De Spelen komen voor China vier jaar te vroeg

Reportage

Olympische Spelen Eigenlijk wilde China de Spelen pas in 2026 organiseren. De nieuwe wereldmacht wil op elk vlak uitblinken. De vraag is of dat al gaat lukken.

China is er trots op dat Beijing de eerste stad is die zowel de Zomer- als de Winterspelen mag organiseren.
China is er trots op dat Beijing de eerste stad is die zowel de Zomer- als de Winterspelen mag organiseren.

Marco Bertorello

Of hij zelf graag naar de Olympische Spelen zou willen? „Natuurlijk niet”, zegt Chen Xu. Hij heeft Wangzi, zijn zoontje van acht, meegenomen naar de Universal Studios aan de rand van Beijing, want dit jaar is de wintervakantie extra lang door corona. „Ik vind de Spelen veel te gevaarlijk, je loopt er snel corona op”, zegt Chen. Hij volgt de wedstrijden liever thuis op televisie.

Hij heeft ook geen andere keuze, want anders dan bij de Zomerspelen in 2008 zijn er geen toegangskaartjes te koop aangeboden aan het algemene Chinese publiek. Buitenlandse fans die speciaal voor de Winterspelen naar China vliegen, zijn al helemaal uit den boze. Inwoners van Beijing kunnen alleen naar de Spelen als ze daartoe worden uitgenodigd. Dat is nodig om te zorgen dat corona zich zo min mogelijk verspreidt, zegt de overheid.


Het volledige programma van de Olympische Winterspelen

China is er trots op dat Beijing de eerste stad is die zowel de Zomer- als de Winterspelen mag organiseren. En dat niet alleen: „Dit is de eerste keer sinds het begin van de Covid-19-pandemie dat een veelomvattende, wereldwijd sportevenement volgens schema wordt gehouden”, zei de Chinese president Xi Jinping op 25 januari tijdens een persoonlijke ontmoeting met Thomas Bach, voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité (IOC), om China’s prestatie te onderstrepen.

Maar toch, eigenlijk had China deze Spelen liever helemaal niet georganiseerd. Dat heeft niets met corona te maken, maar alles met het tijdstip: 2022 is te vroeg voor China, dat aanbood om deze Spelen te organiseren, maar dat was eigenlijk alleen bedoeld als proefballonnetje. China wilde weten hoe het IOC erop zou reageren en hoe het proces precies zou verlopen. Dan zou het sterker staan als het land zich daarna serieus kandideerde voor de Winterspelen van 2026.

Maar het liep anders. In oktober 2014 haakte grote kanshebber Oslo af. Daarvoor hadden Stockholm, Krakau en het Oekraïense Lviv de handdoek al in de ring gegooid. Alleen Almatý in Kazachstan en Beijing bleven over.

„Het IOC heeft toen druk op Beijing uitgeoefend om hun aanbod om de Spelen te organiseren vooral niet in te trekken”, zegt Susan Brownell, hoogleraar antropologie aan de Universiteit van Missouri in de Verenigde Staten. Ze schreef een boek over hoe landen grote sportevenementen proberen te gebruiken om hun internationale aanzien te verbeteren.

Volgens Brownell had China er niet op gerekend zo snel nogmaals de Spelen toegewezen te krijgen. De Spelen van 2018 (Pyeongchang) en 2020 (Tokio) waren ook al naar landen in Azië gegaan, en iedereen dacht dat nu een ander werelddeel aan de beurt was. Maar toen het IOC moest kiezen tussen Beijing en Almatý was de keuze snel gemaakt. China had in 2008 laten zien dat het kosten noch moeite spaart om een goede indruk te maken, en veel faciliteiten konden bovendien opnieuw worden gebruikt. Het IOC speelde het liefst op zeker.

Geen sneeuw

De opening vindt net als in 2008 plaats in het ‘Vogelnest’, dat mede door de inmiddels uit China gevluchte kunstenaar Ai Weiwei werd ontworpen. Het Nationale Stadion biedt plaats aan maximaal 91.000 mensen, maar die zullen er deze keer door alle coronamaatregelen zeker niet zitten.

Wat wel lastig is bij deze Winterspelen, is dat er in het noorden van China vrijwel geen sneeuw valt. Het is er koud, maar ook heel droog. Dat geldt dus ook voor Zhangjiakou en Yanqing, plaatsen buiten Beijing waar de wedstrijden in het skiën, skispringen, langlaufen, bobsleeën, rodelen, skeleton en snowboarden plaatsvinden.

