Google stopt met streamingdienst Stadia, wat een Netflix voor games had moeten worden

Technologie Stadia zou een revolutie in tech worden. Drie jaar later blijkt de dienst niet bestand tegen de eigenaardigheden van de game-industrie.

Een medewerker van Stadia. Eigenaar Google stopt de streamingsdienst voor gaming in januari.
Een medewerker van Stadia. Eigenaar Google stopt de streamingsdienst voor gaming in januari.

Foto Krisztian Bocsi/Bloomberg

Wéér verslikt een groot techbedrijf zich in de gamesector. Google kondigde donderdagavond aan dat het vanaf januari de stekker trekt uit Stadia, zijn Netflix-achtige dienst voor games. Gamers die spellen of hardware voor Stadia gekocht hebben, krijgen hun geld terug.

Google hield nog tot deze zomer vol dat Stadia niet op het kerkhof terecht zou komen. Maar voor ingewijden was binnen de eerste vier maanden na de lancering van de dienst in 2019 eigenlijk al duidelijk dat de ambities niet haalbaar waren.

Stadia zou een technologische revolutie worden, riep Google drie jaar geleden nog euforisch. Het concept achter de dienst was bekend, maar nog nooit goed uitgevoerd: ‘cloudgaming’ betekent dat je zonder spelcomputer games op een willekeurig scherm kan spelen via de cloud, alsof het Netflix is. Ook op je smartphone. Overal, zonder gedoe, zolang je maar een internetverbinding hebt.

Grote speler

Er werden snel eigen gamestudio’s opgetuigd en deals gesloten met grote gamebedrijven voor hun spellen. Topman Phil Harrison, vers van de gemankeerde lancering van de Xbox One, mocht aan het roer komen staan. Het leek een uitgemaakte zaak: Google zou ook buiten Android een grote speler op de gamemarkt worden. Net zoals andere techreuzen, recent nog Amazon, struikelde het bedrijf echter over de eigenaardigheden van de sector.

Gamers waren niet onder de indruk. Toen Stadia in november 2019 werd gelanceerd, viel het gameaanbod enorm tegen. Een abonnement op Stadia? Dat gaf slechts toegang tot snellere technologie en een handjevol games, bromden ze. Voor andere games uit het beperkte aanbod betaalde je de volle pond, ook al bezat je die spellen al via een andere winkel. En wilde een gamer in de eerste maanden met Stadia beginnen, dan moest die eerst meer dan honderd euro betalen voor een starterspakket. Weg Netflixgemak.

Gamers vroegen zich af: wat blijft er dan nog over? Een dienst waarbij je games koopt die alleen in de cloud bestaan, die op elk moment door Google – toch al gewantrouwd – uit de lucht konden worden gehaald. Ja, Google trok later veel recht, en ja: de gamers die Stadia wél kochten, waren over het algemeen lovend over de technologie. Maar dankzij deze vroege pr-klap bleef deze groep klein.

Dé grote hitgame waardoor iedereen naar Stadia zou hollen, bleef uit. Niet omdat Google niet zijn best deed: volgens Bloomberg trok het bedrijf regelmatig tientallen miljoenen dollars uit om grote games naar het platform te lokken. Maar een eigen game, een eigen gezicht, was nergens te bekennen. Begin 2021 gaf Google die ambitie helemaal op, en sloot het de eigen studio’s voor gameproductie.

Zo sleepte het zombielichaam van Stadia zich al ruim een jaar voort, schijnbaar zonder doel of strategie.

Ondertussen toont Microsoft hoe het wél kan. Terwijl Google zijn cloudambities van de daken schreeuwde, voegde de Xbox-maker stilletjes eigen cloudtechnologie toe aan hun al bestaande brede game-abonnement. Dat abonnement, Game Pass, werd een enorm succes. Inmiddels kunnen spelcomputerloze abonnees spellen uit de enorme bibliotheek van Microsoft spelen op smartphones, tablets en Samsung-tv’s, via een simpele druk op de knop in een app.

Net als Netflix. En zonder gedoe.


Lees ook: Return to Monkey Island: een maffe interpretatie van een klassieke piratencomedy

Lees verder…….