De gewone Brit kan een eigen huis bijna niet meer betalen

Verenigd Koninkrijk Een enorm woningtekort en telkens stijgende rente. Voor de Britten, met vaak korte rentevaste periodes voor hun hypotheeklening, is een eigen huis een dure liefhebberij geworden. Donderdag wordt weer een renteverhoging verwacht.

Rijtjeshuizen in Burnley, Engeland.
Rijtjeshuizen in Burnley, Engeland. Foto Getty Images

‘Achteraf gezien was het natuurlijk stom” om de hypotheekrente voor maar twee jaar vast te zetten. Hun nieuwe rente is ruim anderhalf keer zo hoog, en dus betalen ze nu 500 pond per maand extra, ongeveer 580 euro.

Aster, haar man en twee kinderen (hun achternaam wil ze niet in de krant) wonen in Greenwich in het zuidoosten van Londen, in een huis met twee slaapkamers. „Op zich een fijne plek, alleen een beetje klein met z’n vieren.” Met de hoge kosten voor kinderopvang erbij – 3.000 pond per maand, ongeveer 3.485 euro – en dus die gestegen hypotheeklasten kunnen ze net rondkomen. „Ik denk zo vaak: mijn man heeft een goed inkomen en ik verdien ook redelijk goed. Hoe redden mensen dit?”

Steeds vaker lukt dat inderdaad niet, blijkt uit recente gegevens van UK Finance, de Britse branchevereniging voor de financiële sector. Een kleine 82.000 huishoudens, iets minder dan een procent van het totaal, liepen in het tweede kwartaal van dit jaar achter met de betaling van hun hypotheek. Dat is 7 procent meer dan een jaar eerder. Oorzaak zijn de stijgende hypotheekrentes, die nu gemiddeld rond de 6 procent liggen. De algemene verwachting is dat de Bank of England donderdag de rente nogmaals verhoogt, naar 5,5 procent. Het zou de vijftiende stijging op rij zijn, waardoor ook hypotheekleningen opnieuw duurder worden.

Nieuwe renteafspraken

In het Verenigd Koninkrijk betekenen deze hoge rentes snel een probleem voor relatief veel inwoners. Een korte rentevaste periode is er gangbaar, vaak van maar twee, drie of vijf jaar. Dit najaar loopt voor ongeveer 800.000 Britten de rentevaste periode af, volgend jaar moeten nog eens 1,6 miljoen huizenbezitters nieuwe renteafspraken maken. Voor hen komen de hogere kosten gemiddeld neer op 2.900 pond (3.370 euro) per jaar, berekende de Resolution Foundation, een denktank die opkomt voor lage inkomens.

Een kleine 82.000 huishoudens liepen in het tweede kwartaal van dit jaar achter met de betaling van hun hypotheek

Aster en haar man – zij is consultant, hij technicus – denken weleens over verhuizen. Ze hebben hun woning laten taxeren, maar de huizenprijzen in hun buurt zijn niet gestegen sinds ze het huis kochten, ruim twee jaar geleden. „We moeten het hier maar even uitzingen.” Hun nieuwe rente ligt weer voor twee jaar vast. „Al heb ik wel getwijfeld. Zal de situatie over twee jaar echt wel beter zijn? Aan de andere kant, we betalen intussen wel een deel van de hypotheek af.” Waarmee de vaste lasten in ieder geval iets afnemen.

Op de Britse woningmarkt heerst, meer dan in andere Europese landen, „een rondshopcultuur”, zegt Nick Gallent, hoogleraar huisvesting en planning aan het University College London. „Consumenten proberen steeds hun kosten zo laag mogelijk te houden. Een actieve hypotheekmarkt met honderden producten en steeds wisselen van hypotheek is een manier om dat te bereiken.”

Jonge Britten

Hypotheekadviseurs spelen daar fanatiek op in. „Ze zijn continu op jacht om de beste deals voor hun klanten te vinden. Het is normaal dat je een boete betaalt voor beëindiging van je oude hypotheeklening omdat je een betere deal hebt kunnen sluiten.” Alleen, nu de rentes zo hoog zijn, vallen de mogelijkheden tegen.

Het fundamentele probleem, zegt Gallent, is dat een hypotheek voor veel jonge Britten niet eens meer haalbaar is. De huizenprijzen staan niet meer in verhouding tot de inkomens – en dat geldt ook voor de huren. „Mensen met goede salarissen kunnen geen hypotheek meer krijgen. Dus zijn ze afhankelijk van de private huurmarkt, maar daar zijn de prijzen hoog en is de kwaliteit bagger.”

