Dit restaurant in een oud brugwachtershuisje in Delfshaven heeft maar één tafel

Reportage

Zwervend restaurant Het kleinste restaurant van Rotterdam is er maar even, en zit op een bijzondere plek: in het brugwachtershuisje van de Lage Erfbrug. In de keuken is het zo krap, dat er zelfs geen plek is voor een grote watermeloen.

Het brugwachtershuisje uit 1925 bij de Lage Erfbrug in Delshaven.
Het brugwachtershuisje uit 1925 bij de Lage Erfbrug in Delshaven.

Foto Pepijn Kouwenberg

Als pop-up-veteraan is Mischa Oudewater wel wat gekke plekken gewend. Sinds hij en zijn partner Miranda Steenhouwer hun zwervende Asian BBQ restaurant begonnen, streken ze onder andere neer in een kelder, een tent, een verlaten fabriekshal en in de tuin van een kerk, naast het zwembad.

Maar dat hij op een regenachtige vrijdagavond op de stoep van de Lage Erfbrug onder een parapluutje kokosbriketten staat aan te maken, is zelfs voor Oudewater een nieuwe ervaring. Als de kooltjes eenmaal lekker gloeien brengt hij ze naar binnen, het brugwachtershuisje in. Want dat is de nieuwe tijdelijke locatie van de Asian BBQ, tevens het kleinste restaurant van Rotterdam.

Op krap 25 vierkante meter is er plaats voor een keukentje, toilet, garderobe en één tafel. Steenhouwer past net in het keukentje, ingeklemd tussen koeling, een klein werkblad en een kookplaatje. De krappe ruimte beïnvloedt het menu. De watermeloenshake staat vandaag bijvoorbeeld niet op de kaart. „In de winkel hadden ze alleen hele grote, en zo’n joekel past gewoon niet in deze keuken.”

Wat er wel elke dag is: de moo kata, een Thaise tafelbarbecue waaraan je samen met vrienden kunt grillen. Het is een combinatie van Koreaanse bbq (een tafelgrill) en een Chinese hotpot (fondue).

Rondom de grill loopt een soort slotgracht gevuld met bouillon, waar Oudewater dunne noedels, paksoi en Chinese kool in doet. Ook roert hij een rauw eitje door de bouillon.

De ene tafel, met plek voor maximaal tien gasten, die de Asian BBQutie rijk is.
Foto Pepijn Kouwenberg

Dat soepje wordt steeds lekkerder, want elk stukje vlees of vis geeft sappen af die vervolgens in de bouillon glijden. Dat kunnen de uit Peru afkomstige Jessica en de Pool Chris beamen. Ze wonen in de buurt en hadden de bbq gespot. Terwijl hun dochtertje Anna tevreden aan een mangoshake lurkt, leggen Jessica en Chris plakjes gemarineerd vlees op de grill. „Grill en hotpot ineen, een echte win-win”, knikt Chris tevreden.

Even later schuiven Janna, Romy en Eva aan bij de ene tafel, met plek voor maximaal tien gasten, die Asian BBQutie rijk is: een door Steenhouwer en Oudewater uitgebouwde houten kabelhaspel. Janna woont hier om de hoek en had de eigenaren zien opbouwen. Kleurige vliegers, een plastic mini-gekko en andere parafernalia geven het gemeentelijk monument een Thais tintje.

De slinger gekleurde kerstboomlichtjes krijgt af en toe gezelschap van een blauw zwaailicht, als er een politieauto voorbij raast. „Wist je dat het huisje kogelwerend glas heeft? Dat is nog uit de tijd van toen het hier echt het ‘Wilde Westen’ was”, vertelt Steenhouwer.

Semi-illegale avonden

De geschiedenis van het zwervende Asian BBQ vertelt ook iets over het verleden van de stad. Die gaat van semi-illegale avonden in kelders of leegstaande fabrieken via leegstandsbeheer, naar pop-ups in bestaande horecalocaties en herbestemming. Zo zit in die lege fabriekshal op Zuid nu een hip architectenbureau.

Steenhouwer en Oudewater poppen sinds 2008 up met hun zwervende restaurant. In het begin gebeurde dat onder de radar. „Een uur van tevoren kregen mensen de locatie pas door. De grote schuifdeur van het pand ging maar een haf uur open. Daarna was er aan de buitenkant niets meer te zien, want alles moest stiekem.”

