De grote bedrijfstrek naar Lviv: van kabel- tot broodfabriek

Reportage

Oekraïne Door de oorlog verhuizen veel Oekraïense bedrijven activiteiten vanuit het oosten naar het veiliger westen van het land. De overheid moedigt dit aan met subsidies. „Vandaag creëren we een nieuw Oekraïne.”

Ceremonie op de eerste dag van de bouw van de broodfabriek van Koelynytsji in Lviv.
Ceremonie op de eerste dag van de bouw van de broodfabriek van Koelynytsji in Lviv.

Foto Kostyantyn Chernichkin

Er wordt gezongen, gebeden en een traan weggeveegd voor het leggen van de eerste steen voor een nieuwe broodfabriek bij de West-Oekraïense stad Lviv. Broodproducent Koelynytsji durfde het aan: het eerste grote bouwproject in de regio sinds het begin van de oorlog. „Vandaag creëren we een nieuw Oekraïne. Een Oekraïne waar je wilt wonen, leven en studeren”, looft Maksym Kozytsky, gouverneur van de oblast (provincie) Lviv de ontwikkeling.


Koelynytsji komt oorspronkelijk uit het oostelijke Charkiv, maar daar kwamen de fabrieken grotendeels stil te liggen omdat het te gevaarlijk werd door aanvallen van Rusland. Het tweede probleem voor de bakker was de afzetmarkt. Omdat veel bewoners op de vlucht zijn geslagen, bleven er weinig mensen over om het brood aan te verkopen. Dus trok de fabriek naar het relatief rustige westen, waar bovendien veel oud-stadsgenoten nu ook wonen.

Opvallend is dat de eigenaar van Koelynytsji een voormalige lokale politicus is van de partij van de pro-Russische ex-president Viktor Janoekovitsj. Janoekovitsj werd in 2014 door het volk verdreven in de Maidan-revolutie omdat hij onder druk van Moskou weigerde een verdrag met de Europese Unie te ondertekenen. De nieuwe fabriek is daarmee meteen een symbool van de Oekraïense eenheid onder druk van het Russische leger. Hoewel Koelynytsji wel al in bijvoorbeeld Kiev een fabriek had, kwam het merk eerder niet zo ver naar het westen. Op de presentatie wordt Oekraïens gesproken, het volkslied gespeeld en iedere speech begint en eindigt met de leus ‘Glorie aan Oekraïne’.

Door grotere bedrijvigheid in het westen van Oekraïne groeit ook de samenwerking met bedrijven in de EU

Meer dan 200 bedrijven

Met de bouw van de Koelynytsji-fabriek is 20 miljoen euro gemoeid. Het bedrijf belooft drieduizend banen te creëren, waarvan vijfhonderd voor de werknemers die uit Charkiv zijn gevlucht. „Dit is het eerste economische succes sinds het begin van de oorlog”, zegt Stepan Koejbida, hoofd van het Departement van Economisch Beleid van de oblast Lviv.

Naar Lviv verhuisde kabelfabriek van Serhi Pedan.
Foto Kostyantyn Chernichkin

Hoewel Koelynytsji de enige is die nu daadwerkelijk durft te bouwen – 125 andere bouwprojecten in de oblast Lviv kwamen stil te liggen aan het begin van de oorlog – is het niet het enige bedrijf dat uitwijkt naar het relatief rustige westen van het land. Nu de oorlog voortduurt, komt het economische zwaartepunt van Oekraïne steeds meer daar te liggen. De Oekraïense staat moedigt dit aan met subsidies, vergoedingen van de verhuiskosten en een tegemoetkoming voor de huur.

Sinds het begin van de oorlog verhuisden zo meer dan tweehonderd bedrijven naar de oblast Lviv. Het staatspostbedrijf Oekrposjta verdeelt de overheidssubsidies voor het verhuizen van de apparatuur. Eind augustus waren er 655 bedrijven met zo’n gift verhuisd naar het westen, waar naast Lviv ook oblasts Ivano-Frankivsk en Oezjgorod in trek zijn. Van nog meer dan duizend andere bedrijven ligt er een aanvraag . Inmiddels heeft Lviv meer 1,4 miljoen euro uitgegeven aan het helpen van bedrijven. Zij krijgen een kleine 3.000 euro als ze zich in de regio vestigen, en nog eens dat bedrag als ze banen creëren.

In de westelijke regio begint schaarste te ontstaan aan geschikte bedrijfsruimten

Serhi Pedan verhuisde zijn bedrijf uit de regio van Charkiv, op slechts vijf kilometer dan de Russische grens, naar Lviv. In een oude bakstenen fabriekshal die voor de oorlog al jaren leegstond, heeft hij zijn productielijn opnieuw opgebouwd. Oekrarmplast maakt kabels van glasvezel en epoxy, die als goedkoper alternatief kunnen dienen voor staalkabels in gewapend beton. Het ruikt er binnen naar warme lijm. Oekrarmplast verhuisde al in april. „Het verhuizen van een bedrijf is erg lastig, zowel fysiek als mentaal. De staat heeft ons heel erg geholpen”, zegt Pedan. Oekrposjta leverde de vrachtwagens waarmee zijn machines naar een trein werden gebracht. Het Oekraïense leger begeleidde de evacuatie, die onder vuur kwam te liggen.

