‘Geen idee of en hoe we dit ooit weer kunnen opbouwen’

Reportage

Loekasjivka Drie maanden nadat de Russische invasiemacht zich terugtrok uit het noorden van Oekraïne is er nog geen spoor van wederopbouw in dorpen als Loekasjivka.

Gebouwen in Loekasjivka zijn ernstig beschadigd door gevechten tijdens de beginfase van de oorlog in Oekraïne.
Gebouwen in Loekasjivka zijn ernstig beschadigd door gevechten tijdens de beginfase van de oorlog in Oekraïne.

Foto Konstantin Chernichkin

Na wekenlang met vijf Russische militairen opgesloten te hebben gezeten in haar eigen voorraadkelder, logeert Iryna Horbonos nu al maanden bij haar buurvrouw. Van haar huis in het Noord-Oekraïense dorp Loekasjivka is door het militaire geweld in deze regio weinig meer over dan afgebrokkelde muren en hopen schroot. „Wat de Russen niet hebben gestolen, hebben ze vernietigd”, zegt Horbonos (55), terwijl ze in de verzengende julizon de chaos overziet die haar leven was.

Tussen de uitgebrande wrakken van de auto’s van haar man en haar zoon op de binnenplaats scharrelt Horbonos’ zwarte hondje, dat door alle explosies doof is geworden. „De Russen zeiden dat ze ons kwamen bevrijden van nazi’s, maar ze hebben me ‘verlost’ van vrijwel alles wat ik bezat”, zegt ze met enig sarcasme. „Ik heb geen idee of en hoe we dit ooit weer kunnen opbouwen.”

Drie maanden nadat de Russische invasiemacht de slag om Kiev verloor en zich begin april terugtrok uit het noorden van Oekraïne is er nog geen spoor van wederopbouw in dorpen als Loekasjivka. De elektriciteitspalen in de regio’s rond de hoofdstad en het knooppunt Tsjernihiv zijn weer overeind geholpen, wegen zijn grotendeels begaanbaar gemaakt en er worden noodbruggen aangelegd. Op het gehavende asfalt van Kiev richting het noordoosten zijn op de vreemdste plekken verse zebrapaden geschilderd. Maar herstelde infrastructuur biedt berooide bewoners geen dak boven hun hoofd. Wie bij de lokale of landelijke overheid aanklopt voor hulp krijgt als antwoord: „Sorry, maar er is geen geld.”

Iryna Horbonos bracht tijdens de Russische bezetting wekenlang door in de kelder onder haar afgebrande schuur. „We werden gedwongen om met de vijand samen te wonen.” Foto Konstantin Chernichkin

Nul budget

Op het gemeentehuis in het naburige Ivanivka verkondigt ambtenaar Joelia Dorosjenko dat slechte nieuws. „Wij hebben nul budget voor wederopbouw”, legt zij uit vanachter haar laptop en stapels papieren. „Op dit moment komt hier geen belastinggeld binnen, dus we zijn volledig afhankelijk van de landelijke overheid.” Dorosjenko toont begrip dat de regering prioriteit geeft aan het financieren van „de oorlog die doorwoedt” en hulp aan slachtoffers van oorlogsmisdaden die „onvergelijkbaar” zijn met wat zich hier heeft afgespeeld. In de dorpen net ten zuiden van Tsjernihiv die 26 dagen lang een frontlijn vormden, zijn zeker honderd mensen gestorven tijdens de Russische bezetting, zegt zij. De meeste burgers kwamen om door uitputting of gebrek aan medicatie. Niet door verkrachting, marteling, executies of bombardementen zoals die in Boetsja, Borodjanka en Tsjernihiv-stad plaatsvonden.

We moeten eerst zorgen dat mensen te eten hebben

Joelia Dorosjenko ambtenaar gemeente Ivanivka


Lees ook over de conferentie rond wederopbouw in Lugano: ‘Hulp komt pas na een verzoek van Oekraïne’

Deze week kondigde Oekraïne aan 750 miljard dollar nodig te hebben voor wederopbouw. Maar donorgeld zal de materiële, mentale en sociale schade slechts beperkt en traag kunnen oplossen. Dorosjenko denkt bijvoorbeeld niet dat de kerk van Loekasjivka binnenkort zal worden opgeknapt. Russische militairen gebruikten die als munitiedepot en daarmee werd het een doelwit voor de Oekraïense verdediging. Beschietingen en ontploffingen bliezen een van de twee gouden koepels van het dak af en de kerk vloog in de fik. „We moeten eerst zorgen dat mensen te eten hebben. Dan dat ze onderdak hebben. Vervolgens moeten scholen en ziekenhuizen weer open”, aldus Dorosjenko.

