Dichterbij na de dood

Uitvaart Een dierbare die begraven is, alsnog laten cremeren: het kan een troost zijn voor nabestaanden. „Het is fijn dat mijn vader en zus weer thuis zijn.”



Illustratie Frann de Bruin

In de vijfentwintig jaar na het overlijden van haar vader bezocht Caroll Sieders zijn graf steeds minder vaak. Soms kreeg ze bij het naderen van de begraafplaats al een vervelend gevoel, ze associeerde de plek niet met hem. Ze hield de herinnering vooral thuis levend, als ze met haar moeder of broer over haar vader sprak.

Haar moeder bezocht het graf elke week. Het was een belangrijk ritueel, zeker nadat ook Sieders’ zus was overleden. Maar toen ze ouder en slechter ter been werd, ging het ook haar moeder tegenstaan. Zeker bij slecht weer in herfst en winter.

Toen Caroll Sieders en haar moeder van een uitvaartondernemer hoorden dat het mogelijk zou zijn om hun vader en zus te laten opgraven en alsnog te cremeren, waren ze er snel uit. Want de vader en de dochter hadden de keuze voor begraven of cremeren destijds aan het gezin overgelaten. De verandering voelde goed.

„Het klinkt vreemd”, zegt Sieders (50) nu, „maar toen ik met mijn broer bij de opgraving van mijn vader was, heb ik nog een van de schoenen die hij aanhad vastgehouden, en mijn broer zijn schedel.” Het voelde alsof ze weer even dicht bij haar vader was, die stierf toen zij achttien was.

Nu staan er twee urnen in de woonkamer van haar moeder. Met ernaast foto’s en bloemetjes. Een deel van de as is verwerkt in een kunstwerk in de tuin. Haar moeder is blij met de beslissing tot crematie, en dat te zien geeft „een goed gevoel”, zegt Sieders. „Het is fijn dat mijn vader en zus weer thuis zijn.”

Geliefden of naasten na een begrafenis alsnog cremeren is een keuze die nabestaanden sinds enkele decennia, maar vooral de laatste tien jaar, vaker maken. Soms uit gemak – een graf moet immers verzorgd worden – maar vaker omdat de nabestaanden hun geliefde dicht bij zich willen hebben. En soms wil iemand na zijn overlijden met de as van een eerder begraven partner bijgezet worden in een urn.

Gespecialiseerde bedrijven

Het bedrijf van Steven van Turenhout, GT Begraafplaatstechniek in Breda, is gespecialiseerd in de technische kant van de begraafplaats: van graafwerk tot grafmonumenten. Twintig jaar geleden maakte hij voor het eerst een opgraving met herbestemming mee, inmiddels doet Van Turenhout, tevens voorzitter van de Branchevereniging Ondernemers Begraafplaatsbeheer, er elk jaar zo’n 150 tot 250. „Dat kan gaan om bijzetten in een familiegraf, verplaatsing naar een ander kerkhof of een natuurbegraafplaats, maar het grootste deel is voor crematie.”

In Nederland zijn een kleine tien bedrijven gespecialiseerd in het onderhouden van graven en zijn er tientallen aannemers die het werk ‘erbij doen’. Exacte cijfers zijn er niet, maar een kleine rondgang geeft een beeld. Zo waren in 2021 bij ruim twintig crematoria van uitvaartverzorger Dela, van de ongeveer 120 crematoria in Nederland, 168 crematies van mensen die eerder begraven waren. Tot en met juli van dit jaar waren dat er 87. De exacte reden voor opgraving kan niet worden nagegaan, wel weet Dela dat er bij 29 van de afgelopen 255 crematies een kort afscheid was.

Piëtas BV in Kaatsheuvel is een van de bedrijven die opgravingen met herbestemming doen. Gemiddeld vier tot zes keer per week, zegt eigenaar Gerrit Verhagen. Hij regelt het door de burgemeester af te geven ‘verlof tot opgraving’, doet de opgraving, plaatst de lichamelijke resten in een kist en maakt afspraken met het crematorium. Alles op een respectvolle manier. „Als de regels het toelaten mogen de nabestaanden bij de opgraving zijn, of ik maak foto’s als ze daarom vragen.”

Het bedrag voor een opgraving verschilt per gemeente. Verhagen: „Voor het hele proces – van vergunning tot opgraving, de kist, het vervoer, de technische crematie, zonder dienst, en urn – zou iemand tussen de 2.000 en 2.500 euro kwijt moeten zijn.”

De specialisten werken door het hele land, maar Verhagen komt vooral in de steden en in de geseculariseerde en voormalig katholieke regio’s. „In de Biblebelt wordt bijvoorbeeld nog hoofdzakelijk begraven.”

