Eén bank, twee mannen: dat is genoeg voor het toneelstuk ‘A case for the existence of God’

Dat Bryan en Kevin een fles whisky delen op de bank, af en toe luisterend naar de babyfoon, lag niet in de lijn der verwachting. Kevin heeft twee masterdiploma’s op zak en zijn vader is advocaat; Bryan werkt al zijn hele leven in een fabriek, zijn ouders waren verslaafd en hij heeft het niet breed.

Hun levens én karakters kunnen nauwelijks meer verschillen. Maar Kevin is hypotheekadviseur en Bryan wil een lapje grond kopen, dus op een dag zit de één aan het bureau van de ander.

De mannen raakten aan de praat op de opvang van hun beider dochters. Geleidelijk blijkt dat ze meer delen: ze proberen allebei, tegen de klippen op, goede vaders te zijn en worstelen met dingen die groter zijn dan zij, met instituten als banken of een pleegzorg-instelling.

Bryan heeft maar weinig met het financiële systeem, waarin Kevin gespecialiseerd is. Als hij de zoveelste afwijzing van een bank krijgt, wil hij ze bellen en een foto sturen van hem en zijn dochtertje. „Dat ze zien dat ik gewoon een keurige jongen ben.” Zo werkt het niet, weet Kevin. „Wie jij als mens bent, dat interesseert ze niet. Het gaat hun alleen om de getallen.” Maar ook de hypotheekadviseur worstelt met ‘het systeem’. Hij kan zijn pleegdochter kwijtraken en heeft daar zelf geen enkele invloed op.

A case for the existence of God is een voorstelling zonder opsmuk, waarin de focus helemaal ligt op acteurs Emmanuel Ohene Boafo (die Kevin speelt) en Bram Suijker (Bryan). Daardoor is er ook volle aandacht voor de mooi opgebouwde tekst van toneelschrijver Samuel D. Hunter (eveneens auteur van The Whale, het toneelstuk dat in 2022 succesvol werd verfilmd). In een notendop toont A case for the existence of God de kwetsbare mens, machteloos in het licht van wat groter is dan wij en van het leven dat ons overkomt.

Regisseur Erik Whien heeft voor een bijzonder sobere enscenering gekozen. De spelers zitten bijna de hele voorstelling naast elkaar op een witte balk, midden op het toneel. De scènes, waarin we chronologisch door hun ontmoetingen springen, volgen elkaar rustig op. De acteurs gaan verzitten en plots is de situatie anders: ze verwerken iets heftigs of lachen bulderend. Zo ontstaat een hechte vriendschap, maar wel eentje die bevochten moet worden. Ze zijn geen vanzelfsprekende kameraden; hun verschillen zorgen voor misverstanden en aanvaringen, momenten waarop hun band lijkt te verkruimelen en de afstand onoverbrugbaar wordt. In tijden van maatschappelijke verdeeldheid, zouden we er een voorbeeld aan kunnen nemen, want ondanks de explosieve botsingen wenden de mannen zich nooit echt van elkaar af.

Aan de rand van de speeltuin

Acteur Bram Suijker is adembenemend als de rusteloze Bryan, met zijn denkbeelden die van naïef naar verward of juist filosofisch schommelen. Hij strijkt zenuwachtig door zijn wilde haardos, beweegt ongemakkelijk, kijkt weg en gaat dan weer intens in een gesprek op. Ontroerend is hoe hij blijft geloven dat morgen beter wordt dan vandaag, terwijl weinig in zijn leven daar tot dusver blijk van heeft gegeven.

Lees ook het Cultuurdagboek van Acteur Emmanuel Ohene Boafo: ‘Het voelde goed. Maar kwam het over?’

<strong>Emmanuel Ohene Boafo</strong> speelt Kevin in ‘<em>A Case For the Existence of God</em>’.

Heel anders is Emmanuel Ohene Boafo’s Kevin: hij is de ingetogen denker, die het gesprek snel op financiële protocollen brengt als emoties hem overmannen, maar die ook bevlogen over muziek kan praten. Hij gebruikt woorden die hij moet uitleggen, noemt zichzelf pretentieus, maar wordt nergens onuitstaanbaar. Ook omdat steeds de liefde voor zijn dochtertje doorschemert – iets dat ook bij Bryan het geval is. In een prachtige scène zitten de vrienden aan de rand van een speeltuin, hun dochters op het klimrek. Ze wijzen, lachen, maken foto’s. Even zijn ze gewoon vaders, volmaakt gelukkig, met een toekomst die wel zonnig móet zijn.