Frontman Snarky Puppy: ‘Je moet Texas horen in onze muziek’

Bassist en frontman van Snarky Puppy Michael League: „We hebben als band meer tijd in Nederland doorgebracht dan in welk ander buitenland ook. Het is een mooie plek om onze nieuwe muziek uit te proberen.”

Interview

Interview | Michael League, frontman Snarky Puppy Nederland is een tweede thuis voor jazzband Snarky Puppy. De groep komt voor hun grootste show tot nu toe naar Afas Live. Frontman Michael League: „Alle bandleden moeten alle partijen kennen.”

‘Home’. Michael League gebruikt het woord vaak. Niet omdat hij zo verlangt naar huis, want waar is dat eigenlijk? Eerder omdat de bassist en frontman van Snarky Puppy zich makkelijk en op veel manieren ‘thuis’ kan voelen. Dat moet ook wel, want hij is zelden lang op een plek.

Op het moment van het telefonisch interview zit hij in de auto op een snelweg bij Barcelona. „Ik rij nu naar huis”, zegt hij. Dat thuis is in Els Prats de Rei, een dorpje op het Catalaanse platteland waar hij sinds enkele jaren woont. Maar thuis kan ook Dallas, Texas zijn. De plek waar Snarky Puppy ontstond als studentenband, terwijl ze een paar jaar later pas echt zouden doorbreken vanuit ‘thuisbasis’ Brooklyn. Dallas is ook de plek waar het nieuwe album Empire Central werd opgenomen, een liefdesbrief aan de ‘thuisstad’.

Geboren in een militaire familie bracht League zijn vroege jeugd door in verschillende Amerikaanse staten: Californië, Alabama, Virginia. Een leven zonder diepe wortels, dat hij sindsdien voortzet. De verhuiswagen ruilde hij in voor tourbusjes, vliegtuigen en de kleedkamers van honderden podia waarop Snarky Puppy inmiddels stond. ‘The Fam’, het collectief van zo’n twintig leden dat verder is uit te breiden met talloze vrienden, toert vaak maandenlang over de hele wereld. Onderweg stappen bandleden in en uit voor andere muzikale verplichtingen, waardoor de samenstelling constant verandert.

Om niet volledig ontworteld te raken, zijn er ook op zo’n tour thuishavens nodig. Een daarvan is Nederland. De band die jazz met funk, rock en invloeden van de hele wereld verbindt, heeft er sinds de eerste show tien jaar geleden veel muzikale vrienden gemaakt en een trouw publiek gewonnen.

In 2013 nam de band in het Utrechtse Kytopia het geprezen album We Like It Here op, daarna volgde een met een Grammy beloonde samenwerking met het Metropole Orkest onder leiding van Jules Buckley. In 2018 was League artist in residence op het North Sea Jazz-festival.

Lol

Dus durft de band het aan om Afas Live te vullen, een grote zaal en daarmee anders dan de intieme shows waar de band die vrijwel altijd zonder vocalisten speelt, om bekendstaat. „We hebben als band meer tijd in Nederland doorgebracht dan in welk ander buitenland ook. Het is een mooie plek om onze nieuwe muziek uit te proberen. Ik maak me geen zorgen over die zaal. Soms weten bandleden van tevoren niet eens hoe groot de zaal is waar we in spelen. Het enige wat telt is dat we lol hebben op het podium en dat iedereen zich bij ons welkom voelt – thuis voelt.”

Het nieuwe album ‘Empire Central’ is een hommage aan Dallas, waar jullie begonnen. Waaraan is dat te horen?

„Als ik aan Texas denk, denk ik aan funk, soul, gospel en rock. Er is daar een specifiek geluid dat we proberen vast te leggen. Ik vind dat best moeilijk uit te leggen, maar het heeft ons enorm gevormd. Toen we begonnen waren we jazzier, maar in Dallas werden we groovier. Ik denk dat op het album harde funk overheerst, maar er zitten ook rockende momenten tussen.”

