De waterballonvuller is vooral technisch vernuft, geen creatieve keuze

De zaak

Op een kinderfeestje op een warme dag mag een waterballonnengevecht niet ontbreken. Zoiets moet Tinnus, een Amerikaanse producent van waterballonvullers, hebben gedacht. En dan is het prettig als je een handig apparaat hebt dat meer ballonnen tegelijk vult en die ook nog dichtmaakt. Zo is de Bunch-O-Balloons ontstaan.

Maar blijkbaar hebben meer speelgoedproducenten het geklungel met meer waterballonnen gezien als mooie kans. Ook in Nederland is een producent van waterballonvullers gevestigd.

Tinnus heeft een Europees octrooi op zijn waterballonvuller en diverse modellen daarvan laten registreren bij het Bureau voor intellectuele eigendom van de EU (EUIPO). De Amerikanen laten daarom de Nederlandse producent weten dat die inbreuk maakt op hun auteurs- en modellenrecht en op hun octrooirecht. In 2017 laat Tinnus de douane in Rotterdam beslag leggen op een lading van 100.000 waterballonvullers van de Nederlandse fabrikant.

Die heeft op zijn beurt, samen met nog een partij, bij het EUIPO aangeklopt om er de registratie van zes modellen door Tinnus nietig te laten verklaren. Bij één model is dat gelukt tot en met de laatste bezwaarmogelijkheid. De andere vijf heeft het EU-agentschap nietig verklaard en zijn bezwaren tegen die uitspraak door de Kamer van Beroep verworpen. De daaropvolgende bezwaarprocedure, bij het Gerecht, loopt nog.

De twee vechten hun strijd al jaren uit voor de Nederlandse rechter. Nu heeft ook de Hoge Raad zich in meerdere procedures over de waterballonvullers gebogen.

De uitspraak:
auteursrecht geldt niet

Bij de jongste uitspraak van de Hoge Raad draait het om de vraag of de Amerikaanse waterballonvuller auteursrechtelijk beschermd is. Daarvoor is het van belang of de gemaakte keuzes creatief zijn of vooral een technisch effect dienen. Tinnus zegt een creatieve keuze te hebben gemaakt. Dat de 35 slangetjes – allemaal even lang en strak gebundeld in de zogeheten connector – dezelfde kleur hebben als die connector en de ballonnen, is een creatieve keuze: het geheel oogt als een bloemenboeket.

Het gerechtshof oordeelde al dat de keus voor effen, primaire kleuren zo banaal en triviaal is dat er geen creativiteit in te zien is. En de keuze voor even lange slangetjes, van een stijf materiaal gemaakt, is vooral technisch bepaald – zo blijkt ook uit het octrooi. Daarom is de Bunch-O-Balloons niet auteursrechtelijk beschermd.

Ook op het vlak van modelrecht vangt Tinnus bot tot en met de Hoge Raad, al zijn nog niet alle registraties definitief nietig verklaard. De Nederlandse concurrent maakt er in ieder geval geen inbreuk op. Zo is diens connector in verhouding tot de rest van de vuller veel groter dan de connector van de Bunch-O-Balloons.

Min of meer gelijktijdig liep een zaak waarbij Tinnus de Nederlandse producent beschuldigt van inbreuk op het octrooirecht. Ook hierin is tot aan de Hoge Raad geprocedeerd, en het oordeel is dat de beschermingsomvang van het Europese octrooi niet ver genoeg reikt om te kunnen spreken van inbreuk door de Nederlandse partij. Belangrijke overweging is dat de behuizing van de Nederlandse waterballonvuller niet „een meervoudig aantal gaten” aan de ‘ballonnenvulkant’ heeft, waar dat wel expliciet beschreven is in het ‘Amerikaanse’ octrooi: „comprising an opening at a first end (A) and a plurality of holes (26) at a second end (B)”. Aan die ‘tweede’ kant zitten bij het Nederlandse ontwerp wel de buisjes om de ballonnen te vullen, maar niet een ‘veelvoud aan gaten’.

De Nederlandse partij krijgt haar 100.000 waterballonvullers uit de Rotterdamse haven alsnog.

Het commentaar

„Aaah, daar heb je de waterballonvullers weer”, reageert advocaat Anne Bekema van AC&R in Amsterdam. Voor juristen die zich met intellectuele eigendom bezighouden, is Tinnus een oude bekende. „Er lopen zóveel procedures.”

Ze vermoedt dat het een bewuste strategie is om concurrenten buitenspel te zetten. En een effectieve ook. Want ook al krijgen de Amerikanen steeds geen gelijk, je moet als concurrent die voor de rechter is gedaagd toch lef hebben je waterballonvullers te blijven verkopen als de procedure nog loopt. „Krijg je ongelijk, dan zit je met enorme kosten en schade. Je moet wel heel zeker van je zaak zijn wil je intussen gewoon doorgaan met de verkoop. De uitkomst is vaak heel onzeker.”

Ook nu Tinnus keer op keer ongelijk heeft gekregen? „Al lijkt het kansloos, de onzekerheid blijft bestaan. Van een collega-advocaat die zo’n concurrent bijstond, hoorde ik ook dat de cliënt toch maar eieren voor zijn geld koos.”

Bekema vraagt zich wel af hoeveel je kunt verdienen met waterballonvullers, want Tinnus wordt wel steeds veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de tegenpartij. „Blijkbaar is het financiële belang van Tinnus bij de waterballonvullers dusdanig groot dat het uit kan.”

En dat procederen gebeurt dus op alle mogelijke vlakken van de intellectuele eigendom. „Eigenlijk snijdt Tinnus zich daar nu ook wel mee in de vingers. Doordat in het octrooi heel precies de technische keuzes zijn beschreven, is het lastig om binnen het auteursrecht vervolgens te verdedigen dat het creatieve keuzes waren.”

Tinnus heeft wel een Europees octrooi, maar van inbreuk is geen sprake omdat de beschermingsomvang daarvan beperkt is gebleken. „Vaak wordt pas in een geschil duidelijk hoe groot die beschermingsomvang van je octrooi is.”