Extra bijdrage voor de EU stuit op verzet

Als premier Rutte het woord „frugal” in de mond neemt, weet je: het gaat weer over geld in Brussel.

Rutte gebruikte het Engelse begrip voor ‘zuinig’ donderdagmiddag bij aankomst bij een Europese topontmoeting. Terwijl de oorlog in Oekraïne en die tussen Israël en Hamas alle aandacht opeisen, moet de EU zich dit najaar ook nog buigen over een van de lastigste interne kwesties: de eigen begroting. Oftewel: wie betaalt hoeveel aan Europa en wie krijgt er wat voor terug.

Donderdag stond het punt, eerder dan verwacht, weer op de agenda van de regeringsleiders. In 2020 bereikten EU-landen nog een zwaarbevochten akkoord over de gezamenlijke meerjarenbegroting tot en met 2027. Het gaat om het geld dat EU-landen afdragen aan Brussel en waarmee gezamenlijke prioriteiten worden gefinancierd. Bijvoorbeeld landbouwfondsen, steun aan achtergestelde regio’s of het stimuleren van onderzoek.

Na het akkoord uit 2020 zou het onderwerp, tot veler tevredenheid, eigenlijk voor minstens vijf jaar begraven zijn. Maar nu de EU de afgelopen jaren een estafette aan crises te verwerken kreeg, is de oude begroting volgens de Europese Commissie alweer achterhaald. En dus is extra geld nodig.

Steun aan Oekraïne

Dat is onder meer vereist om de financiële steun van de EU aan Oekraïne een wat stabieler karakter te geven. Daartoe presenteerde Brussel deze zomer een nieuw fonds, waaruit Kyiv de komende drie jaar in totaal 50 miljard euro aan giften en voordelige leningen krijgt. Dat voorstel is weinig controversieel en kan op brede steun rekenen onder EU-landen – ook onder de groep die er traditioneel weinig voor voelt meer geld op te hoesten, waaronder Nederland.

premier NederlandMark Rutte Onze drie prioriteiten zijn: herprioriteren, herprioriteren, herprioriteren

Dat ligt heel anders bij de overige financiële verzoekjes die de Europese Commissie tegelijk heeft gepresenteerd. Naast geld voor Oekraïne, vraagt ze extra financiering voor onder meer migratiedeals en het stimuleren van innovatie. Pikant is vooral het extra geld dat nodig is voor de salarissen van EU-personeel – die flink zijn gestegen door de inflatiecorrectie – en om de gestegen rente op gezamenlijke EU-leningen te betalen.

Naast het geld voor Oekraïne is nog eens rond de 50 miljard euro extra nodig. En dat stuit op verzet, eerst en vooral bij de club EU-landen die vinden dat ze nu eigenlijk al te veel aan Europa betalen. Bijvoorbeeld Denemarken en Nederland, maar op de achtergrond ook Duitsland – tijdens de vorige begrotingsonderhandelingen gebruikte de groep de geuzennaam ‘frugal’. Meer betalen is voor hen onacceptabel. „Waar kunnen we geld besparen, zou de vraag moeten zijn”, zegt een EU-diplomaat, „niet hoeveel meer geld.”

Broekriem

Ook Rutte onderstreepte donderdag dat de Commissie elders moet besparen om de extra uitgaven te dekken. „Onze drie prioriteiten zijn: herprioriteren, herprioriteren, herprioriteren”, aldus Rutte. „Net als in nationale begroting moet je af en toe de broekriem aantrekken”. „Mijn overtuiging is dat de mogelijkheden via een herprioritering van het uitgavenprogramma uit de Europese begroting nog niet zijn uitgeput”, zei ook de Duitse bondskanselier Olaf Scholz.

Volgens de groep zijn er talloze potjes geld van de Commissie waar bespaard op zou kunnen worden. Ook zou er nog veel ongebruikt geld op de plank in Brussel liggen dat een nieuwe bestemming zou kunnen krijgen. Maar volgens de Commissie moet er, als de lidstaten geen extra geld ter beschikking stellen, op sommige Europese programma’s tot wel 30 procent bezuinigd worden. Bijvoorbeeld op het stimuleren van innovatie of op bepaalde onderzoeksfondsen.

premier EstlandKaja Kallas De situatie is nu totaal anders dan toen de begroting werd gemaakt

Andere EU-landen vinden het helemaal niets dat bezuinigingen in de lucht hangen en willen juist dat meer geld beschikbaar komt, bijvoorbeeld voor migratiebeleid of de reactie op natuurrampen als bosbranden. „Het is vrij duidelijk dat de EU niet voldoende middelen heeft toegewezen om de landen te ondersteunen die door de klimaatcrisis zijn getroffen”, zei de Griekse premier Kyriakos Mitsotakis donderdag.

‘Meer geld voor defensie’

„Ik ben echt bezorgd hoe we dit gaan doen”, zei de Estse premier Kaja Kallas voorafgaand aan de topontmoeting tegen journalisten. Als het aan háár land ligt, komt er ook meer geld om de defensie van de EU te versterken, in reactie op de Russische inval in Oekraïne. „Mijn punt is: alle crises hebben ervoor gezorgd dat de situatie totaal anders is dan toen deze begroting werd gemaakt.”

Lees ook Uitbreiding Europese Unie is tegelijk noodzakelijk en onmogelijk

Uitbreiding Europese Unie is tegelijk noodzakelijk en onmogelijk

De discussie donderdag was pas de eerste keer dat de regeringsleiders het onderwerp bespraken en hun opvattingen met elkaar deelden.

Spelbreker

Voor het tot een akkoord komt, waarmee alle 27 lidstaten moeten instemmen, zullen de komende weken nog verhitte onderhandelingen volgen. Extra spelbreker daarbij kan Viktor Orbán zijn, de Hongaarse premier die er een gewoonte van heeft gemaakt Europese besluiten te vetoën om voordelige besluitvorming voor zijn eigen land af te dwingen.

Wanneer het pakket precies rond moet zijn, leidt eveneens tot onenigheid. Onder meer Nederland vindt dat hoewel de steun voor Oekraïne haast heeft, de rest van de discussie nog wel even kan wachten. Dat stuit op verzet in onder meer Italië, dat vreest dat als het Oekraïnefonds al is afgerond, het overige geld er helemaal niet meer komt.

Ook Kallas drong donderdag aan op haast. „Als we dit niet snel oppakken, schuiven we het alleen maar vooruit.”