Hoewel de directeur blij is dat zijn bedrijf weer loopt, is het op halve kracht. Pedan moet zijn ruwe materialen met een Europese omweg uit China kopen omdat het luchtruim en de havens gesloten zijn. Dat teert in op zijn winst. Ook is zijn nieuwe fabriekje veel kleiner dan de vorige, en moet hij het nu met maar vijf werknemers stellen. In zijn oorspronkelijke fabriek werkte veertig man.

Vernieuwing aan de grens met de EU

Een van de redenen dat Lviv aantrekkelijk is voor bedrijven is dat het ligt op slechts twee uur rijden van de grens met Polen, en dus de Europese Unie. Ondernemers kijken nu meer naar de EU als handelspartner, omdat er binnen het eigen land weinig geld rondgaat. Maar deze ontwikkeling is niet nieuw. „Elke vijfde dollar van de economie in deze regio wordt verdiend met de export. De handel met de EU groeide in afgelopen drie jaar 12 procent. Dat is een hele coole ontwikkeling als je het mij vraagt,” zegt Koejbida, van het Economisch Beleid in Lviv.

De verhuisde bedrijven brengen ook vernieuwing naar Lviv. „Hier werd niet veel metaal verwerkt”, zegt Koejbida. „Maar nu zie ik allemaal toffe voorbeelden van ondernemingen uit het oosten, die samenwerken met bedrijven in het westen. Samen beginnen ze naar Europa te exporteren.”

Ook de ‘gewone’ vluchtelingenbewegingen brengen bedrijvigheid met zich mee voor Lviv. Sommige kleine ondernemers verkiezen het westen van Oekraïne boven het onzekere oosten, zoals sieradenontwerper Anna Veresjsjak uit Irpin. Terwijl het Russische leger zich een weg door Boetsja naar de volgende Kievse voorstad ploegde, schoof Veresjsjoek al haar zilveren sierraden in een tas en vluchtte te voet met haar partner naar de hoofdstad. Net op tijd. Een dag later veroverden Russische militairen haar wijk. Boetsja werd later symbool voor de wreedheid van de Russische bezetting, toen na de bevrijding bleek dat zeker driehonderd burgers door terugtrekkende Russische militairen waren vermoord.


Lees ook: Met ‘Boetsja’ heeft Europa er een groot trauma bij

Het meeste van haar werk verkoopt Veresjsjak online, aan klanten in de VS. Sinds het begin van de oorlog ziet ze een toename van Oekraïense klanten. „Het is echt een nieuwe markt, mensen willen graag lokale producten kopen.”

Sinds het begin van de oorlog trokken zeker vijf miljoen Oekraïners door Lviv, vertelt viceburgemeester Andri Moskalenko. Het werkelijke aantal ligt waarschijnlijk nog veel hoger, want dit getal komt uit gegevens van telefoonproviders en niet iedereen heeft een mobiele telefoon. In de stad zijn zo’n 150.000 intern ontheemden neergestreken.

Hoewel de zorg voor ontheemden natuurlijk ook op de balans drukt, en de afwezigheid aan toeristen de lokale ondernemers in zwaar weer brengt, krijgt Lviv door de volksverhuizing ook meer inkomsten uit belastingen. Door de extra inkomsten heeft de stad nu meer te besteden dan voor de oorlog. Overigens dragen niet alle nieuwe bedrijven belasting af aan Lviv, zegt viceburgemeester Moskalenko. „Sommige betalen in hun thuisregio. Het is belangrijk dat ook daar geld blijft binnenkomen.”

De meubelfabriek van Roomio Volodymyr Mysyk.
Foto Kostyantyn Chenichkin

In de oblast begint wel schaarste te ontstaan aan geschikte bedrijfsruimten. De directeur van meubelproductiebedrijf Roomio Volodymyr Mysyk (24) verhuisde zijn bedrijf met twintig werknemers al eind maart naar een bedrijventerrein op het platteland buiten Lviv. „We kwamen hier op een zaterdag kijken. Ik zou op maandag laten weten welke van de drie ruimtes ik wilde huren. Toen ik op zondag terugkwam bleken de andere twee fabriekshallen al te zijn volgebouwd.” Mysyk deelt het bedrijventerreintje nu met een ijsproductiebedrijf en een koffiebranderij die ook zijn verhuisd.

De schaarste zorgt ervoor dat niet alle bedrijven in een ideale omgeving belanden. De kabelfabriek van Oekrarmplast noemt directeur Pedan „een zomerfabriek”. Via het enkele glas en de decennia oude muren verdwijnt teveel warmte om de productie van zijn glasvezel-epoxy kabels in de winter daar te kunnen voortzetten. Het mengsel moet heet blijven en de kabels worden ‘gebakken’ op 300 graden.

Mysyk zit er warmer bij. Met materialen uit de meubelfabriek zijn woonvertrekken ingericht voor de werknemers. Zij slapen er in stapelbedden. „Ik weet niet zeker of we terug gaan”, zegt Mysyk. „We hebben allemaal orders en zelfs als de oorlog morgen over is, wil ik die eerst afmaken.” Uiteindelijk wil hij zijn team laten beslissen. „Zij hebben hun kinderherinneringen daar. We houden van Charkiv zoals mensen hier van Lviv houden.”

Lees verder…….