De Tunesiërs stemmen met hun voeten: ‘Iedereen wil weg’

Reportage

Referendum grondwet De Tunesiërs spreken zich maandag uit over een nieuwe grondwet die de deur opent voor een nieuwe dictatuur. Het aanvankelijk enthousiasme over de machtsgreep van president Kais Saied is bekoeld.

De politie zette vrijdag traangas in tegen demonstranten in Tunis, die betogen tegen de president en de concept- grondwet.
De politie zette vrijdag traangas in tegen demonstranten in Tunis, die betogen tegen de president en de concept- grondwet.

Foto’s Fethi Belaid/ AFP, Zoubeir Souissi/Reuters

Op vrijdagavond verzamelen zich enkele tientallen mensen op de Avenue Bourguiba, de hoofdstraat van Tunis. Zij roepen slogans voor de democratie en tegen het referendum waarmee zittend president Kais Saied maandag 25 juli zijn machtsgreep van precies een jaar geleden wil legitimeren. De betoging heeft zich amper in beweging gezet of de politie zet traangas in en haalt de knuppels te voorschijn. Betogers worden tegen de grond gewerkt; een aantal wordt gearresteerd.

Het tafereel zegt alles over de situatie waarin Tunesië zich bevindt, een goed decennium na de revolutie die in 2011 dictator Zine El-Abidine Ben Ali verdreef, en de hele Arabische wereld in brand zette. De toen zo gehate politie is helemaal terug, maar tegelijk verraadt de lage opkomst dat er maar weinig animo is onder de Tunesiërs om hun ooit zo duur bevochten democratie op straat te verdedigen.

Toen president Saied, 64, op 25 juli vorig jaar het parlement ontbond en de macht naar zich toetrok, waren de Tunesiërs eerst in de wolken. Het immer kibbelende parlement was een symbool geworden voor de impasse waarin het land was beland. En veel Tunesiërs waren ook blij dat Saied met zijn machtsgreep de gehate islamitische partij Ennahdha buiten spel had gezet. Wie het woord ‘coup’ in de mond nam, of de vergelijking maakte met Egypte, waar zich in 2013 een gelijkaardig scenario voltrok, had er niets van begrepen.

‘Goede zaak’

Karim Ben Abdallah, een 46-jarige webentrepreneur, vindt de machtsgreep van Saied nog altijd een goede zaak. „Ik ga maandag fier stemmen,” zegt Ben Abdallah op een caféterras in Carthage, een buitenwijk van Tunis nabij de zee waar veel Tunesiërs dezer dagen verlichting zoeken van de verzengende hitte. „Alles is beter dan een terugkeer naar de zoo die het parlement was geworden”, zegt Ben Abdallah.

Zijn vrouw Nesreen, 38, met wie Ben Abdallah een IT-bedrijfje runt, vindt er hetzelfde van. „Het parlement maakte mij beschaamd over mijn land”, zegt zij, terwijl hun vierjarige dochter Julia haar eerste danspasjes zet. „Sinds de machtsgreep van Saied heb ik het gevoel dat er opnieuw een staat is in Tunesië.”

Dat uitgerekend Ben Abdallah gaat stemmen is best gek te noemen. Want hij was een blogger in 2011, een revolutionair van het eerste uur. Het is dan ook niet uit liefde voor Saied of zijn grondwet dat hij meedoet, zegt hij.

„Ik heb niks met Saied; ik heb niet voor hem gestemd in 2019. Ik zie zijn machtsgreep als een noodzakelijke correctie, een reset. Voor mij is de vijand de corruptie en de partijen die die in de hand hebben gewerkt. Daar hoort ook Ennahdha bij.”

En als het straks echt helemaal fout gaat onder Saied? „Dan gaan de Tunesiërs opnieuw de straat op”, zegt Ben Abdallah. „Ik heb mijn hele leven op de barricades gestaan tegen onrecht, dat gaat onder Saied niet anders zijn.”

‘Politiek heeft gefaald’

Feit is dat van het enthousiasme over Saieds machtsgreep een jaar later weinig is overgebleven. Wie had gehoopt dat Saied doortastende maatregelen zou nemen om de economie uit het slop te halen, kwam bedrogen uit. De Tunesische economie staat er slechter voor dan ooit tevoren. Het land heeft zijn hoop gevestigd op een lening van het IMF, in ruil waarvoor het wel de publieke sector moet afslanken, en de subsidies voor voedsel en brandstof moet afbouwen.

De toestand van de economie is niet alleen Saieds fout: de wereldwijde economische crisis door de nasleep van de pandemie en de oorlog in Oekraïne laat zich ook in Tunesië voelen. Maar werkelijk niemand vond een jaar geleden dat een nieuwe grondwet dé prioriteit was voor het land.

Het zijn niet langer arme jongens, iedereen wil weg

Salma Zenaidi voormalig lid grondwetgevende vergadering

Toen Saied daar in maart een online-enquête over organiseerde, deed minder dan tien procent van de bevolking mee. En hoewel het ‘ja’ het maandag volgens de peilingen gaat halen, met zelfs 70 procent of meer, wordt een bijzonder lage opkomst van 15 tot 20 procent voorspeld. (Het referendum kent geen minimale opkomst.)

„Het is één ding om blij te zijn met de machtsgreep van Kais Saied”, zegt Mohamed-Dhia Hammami, een Tunesië-expert verbonden aan de universiteit van Syracuse in de VS, daarover aan de telefoon. „Maar dat is een voldongen feit. Het is iets heel anders om ook actief te participeren. In het nadeel van Saied is dat hij geen politieke partij heeft die de mensen kan mobiliseren.”