Volgens persbureau Bloomberg viel er in de regio Zhangjiakou tijdens de winter de afgelopen veertig jaar gemiddeld nog geen 8 millimeter neerslag. En toch zijn de heuvels even verderop vanaf dit weekend decor van de alpinenummers. Miljoenen liters kunstsneeuw boden uitkomst.

Dat het gebied inderdaad kurkdroog is, is goed te zien. De trein die bezoekers van Beijing voert naar Taizicheng, ruim honderd kilometer naar het noordwesten, meandert door een dor en bruingeblakerd landschap, af en toe langs een plukje bakstenen huisjes, waar schoorstenen rook naar buiten tuffen. Als poedersuiker is er een paar dagen geleden een laagje sneeuw gevallen, zeldzaam hier, in deze tijd van het jaar. Het mag ook nauwelijks een naam hebben.

Wie het desolate treinstation van Taizicheng na strenge veiligheidscontroles heeft mogen verlaten, kan zich geen voorstelling maken van besneeuwde bergtoppen een paar kilometer verderop. Wel is het steenkoud aan het begin van de ochtend, zo’n vijftien graden onder nul. En als het waait, daalt de gevoelstemperatuur nog verder.

Een stelsel van bussen brengt sporters en olympisch personeel stapvoets naar de verschillende sportlocaties. In Guyangshu staat de schans voor het skispringen, er is een olympisch dorp gebouwd, en de langlaufnummers worden er gehouden. Langs de weg naar het Genting Snow Park zijn de afgelopen jaren tientallen hotels uit de grond gestampt. In de omgeving van Zhangjiakou zijn sinds de olympische toewijzing in 2015 zeven skiresorts gebouwd.

Verder omhoog ligt de olympische mogulbaan, badend in het zonlicht, voorbeeldig geprepareerd. De levensgrote olympische ringen geven het geheel wat extra cachet. Je zou bijna vergeten dat deze plek een paar jaar geleden nog vooral door arme boeren werd bewoond.

Aan de andere kant van de vallei ligt de snowboardhalfpipe, ernaast de baan voor het onderdeel slopestyle. Weer wat verderop is het domein van de parallelreuzenslalom, met daarnaast de snowboardcross. Een gondel-, een stoeltjes- en een sleeplift brengen trainende sporters naar boven. Hun remmende boards schrapen de bovenste laag kunstsneeuw af.

Alles is vanaf centraal gelegen tribunes zowat in één oogopslag te zien, als in een openluchttheater met 360 graden zicht. Er is plaatsgemaakt voor duizenden toeschouwers, maar de blauwe kuipstoeltjes zullen waarschijnlijk goeddeels leeg blijven.

Niet iedereen vindt kunstsneeuw ideaal. De Estse biatlete Johanna Taliharm zei tegen persbureau AP dat ze kunstsneeuw gevaarlijk vindt, omdat het ijziger is dan echte sneeuw. Daarmee wordt het sneller, maar het risico op blessures wordt ook groter. De Amerikaanse langlaufcoach Chris Grover zei dat vallen op kunstsneeuw als beton kan aanvoelen.

Joe Fitzgerald, oud-skiër namens Canada en nu adviseur bij het Genting Snow Park, doet die kritiek af als onzin. „Ik heb acht Spelen meegemaakt en er werd altijd kunstsneeuw gebruikt”, zei hij tegen de nieuwssite China Daily. Dat klopt. Maar nooit eerder draaiden de Winterspelen volledig op kunstsneeuw. Dat blijft niet zonder gevolgen in een gedeelte van China dat toch al met grote watertekorten kampt. Zhao Weidong, een woordvoerder van de olympische organisatie in Beijing, zei tegen Bloomberg dat 10 procent van al het water van Chongli, een district in de regio Zhangjiakou, wordt gebruikt voor het maken van olympische sneeuw – officiële cijfers ontbreken. Om dat te compenseren, legde China elf watertanks aan die onder andere smeltwater terug moeten opvangen.

Economisch belang

China heeft kosten noch moeite gespaard om een kunstmatig winterwonderland te scheppen, maar waarom eigenlijk? Wat heeft het land eraan? Het gaat China om internationaal prestige, maar dat niet alleen. China wil de Winterspelen organiseren om de binnenlandse wintersportbeoefening te stimuleren. In 2014 verscheen er een beleidsdocument waarin stond dat China de grootste sportindustrie ter wereld moest krijgen. Dat is een economisch belang.