De band toerde altijd veel. Viel in de coronaperiode niet jullie basis als groep weg?

„De band miste het toeren natuurlijk, maar om eerlijk te zijn waren we enorm aan pauze toe. 2019 was ons zwaarste tourjaar van de afgelopen tien jaar, we waren negen maanden van huis. Dat is loodzwaar, maar het heeft ons achteraf financieel gered. Natuurlijk hoefde die pauze geen twee jaar te duren, maar de bandleden redden zich wel. De meesten zijn een nieuw instrument gaan leren, of hebben zich bekwaamd in song writing. Het was een investering in de band, onze breinen zijn geüpdatet. Voor de crew was het soms wel moeilijk, voor hen hebben we een aantal benefietdingen gedaan.”

U hebt een aparte manier van componeren die is toegespitst op een steeds wisselende band. U speelt alle partijen in op elektrische piano, stuurt dat naar de bandleden, maar vertelt er niet bij welk stuk voor wie is. Waarom?

„Dat heb ik jarenlang gedaan om ervoor te zorgen dat alle bandleden alle partijen kennen. We wisselen onderweg zo vaak van samenstelling, soms hebben we drie toetsenisten en de volgende dag één, dan moet iemand anders kunnen overnemen. Het is nooit verspilde energie, want of je nou ‘(Sittin’ on) the Dock of the Bay’ van Otis Redding doet, of ons eigen nummer ‘Lingus’: als je alleen je eigen partij kent, voel je het liedje niet. Bovendien wil ik niet dat muzikanten zoeken naar een specifiek geluid zoals het was ingespeeld. Ze moeten er onbevooroordeeld hun eigen draai aan kunnen geven.

„Voor het eerst gebruiken we nu een andere manier van componeren, meer in duo’s. En inmiddels hoef ik ze niet meer beet te nemen en studeren ze vrijwillig de andere stukken in. Al gingen we nu iets efficiënter te werk, want we hebben zestien nieuwe stukken op het album, dat is veel om te leren.”

Op uw label zitten bands van over de hele wereld en u gebruikt ook veel niet-westerse invloeden in Snarky Puppy. Zijn dat ideeën die u oppikt op buitenlandse tournees?

„Het heeft te maken met de muzikale honger van onze bandleden. We willen weten hoe anderen muziek maken, niet om te kopiëren maar om onze eigen draai eraan te geven. Op het nieuwe album is ‘Honiara’ bijvoorbeeld gebaseerd op een volksliedje van de Salomonseilanden en schreef ik zelf ‘Belmont’ met een aangepast flamenco-ritme dat ik hier in Spanje veel hoor.”

Hoe is de speciale band met Nederland ontstaan?

„Nederland is buiten de Verenigde Staten het land dat voor ons het meest als thuis voelt. Het lijkt erop dat mensen een goede balans vinden tussen feestvieren en het tot zich nemen van kunst en diepe ervaringen. Ik heb nooit het idee gehad dat we achtergrondmuziek speelden voor een feestje, het publiek is internationaal georiënteerd en ontvankelijk voor nieuwe ideeën.”

Dat klinkt aardig, maar misschien zegt dat meer over het specifieke Snarky Puppy-publiek? Muzikanten klagen regelmatig over the Dutch Disease, dat iedereen door het concert heen praat.

„Haha. Daar heb ik niet eerder van gehoord. Misschien hebben we geluk gehad. Ik vertrouw erop dat ons publiek het geduld heeft om straks vooral nieuwe nummers te horen. We zullen er met camera’s en andere techniek voor zorgen dat ze ons op de vingers kunnen kijken en het in de grote zaal net zo intiem voelt als voor honderd man.”

Snarky Puppy speelt 11 oktober in Afas Live in Amsterdam. Het album Empire Central kom 30 september uit.

Lees verder…….