Maar ook de oppositie tegen Saied wekt weinig enthousiasme op, zegt Hammami. „Die wordt geleid door politieke partijen die op dit moment geweldig onpopulair zijn. Zelfs Ennahdha slaagt er niet meer in zijn achterban te mobiliseren zoals vroeger.”

Jaouar Ben Mbarek weet dat de politieke partijen veel goed te maken hebben in de ogen van de Tunesiërs. Hij is woordvoerder van Citoyens contre le coup (burgers tegen de coup) én een leider van het Nationaal Reddingsfront, een coalitie van anti-Saied-partijen, waartoe ook het islamistische Ennahdha behoort.

„Ik begrijp waarom vorig jaar zoveel mensen blij waren met Saieds machtsgreep”, zegt hij in een restaurant aan de rand van het meer van Tunis. „De politiek heeft gefaald in de tien jaar sinds de revolutie. Maar een dictatuur onder Saied is niet de oplossing; hij gaat de problemen alleen maar erger maken.”

Ben Mbarek kent Kais Saied goed: zij zijn allebei grondwetsspecialist. „Het was een vriend sinds onze studiejaren, en wij hebben in 2011 nog samengewerkt aan de nieuwe grondwet post-revolutie. Wij waren toen allebei overtuigd dat die grondwet democratisch tot stand moest komen, eerder dan beslist te worden door experts.”

Ben Mbarek nam afstand van Saied rond 2012. „Ik zag dat hij een gevaarlijk populist aan het worden was. Hij zei toen al dat de lhbt-beweging een westers complot was, dat die mensen betaald werden om homoseksueel te zijn.”

De grondwet waarover de Tunesiërs maandag 25 juli moeten stemmen staat mijlenver vanaf die van 2014. Na het mislukken van de volksraadpleging stelde Saied een commissie van experts aan om de grondwet te herschrijven. Maar toen het resultaat op 30 juni werd gepubliceerd, nam de voorzitter van de commissie, Sadok Belaid, er onmiddellijk afstand van. Kais Saied had de grondwet op het laatste moment herschreven. Het resultaat, aldus Belaid, was „gevaarlijk en opent de deur voor „een eindeloze dictatuur voor de huidige president”.

„De nieuwe grondwet zegt niet letterlijk dat Tunesië een dictatuur wordt, maar hij maakt dat zeker mogelijk mocht iemand dat ervan willen maken”, zegt Zaid Al-Ali, een Iraakse grondwetsspecialist die in Egypte heeft gewoond en nu Tunis als thuisbasis heeft, aan de telefoon.

„Toen Bourguiba en Ben Ali aan de macht kwamen, hebben zij ook niet gezegd dat zij tot in de eeuwigheid zouden aanblijven. Maar dat is wel wat er gebeurd is. Onder de nieuwe grondwet kan Saied in principe maximaal twee termijnen van vijf jaar aanblijven. Maar hij kan die keer op keer verlengen, gewoon door een imminent gevaar voor het land in te roepen.”

Kais Saied zelf blijft ondertussen een enigma. Voor een populist heeft hij bijzonder weinig charisma; de Tunesiërs noemen hem robocop. Vooral armere Tunesiërs hebben moeite om zijn literair Arabisch te begrijpen. Hij is heel erg op zichzelf, en duldt nauwelijks raadgevers rond zich. Dat zorgt ervoor dat de Tunesiërs hun grootste angsten op hem kunnen projecteren.

„Waarom legt hij niet uit wat zijn bedoeling is?” vraagt Salma Zenaidi, 40. „Dat doet vermoeden dat er een plan is dat in uitvoering wordt gebracht. Als Tunesische vrouw boezemt mij dat angst in.”

Zenaidi zat in de grondwetgevende vergadering in 2011 en 2012; haar man Mondher Belhaj Ali, 60, was van 2014 tot 2019 parlementslid. Belhaj Ali, jurist en grondwetsspecialist, kent Saied sinds zijn studietijd, en hij is er niet gerust op.

„Ik was ook blij op 25 juli”, zegt Belhaj Ali in een Italiaans restaurant in de buitenwijk La Marsa. „We waren eindelijk verlost van de islamisten van Ennahdha. Maar de volgende dag volgde de kater.” Belhaj Ali vreest dat Saied conservatiever is dat Ennahdha. „Wat als hij helemaal niet van de islamisten af wil maar dat hij gewoon hun nieuwe leider wil worden? Ik ben bang dat hij zichzelf ziet als de nieuwe kalief.”

Het stel vreest ook Saieds populisme. „Onlangs sprak hij over het watertekort,” zegt Zenaidi. „Hij vroeg hoe het komt dat er geen water uit de kraan komt in sommige regio’s terwijl anderen mineraalwater in flesjes kopen.” „Hij zet de armen en de rijken tegen elkaar op”, beaamt Belhaj Ali. „Voor het eerst ben ik bang dat er bloed zou kunnen vloeien.”

Veel Tunesiërs stemmen ondertussen met hun voeten: de legale en illegale emigratie bereikt nieuwe hoogtepunten. „En het zijn niet langer arme jongens: iedereen wil weg,” zegt Zenaidi. Zij vertelt hoe vrienden onlangs telefoon kregen van de politie: hun zoon was opgepakt in een bootje richting Lampedusa. „Hij was gezakt voor zijn eindexamen, en had het geld om zich opnieuw in te schrijven gebruikt om illegaal te emigreren. En zijn vader is directeur van een bankfiliaal!”

Kais Saied ziet in de illegale emigratie een complot: volgens hem worden de jongeren betaald om te emigreren om het imago van Tunesië en zijn relaties met de EU-landen te schaden.

Lees verder…….