Een strip als een Disney-film

Recensie


Strips

Strip Het stripboek ‘De verboden haven’ is een bijzondere vangst. Het is een klassiek zeevaartverhaal vol bovennatuurlijke krachten en poëzie, dat de lezer voortdurend verwart en prikkelt.


De eerste indruk van De verboden haven is er een van verwarring. Het formaat, de harde kaft en het opgedikte romanpapier: het ziet het er niet bepaald uit als een strip. Het opzichtig ouderwetse omslagontwerp, met nepleer en verweerde hoeken, oogt als dat van een avontuurlijk jeugdboek. De afbeelding van een vriendelijke jongeman in klassiek koopvaardij-uniform maakt het plaatje compleet – en zet de lezer volkomen op het verkeerde been.

Want hoewel het begint als een traditionele, clichématige zeevaartstrip die speelt in de negentiende eeuw, merkt de lezer al snel dat het taalgebruik wringt. Dat is namelijk veel te uitgesproken en bij vlagen poëtisch. De literaire volzinnen zijn plechtstatig en passen in eerste instantie niet bij het verhaalgegeven: een jonge schipbreukeling wordt in Siam opgepikt door een Engels fregat. Hij is zijn geheugen kwijt en weet alleen dat hij Abel heet.

Onderweg naar Engeland raakt hij bevriend met de eerste officier op het schip. Die vervangt de kapitein nadat die is gevlucht met medeneming van de schatten die aan boord waren. We ontdekken al snel dat er iets met de jonge Abel aan de hand is, iets wat de bemanning ook begint op te vallen. Het broeit. Eenmaal in Engeland wordt hij ondergebracht in de herberg van de drie dochters van de verafschuwde kapitein, de eens zo befaamde zeeschuimer Abel Stevenson. Inderdaad, ze hebben dezelfde voornaam.

Deductie

Vanaf dan deint het verhaal als een schip in onrustig water: een regelrecht avontuur met romantiek en bovennatuurlijke zaken, als een psychologisch deductie-spel. Niks kinderboekerigs aan dus. Er wordt gefilosofeerd en getwijfeld: wat als? En hoe? Gesprekken leveren evenveel antwoorden op als nieuwe vragen. De lezer zit in hetzelfde schuitje: hoe meer die toelaat als mogelijke verklaring voor de gang van zaken, des te vernuftiger het verhaal zich ontvouwt.


Deze strip voelt als een Disney-film voor volwassenen, met zowel kleine gebaren als geëxalteerd drama. Deze vergelijking is niet helemaal toevallig: de Italiaanse stripmaker Stefano Turconi (1974) heeft een verleden als Disney-tekenaar en is bekend vanwege zijn Mickey-verhalen, die hier in talloze pockets verschenen, en die hij samen met zijn vrouw en stripscenarist Teresa Radice (1975) maakte. Samen weten ze hoe je een verhaal meeslepend opbouwt.

Turconi heeft ervoor gekozen om alles in potlood op te zetten en het daarbij te laten. In combinatie met het gekozen papier pakt dat goed uit. De schoonheid zit in de details, in de snelle en trefzekere potloodstreken. Sommige pagina’s zijn om door een ringetje te halen, op andere momenten had er meer venijn in zijn lijnvoering mogen zitten; iets zwarter, iets dikker. Het resultaat is nu niet altijd zo pakkend en dynamisch als zou kunnen. Een storm op zee is net zo zachtgrijs als een zonovergoten dag in het veld.

Pedrosa

Turconi’s werk lijkt op dat van de Spaanse stripmaker en animator Cyril Pedrosa. Beiden bezitten ze de gracieuze elegantie van moderne animatiefilmkunst. Ook Pedrosa maakte een strip die zich grotendeels op zee afspeelt, het prachtige Drie Schimmen uit 2008. Pedrosa doet daar wat Turconi nalaat: hij zet zijn lijnen hard aan, wat voor meer pit en emotie zorgt.

De verboden haven is een knappe vertelling van meer dan driehonderd pagina’s. Dat het boek een leeslint heeft is overbodig: dit is voor de zondagmiddag, op de bank of in de tuin, om in één ruk uit te lezen.

Ook verschenen:

Lees verder…….