Extremist die gaycafé in Oslo aanviel, stond op de radar

Noorwegen De 42-jarige verdachte van de aanslag op een homobar in Oslo, bleek al sinds 2015 in beeld te zijn bij de Noorse autoriteiten.

Mensen leggen bloemen op de plek van de aanslag in Oslo.
Mensen leggen bloemen op de plek van de aanslag in Oslo.

Foto Sergei Grits/AP

De aanslag in de nacht van vrijdag op zaterdag op een lhbti-café in de Noorse hoofdstad Oslo waarbij twee doden vielen, is het werk van een man die al jaren bekendstond als een geradicaliseerde moslim. Dat heeft de Noorse inlichtingendienst PST zaterdag bekendgemaakt bij een persconferentie.

De 42-jarige verdachte, een Noor van Iraanse komaf, heeft volgens PST een lange voorgeschiedenis van geweld. Hij is in het verleden veroordeeld voor mishandeling en drugsbezit. Hij heeft ook gekampt met psychische problemen, aldus de dienst.

Snel na de schietpartij liet de politie al weten het incident te zien als een mogelijke terreurdaad. Volgens PST is dat inderdaad het geval: de dienst spreekt van een „extreme daad van islamistisch terrorisme”.

De verdachte, die direct na de aanslag is opgepakt, kwam in 2015 al in beeld bij PST omdat hij geradicaliseerd zou zijn en onderdeel zou uitmaken van een extremistisch netwerk. Vorige maand voerden medewerkers van de dienst nog gesprekken met hem. De advocaat van de verdachte zei tegen de Noorse omroep NRK dat de inlichtingendienst toentertijd contact met hem zocht, omdat hij meedeed aan een demonstratie in Oslo tegen een groep die de Koran verbrandde. In de gesprekken werd vastgesteld dat hij niet van plan was geweld te gebruiken, aldus de inlichtingendienst in een verklaring.

Maar zijn gewelddadige verleden laat iets anders zien. Volgens omroep NRK werd hij in 1999 voor het eerst veroordeeld tot tien maanden gevangenisstraf vanwege een steekpartij in een nachtclub. Hij is in hoger beroep vrijgesproken vanwege zijn jonge leeftijd en „duidelijke psychische problemen”.

In 2019 werd hij opnieuw gearresteerd, voor een schietincident. Volgens NRK is hij hiervoor niet veroordeeld. In een uitspraak uit 2021 staat dat de verdachte „al een aantal jaren psychische problemen heeft, zoals PTSS, waanideeën en concentratieproblemen”.

Tegen de Noorse boulevardkrant VG zegt de politie „vrij sterke” aanwijzingen te hebben dat er sprake is van een haatmisdrijf, specifiek gericht tegen homo’s. PST heeft als reactie op de schietpartij het hoogste dreigingsniveau voor terreuraanslagen afgekondigd.

Naast de twee doden, mannen van in de vijftig en zestig, vielen er 21 gewonden, aldus persbureau AFP, van wie tien ernstig. Na de schietpartij werd de Pride Parade, die eigenlijk had moeten plaatsvinden op zaterdag, afgelast in Oslo.

De Noorse premier Jonas Gahr Støre zei die middag tijdens een persconferentie: „Noorwegen is opnieuw getroffen door een brute aanval op onschuldige mensen.” Het land had eerder juist te maken met haatmisdrijven door witte nationalisten, waaronder die van de extreem-rechtse Anders Breivik, die 77 mensen vermoordde in 2011.

Lees verder…….