DNB waarschuwt: overstappen naar andere rekening zo makkelijk dat het risico vormt voor banken

Dat spaartegoeden dankzij digitaal bankieren door klanten heel makkelijk zijn over te maken naar een andere rekening, vormt een risico voor de stabiliteit van banken. Daarvoor waarschuwt toezichthouder De Nederlandsche Bank in een dinsdag gepubliceerd rapport over haar toezicht op financiële instellingen.

Dankzij digitalisering is het voor consumenten en zakelijke klanten heel makkelijk spaar- en rekeningtarieven te vergelijken met bijvoorbeeld buitenlandse banken. Als een klant vervolgens wil overstappen, hoeft die niet meer langs een bankkantoor om een nieuwe rekening te openen. Tegelijkertijd ziet de financiële waakhond dat klanten niet zo blij zijn over de hoogte van de spaarrente en de kosten voor betaalpakketten – al zijn ze verder best tevreden over hun bank aangaande de app en snelheid van betalingen.

Volgens DNB moeten Nederlandse banken goed nadenken over hoe groot het risico van deze ‘vluchtigheid’ van spaargeld is voor hun bedrijfsvoering en hoe deze risico’s op te vangen. „Nederlanders hebben afgelopen jaren flink gespaard”, lichtte toezichtsdirecteur Steven Maijoor van DNB toe in een persconferentie voorafgaand aan de publicatie van het rapport. „Spaargeld is dan ook een belangrijke bron van financiering voor Nederlandse banken.” Banken zijn door het toegenomen spaartegoed nu voor 20 procent gefinancierd via spaargeld. Dat was in 2008 nog 14 procent.

Banken moeten volgens DNB goed nadenken over hoe groot de kans is dat hun klanten overstappen. Zo zijn zakelijke klanten, met vaak hogere bedragen op hun rekening, hier meer toe geneigd dan particuliere klanten. Ook zijn consumenten met bedragen onder de grens van 100.000 euro, waarmee hun spaargeld onder het depositogarantiestelsel valt, minder geneigd van bank te wisselen.

Daarnaast moeten banken maatregelen nemen om de vluchtigheid van de spaartegoeden wat af te remmen. Een optie is volgens Maijoor om bijvoorbeeld mensen te verleiden hun geld wat langer vast te zetten, door wat meer rente te geven op dit soort langetermijndeposito’s dan op een reguliere spaarrekening, waarbij klanten vrijelijk over hun geld kunnen beschikken.

Honkvast

Tot nu zijn klanten van de Nederlandse banken overigens behoorlijk honkvast. Afgelopen drie jaar opende 10 procent van de Nederlanders een rekening bij een andere bank – de meesten van hen vanwege een hogere rente. Medio dit jaar hadden huishoudens 580 miljard euro op hun Nederlandse betaal- en spaarrekeningen staan. Het bedrag aan spaartegoeden bij banken in de rest van de eurozone bedroeg nog geen 10 miljard euro.

Lees ook Waarom merkt de spaarder zo weinig van de hogere rentestand?

Minister van Financiën Sigrid Kaag liet zich deze week kritisch uit over het feit dat banken de spaarrente nauwelijks verhogen maar wel eigen aandelen opkopen.

Mede aanleiding voor de waarschuwing van DNB is de bankenstress van afgelopen voorjaar in Zwitserland en de Verenigde Staten. Bij Credit Suisse in Zwitserland werd, naar aanleiding van aanhoudende schandalen, per dag 10 miljard Zwitserse frank (10 miljard euro) aan spaargeld weggehaald. De bank werd uiteindelijk gered door het eveneens Zwitserse UBS. In de VS vielen meerdere regionale banken om, omdat klanten hun geld daar massaal weghaalden nadat bekend was geworden dat deze banken door de gestegen rente in de problemen waren gekomen.

Volgens DNB heeft deze bankenonrust de noodzaak onderstreept van „adequaat” risicobeheer en goed toezicht – zowel binnen als buiten de bank. Maijoor benadrukte tijdens de persbijeenkomst dat de situatie in de eurozone heel anders is, aangezien banken hier allemaal onder een strenger toezichtsregime vallen en anders dan de Amerikaanse banken aan renterisicostresstests worden onderworpen. „Voor ons is dit vooral een lokale schok geweest. Tegelijkertijd moeten we ervan leren.”

DNB gaat in het toezichtrapport ook in op de discussie over de hoogte van de spaarrentes. De kritiek is dat banken de hogere rentes die zij kunnen krijgen bij het uitzetten van nieuwe leningen te langzaam doorgeven aan klanten waardoor zij zelf veel winst maken. Volgens Maijoor is het echter zo dat de Nederlandse banken tot de voorhoede horen in Europa wat betreft het verhogen van de rentes. „Een bank is een commerciële instelling. De winst die de bank maakt, is een eerste buffer bij tegenslagen.”

Hij wijst er verder op dat Nederlandse banken relatief veel langdurige leningen hebben uitstaan, zoals hypotheken. De rentes op veel van die hypotheken staat vast op een heel laag niveau. Dat moet een bank meewegen in het rentebeleid, legde Maijoor uit. Als een bank namelijk de spaarrente verhoogt, zou dat per direct voor iedereen gelden. Dat zou de winst van de banken weer onder druk zetten.