In eerste instantie richtte China zich daarbij vooral op voetbal. President Xi Jinping trapte in het buitenland regelmatig tegen een bal. Hij vertelde er steeds opnieuw bij hoezeer hij ook persoonlijk verknocht is aan die sport en hoezeer hij hoopte dat China ook op voetbalgebied internationaal zijn mannetje zou weten te staan. En iedere Chinees weet: als Xi iets wil, dan moet iedereen in het land zorgen dat het ook gebeurt.

Het leidde tot grote investeringen in voetbalscholen en tot het aantrekken van buitenlandse spelers en coaches, vaak voor astronomische salarissen. Maar het maakte van China geen leidende voetbalnatie. Trainers en spelers vertrokken vaak gefrustreerd, zonder volledig betaald te zijn, en de competitie op het hoogste niveau ligt nu zo goed als op zijn gat.

Met de wintersport moet dat anders gaan. China stelde als doel dat er tegen de tijd dat de Spelen beginnen driehonderd miljoen mensen aan wintersport moeten doen. Volgens China is dat aantal ook gehaald. Maar of dat ook zo is? Het zou betekenen dat een op de vier, vijf Chinezen nu aan wintersport doet, en dat is zeer onwaarschijnlijk. Wel is de populariteit van wintersporten als skiën en ijshockey erg toegenomen.

Prestige

Internationaal vindt China sport belangrijk voor zijn internationale standing. China stimuleert niet alleen de sport, maar ook bijvoorbeeld de kunsten vanuit het idee dat China het als nieuwe wereldmacht aan zijn status is verplicht om op alle gebieden uit te blinken. Zo wil het land laten zien dat het beschikt over een systeem dat politiek en maatschappelijk superieur is.

Mark Dreyer, een in China gespecialiseerde sportjournalist die sinds 2007 in het land woont, zegt dat China ook wel degelijk de potentie heeft om tot de topvijf van wintersportlanden te gaan behoren, maar dat de Spelen nu gewoon nog te vroeg komen. China had in 2026 willen schitteren, maar zal dat in 2022 nog niet echt kunnen.

„Ze maken wel een kans bij bijvoorbeeld het bobsleeën en het skeleton, want ze hebben elke dag kunnen trainen op de banen”, zegt Dreyer. „Buitenlanders zijn daar zo’n veertig keer vanaf geweest, Chinese sporters tien tot vijftien keer vaker.”

China wil ondanks een korte voorbereiding toch zo goed mogelijke prestaties neerzetten. Daartoe nam het de voor China revolutionaire stap om buitenlandse sporters te laten uitkomen namens China.

Dan gaat het meestal om mensen met een Chinese achtergrond. De meest bekende daarvan is de achttienjarige Eileen Gu, of Gu Ailing zoals ze in China wordt genoemd. Dat is een in Californië geboren freestyleskiester die ook werkt als fotomodel. Haar vader is een Amerikaan, haar moeder is Chinees. Ze komt sinds 2019 voor China uit, iets wat sommige Amerikaanse fans op internet zien als landverraad.

Er zitten vooral veel niet-Chinese sporters in het Chinese ijshockeyteam. Daarbij is het onduidelijk of de buitenlandse sporters hun buitenlandse nationaliteit ook echt hebben verruild voor de Chinese. „Dat blijft een groot mysterie”, aldus Dreyer.

China heeft die uit het buitenland afkomstige ijshockeyers hard nodig: China staat bij de mannen 32ste op de wereldranglijst – de laatste plaats. Het team mag alleen meedoen aan de Spelen omdat China gastland is.

Maar de internationale ijshockeyfederatie vroeg zich hardop of China niet tegen zichzelf in bescherming moest worden genomen? Het team zou wel eens volledig in de pan gehakt kunnen worden. Dat zou niet goed zijn voor het internationale aanzien van China, en ook niet goed voor de populariteit van de sport binnen China zelf. Het Chinese team mocht uiteindelijk toch meedoen.

China hoopt er deze Spelen zonder al te veel kleerscheuren vanaf te komen, en vooral zonder dat coronabesmetting van buitenlandse deelnemers overslaat op de Chinese bevolking. Dan zullen veel Chinese ambtenaren waarschijnlijk een zucht van verlichting slaken.

Lees verder…….