Doof of slechthorend? De psycholoog bereidde zich voor op een leven als schoonmaker

Auditieve beperking De krappe arbeidsmarkt biedt doven en slechthorenden meer kans op een baan die past bij hun opleidingsniveau. Maar werkgevers houden koudwatervrees. „Ze vinden het spannend, een dove collega op de werkvloer.”

Sharon Kobayashi-Veerbeek, ze heeft een zintuigelijke beperking, stuurde vijftig sollicitatiebrieven in zes maanden tijd.
Sharon Kobayashi-Veerbeek, ze heeft een zintuigelijke beperking, stuurde vijftig sollicitatiebrieven in zes maanden tijd.

Foto’s Sebiha Oztas

Sharon Kobayashi-Veerbeek (32) is doof. Met een universitair diploma psychologie op zak stond ze zeven jaar geleden te trappelen om aan de slag te gaan. In zes maanden tijd stuurde ze vijftig sollicitatiebrieven, op functies van pedagogisch medewerker en assistent bewindvoerder tot glazenwasser en dozenvouwer. Dat ze, buiten het curriculum van de opleiding, stage had gelopen in een Amerikaans zorgcentrum, tijdens de zomermaanden meehielp met de op- en afbouw van festivals en achter de bar stond van haar studentenhuis, mocht niet baten. Alleen via een uitzendbureau kon ze ergens een dagje poetsen. „Ik bereidde mij erop voor dat ik de rest van mijn leven als schoonmaker zou werken.”

Pas na begeleiding door een detacheringsbureau gespecialiseerd in zintuiglijk beperkten kon ze aan de slag bij PwC Nederland. Bij dit adviesbureau klom ze op van analist naar manager cyber, forensics en privacy.

Het verhaal van Kobayashi-Veerbeek is niet uniek. Nog steeds hebben mensen met een matige tot ernstige auditieve beperking, net als veel andere mensen met een beperking, moeite een baan te vinden die past bij hun opleiding of opleidingsniveau.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) rapporteerde afgelopen zomer dat werkgevers mensen met een arbeidsbeperking wel willen aannemen, maar dat dit niet is terug te zien in personeelsbestanden. Meest genoemde reden: we hebben geen geschikte functie.

Menig bedrijf ziet beren op de weg als het denkt aan iemand met een auditieve beperking, legt Liset Bakker uit. „Veel werkgevers vinden het toch spannend, een dove collega op de werkvloer.” Bakker is directeur HR bij Ctalents, een detacheringsbureau dat zich toelegt op mensen met een zintuiglijke beperking.

Minder spannend

‘We vergaderen veel’; ‘het team staat er niet achter’; ‘er is veel telefonisch contact nodig’; ‘we hebben geen functies op mbo-niveau’ – die argumenten hoort Bakker vaak voorbijkomen. „Er bestaat een beeld dat doven en slechthorenden alleen laagopgeleid zijn. De helft van de werkzoekenden die bij ons staat ingeschreven, heeft een hbo- of wo-opleiding afgerond.”

Toch lijken werkgevers tegenwoordig, in hun eindeloze zoektocht naar personeel, meer open te staan voor een medewerker die doof of slechthorend is. Bakker: „Waar we eerst zelf actief de bedrijven langs moesten, komen ze nu met vacatures naar ons toe. We hebben iedere maand twee bedrijven die met ons kennis willen maken.”

Bert van Lith, coördinator bij re-integratiebureau Werkpad, merkt eveneens meer bereidheid bij werkgevers om personeel met een auditieve beperking aan te nemen. „Met de huidige tekorten weten bedrijven ons sneller te vinden.” Hij erkent dat inwerken van een dove of ernstig slechthorende medewerker meer tijd vergt. „Maar verder kost het een werkgever eigenlijk niets.”

Sharon Kobayashi-Veerbeek

Veel bedrijven werken al met online vergaderprogramma’s die ondertiteling bieden, zoals Teams. Ondersteuning van een tolk of extra begeleiding op het werk van een jobcoach kan een werknemer bij het UWV aanvragen. Zo wordt 15 procent van de contracturen in tolkuren vergoed, wat bij een werkweek van 32 uur neerkomt op een kleine vijf uur per week. Verder zijn er regelingen voor loonkostensubsidie.

Sommige voorzieningen worden niet vergoed. Bakker noemt als voorbeeld een smartwatch waarmee iemand een alarmsignaal kan voelen. En ook geavanceerde spraak-naar-tekstsoftware – zoals SpeakSee, dat een fysiek gesprek direct omzet in tekst – betaalt het UWV niet.

Elma van den Broek, jobcoach bij re-integratiebureau Refrisk, kan niet met zekerheid zeggen dat doven en slechthorenden nu, met een historisch krappe arbeidsmarkt, makkelijker aan een baan komen. „We merken wel dat werkgevers die eerder iemand met een auditieve beperking hebben aangenomen, daar een volgend moment sneller weer voor kiezen. Ze hebben gezien dat het goed werkt en vinden het daarom minder spannend.”