De gezelligheid schrikt foute types af

Mischa Oudewater mede-eigenaar van de Asian BBQ

Op een gegeven moment kwam de politie er toch achter „en werd dat lastiger”, herinnert Steenhouwer zich. „We waren met een ploeg aan het opbouwen en er kwam een ambtenaar binnen, op zoek naar ons. Mischa en ik verstopten ons achter een krant, terwijl iemand anders die man aan de praat hield. We hadden als smoes dat we een klucht gingen opvoeren. ‘Het maakt me niet uit hoe je het noemt, maar dit gaan we niet doen’, zei de ambtenaar. Het was duidelijk dat we op die manier niet meer verder konden.” Ze gingen in gesprek met de gemeente over hoe het wel mocht. Oudewater: „Daar is de tijdelijke horecavergunning uit ontstaan, daar zijn we best wel trots op.”

Maar van die vergunning hebben ze nooit gebruik gemaakt, omdat je daarmee nooit mag terugkeren op dezelfde plek, vertelt Steenhouwer. „Dat doen wij wel regelmatig. We worden door woningbouwverenigingen juist teruggevraagd, omdat onze aanwezigheid criminele activiteiten tegengaat.” Oudewater: „De gezelligheid schrikt foute types af.”

Gestegen huurprijzen

Dit jaar zou het wel eens lastig kunnen worden om een plekje te vinden, vanwege de flink gestegen huurprijzen, wisten ze. Gelukkig kwam er met het brugwachtershuisje aan de Lage Erfbrug een buitenkans voorbij.

Het in 1925 gebouwde huisje stond leeg sinds de brug in 2008 ingrijpend werd gerenoveerd. Aan de overkant van de straat verscheen een nieuwe werkplek voor de brugwachters. Ook elders in de stad komen brugwachtershuisjes leeg te staan, doordat bruggen steeds vaker op afstand bediend worden.

Dat er in dit huisje weer bedrijvigheid heerst, is te danken aan de Stichting Brugwachtershuisjes. In samenwerking met gemeenten zoekt de stichting naar lokale partijen die iets toe kunnen voegen aan de vrijgekomen huisjes in het hele land.

„Dat is een tijdrovend en complex proces”, zegt Marjan van Gerwen van de stichting. „Met dit huisje is het in 2012 allemaal begonnen.” Samen met Delfshaven Coöperatie gingen ze zoeken: wat voegt iets toe aan de plek? Uiteindelijk kozen ze voor Lydia Costa van Lil Delfshaven. Na een verbouwing maakte zij er in 2019 een koffie- en stroopwafelzaak van waar ook lokale producten te koop waren. „Nu is dat de Asian BBQ en over een tijdje gaan we weer op zoek naar een nieuwe huurder.”

Dat er in dit huisje weer bedrijvigheid is, komt door de Stichting Brugwachtershuisjes.
Foto Pepijn Kouwenberg

Op dit moment staan er in Rotterdam zo’n twintig huisjes leeg. „Mensen met ideeën voor de huisjes zijn er genoeg”, weet Van Gerwen. „Veel mensen willen er in wonen, maar dat is niet aan de orde. We kijken echt naar de relatie tot de plek, en uiteindelijk bepalen gemeenten of provincies wat er in komt. Je moet er de tijd voor nemen, alleen dan wordt het huisje iets extra’s voor de buurt.”

Een bestemming als atelier of expositieruimte ligt meer voor de hand. Of een buurtbibliotheek. In andere steden zijn brugwachtershuisjes omgetoverd tot plantenbieb, kapsalon of hotelkamer, vertelt Van Gerwen. In Rotterdam zijn er herbestemmingen gevonden voor de Stokvisbrug om de hoek bij de Meent, waar een kledingwinkel in zit, en het huisje bij de Zaagmolenbrug, dat in gebruik is door kunstenaars.

Het is maatwerk, want elk huisje is anders. „Soms is er geen aansluiting op het riool, of staat het nog vol met apparatuur. Vaak bevindt de toegangsdeur zich tussen de slagbomen, en dat geeft gevaarlijke situaties als de brug open gaat.” In Delfshaven is dat opgelost door de deur te verplaatsen.

Moo kata-schoorsteen

Ook al zitten ze er niet in voor het geld, van alleen twee shifts van maximaal tien personen per avond kan de moo kata-schoorsteen niet roken. Daarom verzorgen Mischa Oudewater en Miranda Steenhouwer ook cateringen en doen ze gastpop-ups in andere horecazaken.

Op de stoep voor de toegangsdeur stookt Oudewater de briketten nog tot half december op. Daarna vertrekt het stel weer naar Thailand, waar ze de helft van het jaar wonen. Wat er daarna in het huisje komt, is nog niet bekend.

Lees verder…….