Met de vondst van vier lichamen in het ‘niemandsland’ tussen Wit-Rusland en Polen, afgelopen februari, kwam het totale aantal dode migranten aan die grens sinds 2021 op 34. Nog eens 316 vluchtelingen worden er vermist.
De crisis aan deze grens ontstond nadat president Aleksandr Loekasjenko van Wit-Rusland per vliegtuig mensen naar zijn land had gehaald om ze op de EU af te sturen. Hiermee hoopte hij Europa te destabiliseren. Polen reageerde op deze cynische zet, met mensenlevens als inzet, door begin 2022 een 186 kilometer lange grensmuur te bouwen van zo’n zes meter hoog.
In de afgelopen tien jaar is er ruim tweeduizend kilometer aan muren gebouwd, op negentien verschillende stukken Europese buitengrens. Er worden miljoenen euro’s uitgegeven om de muren uit te rusten met allerlei gadgets zoals camera’s, sensoren, drones, en gewapende voertuigen met bewakers.
Griekenland was er vroeg bij met het verstevigen van Fort Europa: in 2012 begon het aan een grensmuur met Turkije. De bouw van het Grieks-Turkse grenshek werd in 2021 voltooid. Het eindresultaat is een veertig kilometer lange muur die uitgerust is met geluidskanonnen. De Griekse autoriteiten kondigden in augustus 2022 aan dat er plannen zijn om het hek met 220 kilometer uit te breiden. Niet lang na de vluchtelingencrisis van 2015 begon ook Hongarije met het bouwen van een hek aan de grenzen met Servië en Kroatië, dat uiteindelijk 260 kilometer lang werd.
Het concept van muren en hekken op de buitengrenzen van de Europese Unie heeft in een paar jaar tijd een reis afgelegd van een marginaal idee naar het hart van het migratiebeleid. Inmiddels vinden ook centrum-rechtse partijen als het CDA muren tegen migratie een goed idee.
Iratxe García, leider van de sociaal-democraten in het Europees Parlement, sprak begin maart harde woorden voor de moederpartij van het CDA in Europa, de Europese Volkspartij. De christen-democraten, zei García, „komen dichter bij extreem-rechts in hun benadering (…) van migratie, met de roep om muren, wat vrijwel dezelfde taal is” als die Trumps Republikeinen gebruiken.
García’s waarschuwende woorden dienen een politiek doel, maar haar analyse wordt door politicologen onderschreven. Centrum-rechts en radicaal-rechts zijn met elkaar in een strijd verwikkeld om kiezers aan zich te binden door steeds hardere taal over migratie uit te slaan.
De stevige retoriek van de VVD en het CDA over migratie versterkt radicaal-rechts, stelt universitair hoofddocent politicologie Saskia Bonjour van de Universiteit van Amsterdam. „Als het in verkiezingstijd veel over migratie gaat, is dat gunstig voor radicaal-rechts, en ook wel een beetje voor centrum-rechts. Het enige register waarin het debat zich bevindt, is dat van het tegenhouden van migranten. Dat doet rechts graag, daarmee hoopt het verkiezingen te winnen. Maar door alle strenge maatregelen vallen er duizenden doden per jaar. Europa is steeds maar bezig met het fortificeren van de grens. De redenen waarom mensen bewegen worden niet aangepakt.”
Regeringspartijen, zegt Bonjour, doen beloften over het stoppen van migratie die ze niet kunnen nakomen. „Al sinds de jaren negentig wordt er geroepen dat de migratie beperkt moet worden. Steeds lukt dat niet. Daar worden ze op gewezen door radicaal-rechtse partijen, waarna de middenpartijen steeds radicalere voorstellen doen. Muren zijn daar het jongste voorbeeld van.”