Russische militairen sloegen hun munitie op in de kerk van Loekasjivka, die door Oekraïnse verdedigers belaagd werd. Een van de twee gouden koepels werd bij explosies van het dak geblazen. Foto Konstantin Chernichkin

De oneerlijk verdeelde schade en beperkte middelen om die te herstellen leiden tot onmin in een gehucht als Loekasjivka. Acht onverharde straten doorkliefd door de Vzdvyzj-rivier, meer behelst het groene dorp niet. Waar de driehonderd bewoners voor de invasie ongeveer even arm leken, legt de oorlogsravage ongelijkheid bloot. In de ene boerderij zijn slechts de ruiten gesprongen en is het vee opgegeten; het andere huis is weggevaagd. „Tijdens en vlak na de bezetting zagen we veel saamhorigheid en hielp iedereen elkaar”, zegt Dorosjenko. „Nu komen alle frustratie, boosheid en jaloezie naar buiten.”

Bonje in de buurtwinkel

De buurtwinkel waar Nina Bojko (39) bier en ijsjes verkoopt vormt regelmatig het toneel van die kift. Eerst ontstond ruzie over de voedselhulp waarbij de mensen die dakloos zijn geworden voorrang kregen. Vervolgens lieten vrijwilligers rollen plastic folie achter om vanuit de winkel onder de inwoners van Loekasjivka te verdelen. Er was krap twee meter per persoon beschikbaar om gebroken ruiten mee af te plakken. „Een man die plastic voor zeven ramen wilde hebben begon mij uit te foeteren”, vertelt Bojko. Haar tranen wellen op. „‘Hoezo heb jíj folie nodig’, riep hij, ‘je hebt niet eens meer een huis’.”

Het huis waar zij met haar twee tieners woonde is inderdaad volledig uitgebrand, net als het busje om haar winkel te bevoorraden. Dat had ze net met een lening aangeschaft en de aflossing loopt gewoon door, vertelt ze. Alleen haar rozenperk en haar waterput zijn nog intact.

De buurtwinkel van Nina Bojko heeft de Russische invasie van haar dorp Loekasjivka goed doorstaan, maar van haar woonhuis is vrijwel niets over. Ze zegt door buren te zijn „verraden”. Foto Konstantin Chernichkin

Volgens Bojko werd zij specifiek doelwit van de Russen nadat buren hadden verlinkt dat zij Oekraïense militairen van grote soeppannen borsjt voorzag. „Er wonen allemaal verraders hier”, zegt Bojko. Het onderlinge vertrouwen in Loekasjivka lijkt onherstelbaar beschadigd.

Iryna Horbonos vertelt dat de bezetting van het dorp haar persoonlijkheid blijvend heeft veranderd. Eind februari werd haar huis beschoten en vloog het in brand. Ze vluchtte met haar gezin naar een andere plek in het dorp. Toen ze terugkeerden, hadden vijf Russische militairen zich in haar voorraad- annex schuilkelder onder de afgebrande schuur verschanst en sliepen zij daar vervolgens elke nacht. „We werden gedwongen om 21 dagen met de vijand samen te wonen. Meestal waren ze wel beleefd, maar als hun commandant te veel dronk, werd hij intimiderend”, vertelt ze. Toen de Russen eind maart vertrokken, namen ze van alles mee uit de schuilplaats: van dekens en kussens tot damesondergoed.

Bakstenen verzameld

Horbonos: „Ik merk dat ik nu moeite heb om mensen te vertrouwen. Dat ik voorzichtiger ben aan welke vrienden ik iets vertel.” Niet iedereen in het dorp begrijpt dat haar cohabitatie met de Russen onvrijwillig was. Ze is teleurgesteld dat de overheid niets doet om de materiële schade te herstellen. Samen met vrijwilligers uit Kiev, die in weekenden komen helpen met het opruimen van de troep, heeft ze de bakstenen die hergebruikt kunnen worden verzameld en schoongemaakt. In de hoop die ooit weer op elkaar te metselen. Maar ze is er weinig optimistisch over. „Ik vind het heel moeilijk om me voor te stellen hoe ons leven verder moet gaan.”

Dan tovert een herinnering een glimlach op haar gezicht. „Op het hoogtepunt zaten we wel met 32 mensen in de kelder. Op 23 maart is daar een baby geboren. Ze hebben haar Viktoria genoemd.”

Lees verder…….