De vrolijke spotprenten van Jantje waren een tegengif tegen de Hollandse fatsoensrakkerij

Recensie


Boeken

Biografie Als spotprentenmaker Jantje was de joods-Amsterdamse kunstenaar Felix Hess (1878-1943) een bekende Nederlander. Een mooi boek brengt hem opnieuw tot leven.

Jantjes oplossing voor de toenemende verkeersdrukte in Amsterdam: ondergrondse autowegen. ‘Groene Amsterdammer’ 9 mei 1931.
Jantjes oplossing voor de toenemende verkeersdrukte in Amsterdam: ondergrondse autowegen. ‘Groene Amsterdammer’ 9 mei 1931.

Beeld Amphora Books

Vrouwen wordt de rok gemeten („Te kort!”), een agent verbiedt een stelletje in de duinen te liggen („Liggen is verboden.”), overal aan het strand staan bordjes zoals ‘Pootjes baden verboden’, en ‘Muziek maken verboden.’ De ‘Volksbond tegen Vroolijkheid’ biedt ‘Alle soorten water’ als drankjes te koop aan (geen alcohol en tabak). En in zee moeten jongens en meisjes gescheiden in kuise badpakken zwemmen. Zie daar het ‘Strandvermaak in de Hollandsche Tuchtbadplaats’ zoals de tekenaar Jantje die in pseudo-kinderlijke stijl tekende in zijn spotprent in De Groene Amsterdammer uit 1926. Hij hekelde daarin de fatsoensrakkerij van organisaties als de Tucht-Unie en Voor Eer en Deugd, die een eeuw geleden in Nederland droomden van een zedenpolitie zoals ze die nu in Iran hebben.

Het is nog steeds een plezier die tekening en meer van Jantjes spotprenten vol rake en absurde details (de rokkenmeter in priesterkleed heeft een varkenskop) te bekijken. Omdat de maker in die quasi-kinderlijke, levendige tekenstijl zijn satirische topvorm gevonden had. Jantje was voor de oorlog een begrip – een bekende Nederlander.

Het was het pseudoniem van de Amsterdamse kunstenaar Felix Hess (1878-1943), die zo’n twintig jaar in die vileine kinderstijl spotprenten voor De Groene tekende, alsof ze door een kwajongen getekend waren. Die tekeningen uit zijn rubriek ‘Uit Jantjes kladschrift’ waren zeer populair – ook al omdat ze minder zwaarwichtig en ernstig waren dan de doorsnee ‘ernstige’ politieke spotprenten, die in realistische stijl in zwart-witprenten serieuze misstanden aan de kaak stelden.

Artistieke redding

Dat er in Nederland ook zo’n lichtere, anarchistische spotprenttraditie was, toen al, is uit Nederlands collectief geheugen verdwenen. Later is die traditie voortgezet door Volkskrant-cartoonist Opland en recent door Pieter Geenen die voor Trouw lichtvoetige Anton Dingeman-spot-strips maakte. Maar Felix Hess was in feite de eerste Nederlandse krantenstripmaker (in 1916 verscheen zijn eerste Jantje-spotstrip in De Groene) en dat is praktisch onbekend.

„Hess is uit ons collectieve geheugen gewist, zoals zovele joodse kunstenaars die in de oorlog zijn vermoord. Met hun leven werd hun kunstenaarschap en veelal ook hun werk vernietigd”, staat in het pas verschenen boek De wereld van Jantje. Felix Hess, schilder tekenaar 1878-1943. Auteur Sytze van der Veen hoopt dat met dit boek de kunstenaar Hess „weer enigszins een gezicht en een naam krijgt”.

Ondanks dat er weinig persoonlijke documenten en schilderijen van Hess meer zijn, lukt dat wonderwel. Van der Veen gebruikt de nog wel aanwezige Jantje-strips als leidraad. Jantje was Hess’ financiële en artistieke redding als kunstenaar; zijn schilderijen, in bruine Haagse School-stijl waren niet erg gewild. Hij was als Jantje op zijn best als hij geheelonthouders en fatsoensrakkers op de korrel nam. Zijn tekeningen leveren een levendig tijdsbeeld op („Een autotunnel onder het ongedempte Rokin!”). Toen eind jaren dertig Jantje’s succes begon te tanen, ging Hess meer illustreren, onder meer de boeken van zijn vrouw, schrijfster Eliza Binger en de Bram Vingerling-jeugdboeken van Leonard Roggeveen.

Felix Hess was dertig jaar gewaardeerd lid geweest van de Amsterdamse kunstenaarsvereniging Arti et Amicitiae (‘voor de kunst en de vriendschap’). Maar in 1941 ontving hij een briefje dat hij als jood uit de vereniging werd gezet, zoals de Duitse bezetter wenste, met veertien andere joodse Arti-leden. Twaalf van hen, onder wie Hess, die in 1943 met zijn vrouw in Sobibor werd vermoord, overleefden de oorlog niet. Van der Veens boek, een eerbewijs aan Felix Hess, sluit aan bij het onderzoeksproject dat Arti is gestart naar haar foute oorlogsverleden. Een expositie in september ging in op het gebrek aan naoorlogse reflectie op de Duitsvriendelijke houding van de arisch gezuiverde kunstenaarsvereniging. Om de toen uitgestoten leden te eren, zijn op de Arti-website nu hun biografieën verschenen. Het nieuwe boek over Jantje en Felix Hess werd onlangs ook in Arti gepresenteerd.

Lees verder…….