voor een cijfer dat wat breder is samengesteld, over terugdringen van uitstoot, kan de consument terecht bij het Science Based Targets Initiative, een onafhankelijke scheidsrechter die de uitstootambities van bedrijven toetst. Wakker Dier houdt bij welke ketens onverantwoord onduurzaam geproduceerd vlees verkopen. Kortom: allemaal onderdelen van het probleem, maar geen allesoverstijgend oordeel.

De Superlijst wil, zoals de naam al doet vermoeden, die leegte vullen. Het initiatief kijkt naar een breed palet aan duurzame thema’s, waaronder alle bovenstaande. Maar ook voor Questionmark is het onderwerp duurzaamheid dusdanig groot dat het dit heeft opgesplitst tot vier afzonderlijke lijsten. Naast de Superlijst Groen zijn er ook de versies Gezondheid, Dierenwelzijn en Sociaal.

De methode om supermarktketens te beoordelen en rangschikken is bedacht door de denktank zelf. Questionmark werkt daarbij samen met een „raad van wetenschappers”, van een viertal kennisinstellingen. „Zij denken mee met de methode”, zegt hoofdonderzoeker Gustaaf Haan. „Ze beoordelen welke onderwerpen relevant zijn om te toetsen, maar ook of de methode meet wat we willen meten.”

Ook de ketens zijn daarbij nauw betrokken: eerst mogen ze suggesties doen over de opzet van het onderzoek, en nadat Questionmark alle data heeft verzameld, krijgen ze ook die gegevens ter controle. „Vervolgens gaan we die data analyseren. Vanaf dat moment hebben ze geen inspraak meer, om de schijn van beïnvloeding te voorkomen.”

Meer inzicht

In de groene lijst heeft Questionmark elf indicatoren opgenomen, die afhankelijk van hun impact een bepaald gewicht in het eindoordeel krijgen. Transparantie is een vereiste: beloftes zijn leuk, maar wie daarover onvolledig rapporteert, komt er alsnog bekaaid vanaf. Zo heeft Plus weliswaar een doel voor de overstap naar plantaardige eiwitten, maar meldt het bedrijf niet waar het nu staat. Mede daardoor scoort de supermarktketen op het onderwerp eiwittransitie véél lager dan concurrenten.

Twee jaar geleden woog transparantie nog veel zwaarder mee, zegt onderzoeker Haan. „Die editie ging meer over óf er een cijfer was, en niet wát dat cijfer was.” Dat zei veel over de sector zelf, die voor buitenstaanders lang een soort „black box” was.

Lees ook: Hoe maak je duurzame keuzes in de supermarkt? NRC zet alle tips op een rij

Dat de meeste ketens een stuk meer inzicht geven in wat ze willen en doen, ziet hij dan ook als een positieve ontwikkeling. Daardoor kan Questionmark de focus van het onderzoek meer verschuiven naar de prestaties zelf – iets wat voor de volgende lijst mogelijk nog beter mogelijk is, als nieuwe Europese regels gelden voor rapporteren over duurzaamheid.

De lat ligt ditmaal dus hoger, vat Haan het jongste onderzoek samen. En de uitkomst is dat de doelstellingen nog onvoldoende leidden tot concrete verandering. Zo staan reclamefolders nog altijd vol vlees en stellen sommige ketens ambitieuze doelen voor reductie van hun uitstoot, maar geven ze geen uitleg over hoe ze dat willen doen. De verantwoordelijkheid om voor een plantaardig of duurzaam verbouwd product te kiezen, leggen supermarkten volgens de onderzoekers nog veelal bij de klant.

Zo’n beoordeling leidt elke lijst opnieuw tot reacties van ketens die vinden dat ze tekort zijn gedaan, zegt onderzoeker Haan. Zo is Jumbo ditmaal teleurgesteld dat Questionmark sommige verbeteringen niet erkent, omdat de supermarkt anders rapporteert dan de onderzoekers verwachten. Albert Heijn beschouwt het onderzoek als een „inhoudelijke benchmark”, maar vindt ook dat de onderzoekers sommige inspanningen onvoldoende erkennen.

Lidl daarentegen noemt de methodiek van het onderzoek „zeer volledig” en stelt dat de uitkomsten „in voldoende mate recht doen aan de werkelijkheid”. Plus ging niet in op de mogelijkheid te reageren, maar zei tegen het AD „teleurgesteld” te zijn. Tegelijkertijd ziet die keten in de Superlijst aanknopingspunten om „stappen te zetten ter verbetering”.

Questionmark stelt ranglijsten als deze overigens niet op om bewuste consumenten naar de beste winkel te leiden. Het heeft „niet de indruk dat consumenten door deze rapporten van winkel veranderen. Mensen doen hun boodschappen meestal gewoon bij een winkel in de buurt.”

De Superlijst is daarom eerder bedoeld voor de winkel dan voor de consument, zegt Haan. „We brengen het in het publieke debat omdat de druk die daarvan uitgaat vaak groter is dan de druk van consumenten. Iedereen moet gewoon naar zijn supermarkt kunnen blijven gaan, maar moet er ook op kunnen vertrouwen dat wat daar te koop is deugt. Het gaat erom dat de supermarkt de verantwoordelijkheid neemt, niet dat je als consument daarvoor moet omfietsen.”

Lees verder…….