Persoonlijker karakter

In Nederland mogen overleden mensen pas na tien jaar ‘grafrust’ opgegraven worden, zo staat het in de Wet op de lijkbezorging. „Wie dat eerder wil doen, moet een goede reden hebben.” Verhagen heeft nog maar weinig verzoeken daartoe gehonoreerd zien worden. Meestal horen mensen pas na twintig jaar van de mogelijkheid tot crematie, als de grafrechten zijn verlopen en ze moeten beslissen over verlengen.

Die onbekendheid komt ook door het onderwerp, denkt uitvaartondernemer Marie-José Peters Boerman uit Groesbeek. Je moet er ook van andere mensen over horen. „Zo’n opgraving is niet iets waarover mensen op verjaardagsfeestjes spreken. Het is een wat onbekender fenomeen.” Peters Boerman werkte jarenlang voor een grote uitvaartverzorger en hoorde daar van de mogelijkheid tot opgraven met herbestemming.

Dat van die optie nu vaker gebruik wordt gemaakt, past volgens Roel Stapper, vicevoorzitter van de Landelijke Vereniging voor Crematoria, in een al langer zichtbare ontwikkeling: rouwen en afscheid nemen hebben een veel persoonlijker karakter gekregen. „Vroeger werd iemand begraven in een net graf, veel andere opties waren er niet. Nu zijn de graven kleurrijker en anders van vorm. En mensen kunnen de urn laten begraven, thuis houden of uitstrooien.”

Opgraven en cremeren is volgens hem ook „een niet meer dan logisch gevolg” van het gegeven dat cremeren de afgelopen veertig jaar is opgekomen. In 2021 liet 67 procent van de overledenen in Nederland zich cremeren. Eveneens speelt een rol dat nabestaanden rond het overlijden van een dierbare meer zélf willen en mogen doen. „Dan moet je denken aan de overledene verzorgen, de kist dragen, de kist in een eigen auto vervoeren of de uitvaart op een persoonlijke locatie houden.”

Dat mensen hun geliefden alsnog laten cremeren, merkt ook Daniela Glandrup-van Dijk. Ze is edelsmid en in haar atelier ‘Ik draag je bij me’ in Winterswijk maakt ze herinneringssieraden: een ring met daarin de as van een overledene, een ketting met een haarlok of juwelen met daarin gegraveerde vingerafdrukken. „Ik merk steeds vaker dat mensen hun dierbare dicht bij zich willen hebben.”

Toegevoegde waarde

Zo maakte ze een sieraad voor een moeder die haar zoon zestien jaar eerder was verloren en had laten begraven. Door een verhuizing lag het graf ver van haar nieuwe woonplaats. Zij liet haar zoon opgraven en alsnog cremeren. Glandrup-van Dijk verwerkte de as in een ketting die de moeder ooit van haar kinderen had gekregen.

Zij krijgt meer verzoeken voor sieraden ter herinnering aan overledenen die alsnog worden gecremeerd. „De grafrechten verlopen en dan komt familie informeren.” Een herinneringssieraad is niet zomaar een ding, zegt ze. „Het is geen impulsieve beslissing, ik adviseer altijd er de tijd voor te nemen.” Vaak komen mensen meerdere keren naar Winterswijk, of maken er een weekendje van met de familie.

Uiteindelijk is het laten opgraven en cremeren een uiterst persoonlijke keuze, zegt uitvaartleider Marie-José Peters Boerman. Soms brengt ze de optie ter sprake als ze denkt dat het mensen helpt bij de rouwverwerking. „Het moet toegevoegde waarde hebben, bijvoorbeeld om een traumatisch voorval te verwerken, of omdat een weduwnaar graag gecremeerd wil worden met zijn eerder begraven partner.”

Zo verzorgde Peters Boerman onlangs in Nijmegen de uitvaart van een 78-jarige vrouw. Die wilde gecremeerd worden met haar 38 jaar eerder verongelukte dochtertje. Het meisje was destijds 13 jaar, de vrouw te aangeslagen om de begrafenis bij te wonen. Het overlijden drukte op de familiedynamiek, een goed afscheid was er nooit geweest. Toen de vrouw overleed, regelde Peters Boerman binnen enkele dagen de vergunning voor opgraving. Een steenhouwer verwijderde de grafsteen, een delver groef en hij plaatste de lichamelijke resten van het meisje in een grafkist. Op de dag van de uitvaart stopte de rouwauto kort bij de begraafplaats voor een laatste groet – de plek was belangrijk geworden voor de familie – en ging vervolgens door naar het uitvaartcentrum. Daar, in de aula, was het hele gezin na 38 jaar weer even samen.

Lees verder…….