Doof of slechthorend – met alle digitale communicatiemiddelen van nu en hulp van tolken hoeft het in veel banen geen belemmering te zijn. „Wel moeten we kijken of de functie aangepast moet worden”, zegt Bakker. Dat is vaak makkelijk in grote organisaties. „Daar hebben meer mensen dezelfde functie. Telefonisch contact kun je dan bij een collega neerleggen. Kleine organisaties hebben functies waarvan er vaak maar één is. Iemand moet dan alles kunnen wat bij die functie hoort.”


Lees ook: Het kan, een podcast maken zonder geluid

Zenuwachtig

Deze zomer nam Dirk van Gelderen, manager bij een softwarebedrijf, een nieuwe databasebeheerder aan, met een auditieve beperking. „Ik was wel zenuwachtig voor het sollicitatiegesprek, want ik had nog nooit met een doof persoon gesproken. Ik wist helemaal niet hoe dat zou gaan.” Van Gelderen hoefde niet veel aan te passen in de functie. „Een collega schuift aan als de betrokkene een afspraak met een klant heeft op kantoor. Maar de meeste communicatie met klanten en collega’s verloopt via chat, mail of online vergadersoftware. In dat laatste geval wordt de ondertiteling aangezet.” De vraag of hij meer mensen met een auditieve beperking wil aannemen, beantwoordt hij met een volmondig ‘ja’. „Met een goed cv doe ik dat zeker, ik zie daar geen probleem in.”

Werken is voor doven en slechthorenden soms ook makkelijker geworden, nu thuiswerk in veel bedrijven eerder norm dan uitzondering is. Kobayashi-Veerbeek werkte eerst veertig uur op kantoor. Nu werkt ze vier dagen, waarvan twee vanuit huis. Het scheelt haar een hoop rompslomp. „Als een vergadering wordt verschoven, wat toch regelmatig gebeurt, moet ik op kantoor opnieuw een tolk zien te vinden.” Maar veel vergaderingen vinden nu online plaats. „Ik hoef dan alleen de ondertiteling aan te zetten om alles te kunnen volgen.”

Toch kiezen veel doven en slechthorenden nog voor werk in een organisatie waar ze andere doven en slechthorenden treffen of waar veel kennis is over doof- en slechthorendheid.

Liplezen

Elisa Langen-Van Leienhorst (38) is matig tot ernstig slechthorend. Haar gehoorverlies vangt ze zoveel mogelijk op met twee gehoorapparaten, maar zonder liplezen – doven spreken liever van spraakafzien – kan ze een gesprek niet volgen. „Ik denk niet dat ik in het reguliere bedrijfsleven kan werken. Dat lijkt mij heel moeilijk.”

Langen-Van Leienhorst werkt als ambulant begeleider bij Kentalis, een kenniscentrum voor mensen met een zintuiglijke beperking. „Het draagvlak is groot voor doven en slechthorenden in een team. Ik voel mij nooit belemmerd als ik vraag om iets te herhalen of om duidelijker te spreken. Ik vraag mij af of ik dat ook voel in een organisatie waar minder kennis is over doof- of slechthorendheid.”

Ook Kobayashi-Veerbeek vroeg zich aanvankelijk af of het allemaal wel goed zou gaan. „Ik voelde mij heel onzeker. Ik was bang dat ik mijn collega’s tot last zou zijn en wist niet of ik het allemaal wel kon. In die tijd heb ik veel gebruik gemaakt van tolken. Zo hoefde ik mij geen zorgen te maken over of ik iets wel goed zou verstaan en kon ik mij beter concentreren op het werk.”

De werkplek van Sharon Kobayashi-Veerbeek. Ze werkt deels vanuit huis.

Inmiddels voelt ze zich zelfverzekerd genoeg om ook zonder tolk naar klanten te gaan. En een presentatie geven vindt ze nu niet meer of minder spannend dan ieder ander. Wel vindt ze het jammer dat klanten of collega’s het niet altijd aangeven als ze haar, mede door haar dovenaccent, niet begrijpen. „Soms vraag ik na een presentatie of iedereen alles heeft begrepen en dan hoor ik wel eens ‘nee’. Ik moet daarom extra goed opletten of iedereen alles volgt of dat ze doen alsof.”

Het sociale aspect van werk vindt Kobayashi-Veerbeek soms lastig. Collega’s doen hun best haar overal bij te betrekken, maar ze trekt zich vaak terug tijdens de lunchpauze. „Ik kan de gesprekken aan de lunchtafel gewoon niet verstaan.” En het is vaak een verrassing als er opeens een afscheidsborrel is van een collega, want het gesprek bij het koffiezetapparaat heeft ze gemist. „Het is soms wel eenzaam. Dat is de prijs die ik moet betalen.”

Maar, vertelt ze met een lach van oor tot oor: „Deze baan heeft zo’n positieve invloed op mijn leven. Daarvoor neem ik de ongemakken graag voor lief.”

Lees verder…….