Een interessant dilemma

Lachen. Vijf-en-zes-tig mille voor een Passat, ooit betaalbaar familiehok voor de betere middenklasse. Er is een nieuwe en die is er, omdat de sedan dood is, voortaan alleen als stationcar. De auto wordt er niet goedkoper op nu zelfs een VW Polo je zo dertigduizend euro lichter maakt. Bovendien krijgt de pers altijd de duurste mee, genot is goed voor de rapportcijfers. Zo reed ik een Passat met de verrukkelijke stoelmassage die mijn geknakte ziel en ruggengraat weer aan de praat kreeg, wat het moreel ondanks de calvinistische reserves toch een boost gaf. Zo menselijk is buigzaamheid.

Zijn basisprijs van 48.990 euro is overigens geen excessief bedrag in een tijd waarin de gemiddelde nieuwprijzen ruim boven de halve ton liggen. Dat hindert niet omdat de klant óf least óf toch geld zat heeft.

De test-Passat is een interessant geval. Hij is niet de zoveelste Tesla-slayer uit een te laat ontwaakte oude wereld. Hij heeft een doodgewone viercilinder-benzinemotor met een mild hybride elektrohulp die de auto bij optrekken ondersteunt met bij afremmen gewonnen energie. Plug-inhybride Passat-varianten zijn onderweg, maar een elektrische Passat komt er niet: de stekker-station van VW is vanaf heden de ID.7 Tourer. Waarom VW nog auto’s met verbrandingsmotor aanbiedt? Er is vraag naar. De groeicurve van stekkerauto’s vlakt af, EV-rijders kiezen godbetert weer voor auto’s op benzine. Ongetwijfeld ontgoocheld door falende laadpalen of het tegenvallende bereik van stekkerauto’s, maar waarschijnlijk vooral door de teloorgang van fiscale privileges die Tesla’s voorheen onweerstaanbaar maakten. Dus boemerangt de evolutie naar de goeie oude tijd terug, en staan vertegenwoordigers in kopieermachines hun dienstwagens straks net als vroeger vol te pompen bij de olieboeren.

Ga gerust demonstreren bij de VW-importeur in Leusden, Extinction-rebellen, hebben ze daar ook eens reuring. Maar stap eerst even in en zie de brandstofindicator voor de volle tank een actieradius van 1.080 kilometer voorspellen. Dat kan een 1.600 kilo zware stationcar met een iel benzinemotortje zelfs met een forse tankinhoud van 66 liter nooit redden. Dan moet hij ruim 1 op 16 halen, wat geen zinnig mens gelooft. Ik nu wel. Eerst rijd ik van Leusden via Amsterdam naar Groningen. Bij aankomst is na 252 kilometer de actieradius niet gedaald maar wonderbaarlijk gestegen naar 1.100 kilometer. Na een tweede monsterrit, ditmaal van Groningen naar Amsterdam en terug via de Zaanstreek, heb ik na 397 kilometer rijden nog steeds 690 kilometer over, onwaarschijnlijk. Op die ene tank haal ik zelfs nu nog ruimschoots een retourtje Amsterdam. De voorzichtig rijdende vertegenwoordiger rijdt met zijn Passat kortom tot 1.300 kilometer in één ruk zonder gedoe met laadkabels of wachtrijen bij Fastned. Dat uithoudingsvermogen zou naast een ouderwets en niet door bonkend batterijgewicht verziekt comfort weleens een krachtig argument voor deze auto kunnen worden.

Klimaatbewuste consumenten

Daarmee wordt een schijnbaar regressief product een interessant dilemma voor klimaatbewuste consumenten. De plug-in-Passats met naar keuze 204 en 272 pk en een elektrische actieradius tot 100 kilometer zullen door hun bpm-voordelen niet of nauwelijks duurder uitvallen dan de testauto. De goedkoopste is er zelfs voor net onder de vijftig mille inclusief stoelmassage – toch nog een beetje luxe voor het volk. Of de hybride prijsknaller efficiënter wordt dan mijn benzine-station is de vraag. Een deel van zijn elektrische verbruikswinst gaat verloren aan de accumassa die de test-Passat niet hoeft te torsen, waardoor zijn motorblokje onverwacht goed blijkt te zijn berekend op het tot haast vijf meter uitgedijde volksvervoer. Hij mag wat sloom op het gaspedaal reageren, het loon voor je geduld is een verbruik tot 1 op 20. Er is meer goed nieuws. Deze station is een echte. Niet per se een Passat. Het ontwerp verbindt de romige lijnen van VW’s elektrische ID-modellen met een door de Peugeot 508 SW geïnspireerd profiel. Op Franse invloed duiden verder on-Duitse foutmeldingen die dreigende taal over een motorstoring en een defect start-stop-systeem even snel laten verschijnen als verdwijnen. Duitse onfeilbaarheid leek bijzaak; de opdracht was voor leasebare tarieven groot en veel te zijn. Gelukt. Een bagageruim van 690 liter en met neergeklapte achterbank een vloer van ruim twee meter heeft in deze klasse bijna niemand. Deze Passat mag fossiel lijken, zelden was ouderwets gemak zo actueel.