Een maximumprijs voor een pak melk

Inflatie Nu de kosten van energie en levensonderhoud de pan uit rijzen, zingt de naam rond van een wet die bijna vergeten was. Kan de Prijzenwet uit 1961 helpen tegen de inflatie?

Interieur van de eerste app only Aldi in Utrecht.
Interieur van de eerste app only Aldi in Utrecht.

Foto Sem van der Wal / ANP

‘Als je ziet dat olie- en gasproducenten recordwinsten maken terwijl consumenten recordprijzen betalen, moet er iets gebeuren”, zegt FNV-voorzitter en SP’er Tuur Elzinga. „En als dat niet vanzelf gaat, via vraag en aanbod, moet de overheid ingrijpen. De Prijzenwet is daarvoor speciaal ontworpen.”

De Prijzenwet geeft de minister van Economische Zaken in bijzondere gevallen de bevoegdheid tijdelijk maximumprijzen te bepalen voor producten en diensten – maar raakte in de jaren tachtig in onbruik.

Toch is het verschijnsel dat de overheid prijzen beheerst zo oud als het kapitalisme, vertelt emeritus hoogleraar economische geschiedenis Jan Luiten van Zanden. „Vanaf de late Middeleeuwen bepaalden overheden maximumprijzen voor brood en andere eerste levensbehoeften. Het idee was dat je niet onevenredig mocht profiteren van noodsituaties. En overheden waren bang voor opstanden en speculatie. Er moest een zekere rechtvaardigheid in de markteconomie worden gebracht.”

In 1939 trad de Prijsopdrijvings- en Hamsterwet in werking, waarmee prijzen lange tijd – ook na de oorlog – werden bevroren. Soms gold een maximale prijs: in 1967 mocht een literfles melk 0,58 gulden kosten.

Woekerprijzen

Waar men in tijden van schaarste woekerprijzen tegen wilde gaan, ging het na de jaren vijftig om het voorkomen van een loon-prijsspiraal. Hoogleraar Van Zanden: „Om de concurrentiepositie te versterken mochten de lonen alleen gecontroleerd stijgen. Prijsbeheersing moest ervoor zorgen dat de kosten van levensonderhoud intussen niet uit de hand liepen.”

Volgens hem werkte dat een tijd goed. „Maar toen de vrijemarkteconomie begon te floreren, probeerden bedrijven steeds meer de maximumprijzen te ontwijken. Ze bedachten een ander merk of een net iets ander product om er onderuit te komen. Er was geen draagvlak meer en de overheid gaf de prijzen geleidelijk aan vrij.”

In 1961 kwam er een nieuwe Prijzenwet die eenzijdig ingrijpen alleen nog toestond bij ‘onverantwoorde prijsstijgingen’. Sinds 1982 moet zelfs sprake zijn van een ‘noodsituatie van de nationale economie’.

Die situatie doet zich nu voor, zegt FNV-voorzitter Elzinga. „Om de noden van de bevolking te bestrijden moeten het wettelijk minimumloon en de overige lonen flink omhoog. De inkomstenbelasting moet omlaag, en de winst- en vermogensbelasting omhoog.” Daarnaast, zegt hij, kan de Prijzenwet „heel direct aan de bron” de inflatie tijdelijk beperken. „Je overbrugt dan de winter, en je zorgt dat de inflatiepijn deels neerslaat bij bedrijven die nu veel winst pakken. Wij zeggen niet: draai de energieprijs terug, want een hoge prijs is een aanmoediging om energiezuiniger te leven. Maar zet er een maximum op, dat gebeurt in het buitenland ook.”


Lees ook: Centraal Planbureau: ‘dramatische’ krimp koopkracht

Ook GroenLinks is voor ingrijpen in de energieprijzen. De partij stelde dit kort na het begin van de oorlog in Oekraïne al voor. Kamerlid Tom van der Lee (GL): „Je zou heel gericht de tarieven voor kleinverbruikers moeten maximeren. Als energiebedrijven meer moeten betalen aan de producenten dan ze in rekening kunnen brengen, moet de overheid ze compenseren.”

Dat energiebedrijven de overheid om compensatie zullen vragen, is volgens Kamerlid Henri Bontenbal (CDA) een belangrijk nadeel van de Prijzenwet. Ook zou een vaste prijs juist slecht presterende energiebedrijven belonen. „Dus de inzet van de Prijzenwet is absoluut geen gratis optie voor de belastingbetaler of een snelle oplossing voor de problemen op de energiemarkt”, aldus Bontenbal.

Kamerlid Pieter Omtzigt is niet enthousiast om de Prijzenwet in te zetten vanwege het risico dat energieverkopers omvallen en klanten met een strop achterblijven. „De overheid zou ook kunnen kijken hoe je het Groningse aardgas dat nog altijd uit de grond komt tegen een acceptabele prijs beschikbaar kunt stellen aan de huishoudens in Nederland.”

En wat vindt de minister van Economische Zaken, die bij de Prijzenwet het heft in handen heeft? Harald Hanemaaijer, woordvoerder van minister Micky Adriaansens (VVD): „Ik durf niet te zeggen of de Prijzenwet op tafel ligt. Als er inderdaad sprake zou zijn van een noodsituatie zoals de wet die beschrijft en er zou een prijsmaatregel komen, dan hoort iedereen het pas als er in de ministerraad een besluit over is genomen.” Dat is op zich niet zo gek ¬– bij een prijsstop moeten de prijzen niet van tevoren ook nog omhoogschieten.

De woordvoerder beklemtoont dat er al koopkrachtbevorderende maatregelen zijn genomen, zoals verlaging van de energie-accijns, een energietoeslag voor minima en indexering van pensioenen. Ook wijst hij erop dat de Prijzenwet uit een heel andere tijd stamt – toen waren er nog niet zoveel verschillende producten, en ze werden veel meer dan nu binnen Nederland gemaakt en verkocht.

FNV-voorman Elzinga snapt dat de overheid onmogelijk voor elk product een prijs kan bepalen, maar ziet naast energie toch ook een rol voor prijsbeheersing bij de dagelijkse boodschappen. „Onderzoek dan op zijn minst of je een standaard-mand van bijvoorbeeld twintig producten kunt maken met eten, drinken, schoonmaakmiddelen en persoonlijke hygiëne. Als je die prijzen bevriest, voorkom je dat een heleboel gezinnen straks de meest basale boodschappen niet meer kunnen betalen.”

Sympathiek idee

Hoogleraar Van Zanden vindt prijsbegrenzing een sympathiek idee, maar ziet het niet gebeuren. „Welke producten kies je dan? Brood bijvoorbeeld – vroeger zo’n dertig procent van de uitgaven – vormt nu nog maar een heel klein percentage van de bestedingen, dat heeft niet zoveel zin. En de winkelbedrijven moeten het uitvoeren. Afdwingen is erg lastig. Als supermarkten overdreven winsten maken, kun je ook overwegen een extra winstbelasting in te voeren.”

Maar ja, daar is de consument op korte termijn niet mee geholpen. En alle prijzen in één klap bevriezen, dat is toch simpel en duidelijk? „Ik denk niet dat de overheid daar de capaciteit voor heeft”, zegt Van Zanden. „Maar bij benzine, gas en elektriciteit zou ingrijpen via de Prijzenwet heel effectief kunnen zijn. Dat is overzichtelijk: een beperkt aantal producten, een transparante markt en weinig spelers. En de prijzen zijn nu schrikbarend hoog. Ik las dat mensen 4.000 euro per jaar aan energie moeten gaan betalen, dat overleeft de helft van de bevolking financieel niet.”

Lees verder…….