Feyenoord-topscorer Cor van der Gijp kon koppen als geen ander

Necrologie Bij de Rotterdamse club maakte Van der Gijp ‘ontzettend veel doelpunten met z’n kop’. De clubtopscorer en technisch directeur overleed zaterdag op 91-jarige leeftijd.

Voetballer Cor van der Gijp in 1956. Van der Gijp speelde jarenlang bij Feyenoord en kwam dertien keer uit voor Oranje.
Voetballer Cor van der Gijp in 1956. Van der Gijp speelde jarenlang bij Feyenoord en kwam dertien keer uit voor Oranje.

Foto G. van de Werff/ANP

Cor van der Gijp, die zaterdag op 91-jarige leeftijd overleed, scoorde in 233 competitiewedstrijden van Feyenoord 177 keer. Hij is daarmee dé clubtopscorer van de gehele periode dat de Rotterdamse club betaald voetbal speelt. Begin jaren vijftig begon Van der Gijp zijn carrière bij de club Emma in Dordrecht, die destijds bijzonder populair was. Hij speelde oogstrelend voetbal met nog drie broers Van der Gijp: Freek, Janus en Wim. Allen in de aanval. Het kwartet was een bezienswaardigheid op de vaderlandse velden. Cor, de jongste, vertrok in 1955 – een jaar na de invoering van het betaald voetbal in Nederland – naar Feyenoord.

De midvoor deed dat op aanraden van trainer Richard Dombi, de ‘Hongaarse wonderdokter’ die dat jaar eveneens van Emma naar Feyenoord overstapte. De transfersom bedroeg 18.000 gulden. In een column in Voetbal International schreef Johan Derksen later dat Van der Gijp een basissalaris had van 3.600 gulden per jaar. Derksen omschreef het spel van Feyenoord met linksbuiten Coen Moulijn, middenvelder Henk Schouten en Cor van der Gijp destijds als droomvoetbal. „De twee aanvallers voelden elkaar feilloos aan en maakten optimaal gebruik van elkaars kwaliteiten. […] In 1961 en 1962 leverde die samenwerking het landskampioenschap op.”

Met linksbuiten Coen Moulijn (rechts) en middenvelder Henk Schouten vormde Cor van der Gijp (links) een ‘droomteam’ bij Feyenoord.
Foto ANP

Van der Gijp, oom van lachebek en ex-topspeler René, was snel, kon goed positie kiezen en was als spits bijzonder sterk in de lucht. „Ik heb ontzettend veel doelpunten met m’n kop gemaakt”, zegt hij in het boek Bouwers aan Feyenoord (1972). „Het grootste geluk mogelijk”, vervolgt hij, „[is] om ploeggenoot te mogen zijn van Coen Moulijn. Hem zal ik mijn hele leven dankbaar zijn, want Coen heeft voor mij het grootste deel gemaakt. Spelen met zo’n linksbuiten is voor mij uitermate belangrijk geweest.” De dertienvoudige international (zes goals) was een expert in koppen naar de grond, laag in de hoek.

Afscheid van oude liefde

Na zijn succesvolle periode in de Kuip verhuisde de goedgebekte sfeermaker Van der Gijp in 1964 naar Blauw-Wit in Amsterdam. Daar miste hij Moulijn zeer. Koppen kon hij nog als de beste, maar hij kreeg te weinig bruikbare voorzetten. In 1972 werd hij trainer van eerstedivisieclub Veendam, waar hij na twee jaar stopte. In zijn tijd bij Veendam ontdekte hij Dick Nanninga, die hij van amateurclub Oosterparkers overnam. Volgens Derksen raadde Van der Gijp zijn oude liefde Feyenoord destijds aan de kopsterke spits over te nemen. „Maar de technisch verantwoordelijke mensen in de Kuip hoonden dat advies weg.” In 1978 scoorde Nanninga voor Oranje in de WK-finale tegen Argentinië.

In 1989 keerde Van der Gijp terug bij Feyenoord, als technisch coördinator. Hij kreeg samen met Pim Verbeek de technische leiding over de club. Na een dramatisch verlopen eerste half jaar stelde het bestuur Gunder Bengtsson aan als technisch directeur. Club-icoon Van der Gijp leverde, ernstig teleurgesteld, zijn contract in.

Lees verder…….