Voor sociale woningbouw komen ze vaak niet in aanmerking. Bovendien daalt ook het aanbod daarvan; woningen worden verkocht of afgebroken en er wordt niet genoeg bijgebouwd. Zo’n 1,2 miljoen Britten staan op de wachtlijst voor een sociale huurwoning.

Het fundamentele probleem is dat een hypotheek voor veel jonge Britten niet eens meer haalbaar is

Ook voor Bridget Zyka en haar man (zij is internetontwerper, hij bouwvakker) was een huis kopen niet vanzelfsprekend. Toch deden ze dat een paar jaar geleden, tijdens de coronapandemie. Wel moesten ze toen al veel meer eigen geld inleggen dan voorheen. Waar 5 of 10 procent van de aankoopprijs normaal was, was dat voor hen bijna 15 procent. Het huis kostte 450.000 pond, waarvan ze zelf ongeveer 60.000 pond moesten meebrengen. „Al mijn spaargeld zit erin en ik heb nog van familie moeten lenen om het rond te krijgen.” Hun rente, voor twee jaar vast, bedraagt nu zo’n 1.650 pond per maand (1.911 euro), circa 300 pond meer dan eerst.

Zyka moet zuinig zijn door een combinatie van factoren: de hogere hypotheekrente, crèchekosten voor twee kinderen én de inflatie, die in het Verenigd Koninkrijk hardnekkiger is dan in de meeste Europese landen. Ze doet bij diverse supermarkten boodschappen. „Een jaar of twee geleden sloeg ik, hup, in bij een grote Sainsbury’s. Nu check ik de prijzen en ga ik ook bij Aldi en Lidl kijken.” Toch hebben zij nog geluk dat het is gelukt met het huis, zegt ze ook: „Een vriendin krijgt de hypotheek gewoon niet rond.”

Rijtjeshuizen in Burnley, Engeland. Foto Getty Images

Een eigen woning is voor veel Britten een ideaal – je voordeur schilderen in een kleur die je zelf mooi vindt. De Conservatieve oud-premier Margaret Thatcher noemde bezit van vastgoed „geen misdaad of zonde, maar een beloning, een recht en verantwoordelijkheid die gedeeld moet worden”. Maar dat zulk woningbezit steeds minder haalbaar is, wijten veel Britten nu juist aan het beleid dat de Conservatieve regeringen de afgelopen jaren voerden. Afgemeten aan huizenbestand en bewonerstal in andere Europese landen zou het VK 4,3 miljoen huizen tekort komen. Dat geldt zowel de sociale woningbouw als de private sector.

De oplossing voor dit woningtekort behelst volgens hoogleraar Nick Gallent méér dan simpelweg extra woningen bouwen. „Het is complex, maar in plaats van inkomstenbelastingen zou je vastgoed en grondbezit progressief moeten belasten, zodat betaalbare grond vrij komt om te kunnen bouwen.” Dan dalen de huizen in prijs en komt de waarde weer meer in lijn met wat mensen verdienen. Op de huidige onroerendgoedbelasting is veel kritiek, omdat de hoogte ervan wordt gebaseerd op vastgoedwaardes in 1991. Hervorming is vooral in Londen en het zuiden van Engeland geen populaire boodschap, omdat het daar een veel hogere belasting zou betekenen. Daarom gebeurt het al jaren niet. Gallent: „De Conservatieven zullen altijd de gevestigde belangen verdedigen.”

Hij voorziet in dat geval lagere huizenprijzen, zodat die weer in lijn komt met wat mensen verdienen. Dat is echter geen populaire boodschap, omdat veel Britten hun huis ook als investering ‘voor later’ zien. „Als de regering het heeft over een positieve ontwikkeling op de huizenmarkt, bedoelt zij dat de prijzen stijgen. Maar dat is niet wat nodig is.”

Ook voor oppositiepartij Labour is de krappe woningmarkt een probleem. Ook als zij na de verkiezingen volgend jaar aan de macht komt, krijgt de partij het niet binnen een paar jaar opgelost. Labour is nu van plan grondeigenaren te dwingen hun land goedkoper te verkopen, om zo ruimte voor woningen te creëren. Dat plan zal bij landeigenaren slecht vallen, meent Gallent, maar hij vindt het beter dan de oplossingen waarmee de Conservatieven komen. „Ex-premier Boris Johnson stelde voor intergenerationele hypotheken mogelijk te maken, die vijftig jaar lopen. Dan geef je dus geen welvaart door aan je kinderen, maar schulden.”

Lees verder…….