De ECB doet nu vooral één ding: beleggers terugduwen

En daar gaat de hypotheekrente van Woonfonds en van Centraal Beheer, twee hypotheekverstrekkers van Achmea, opeens weer een klein beetje omhoog. Analyses van de Hypotheekshop en van Van Bruggen Adviesgroep, twee hypotheekadviseurs, duidden deze maandag op een voorzichtige trendbreuk: na twaalf weken van hypotheekrenteverlagingen komen er weer meer verhogingen, zo denken Hypotheekshop en Van Bruggen. Wat is er aan de hand?

Veel ogen in de hypotheekwereld zijn gericht op de Europese Centrale Bank, die deze donderdag een rentevergadering houdt. De hypotheekrente wordt sterk bepaald door de kapitaalmarktrente: banken en andere hypotheekverstrekkers zijn daarvan afhankelijk voor hun financiering. Die kapitaalmarktrente (ofwel, de rente op staatsobligaties) reageert sterk op de rentes die de ECB rekent.

Kort gezegd is op de financiële markten de verwachting wat afgenomen dat de ECB heel snel – in maart of april al – de rente zal gaan verlagen. Daarom was de laatste paar weken een rentestijging te zien op de kapitaalmarkten, na eerdere forse dalingen.

Tot voor kort verwachtten veel beleggers dat de ECB deze week al de deur zou kunnen openzetten voor een eerste renteverlaging in het voorjaar. Nu lijken minder beleggers dit scenario te geloven, al zingt het nog volop rond in de markt.

Deutsche Bank denkt nog steeds dat de rente in april omlaaggaat

De reden voor de schommelende renteverwachtingen: het onzekere inflatiebeeld, en de behoedzame toon die de ECB daarover aanslaat.

De inflatie in de eurozone bedroeg in december 2,9 procent op jaarbasis. Dat is nog niet 2 procent – het percentage dat de ECB nastreeft – maar het beeld is wel een stuk beter dan pakweg een jaar geleden, toen de inflatie nog boven de 9 procent lag. Het ECB-doel lijkt nu voor het eerst sinds lange tijd binnen bereik te liggen.

Sinds medio 2022 schroefde de ECB in moordend tempo de rente op, om de inflatie, die mede door de Russische inval in Oekraïne sterk was opgelopen, te temmen. Het ophogen van de rente is de klassieke methode voor centrale banken om dat te doen. Hoe hoger de rente, hoe duurder het is voor consumenten en bedrijven om geld te lenen, wat de economische activiteit drukt. Uiteindelijk moet dit ook de prijsstijgingen indammen. Het belangrijkste ECB-rentetarief, de depositorente voor banken, ging van minus 0,5 procent in juli 2022 naar 4 procent nu.

Missie nog niet volbracht

De renteverhogingen uit het verleden zijn effectief gebleken, zegt de ECB zelf. Maar is de missie nu volbracht? En kan de rente dus weer omlaag? Nee, zeiden ECB-bestuursleden de afgelopen weken in koor richting beleggers. Eerst moet blijken dat die 2 procent ook écht wordt gehaald en ook dat de inflatie vervolgens niet weer opveert. Lagarde wil daarom „niet de overwinning uitroepen”, zei ze vorige week tijdens de conferentie van het World Economic Forum in Davos vorige week. Ze verwacht renteverlagingen niet eerder dan deze zomer. Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank en ECB-bestuurslid, zei in Davos dat de markten „zichzelf voorbij rennen” in hun verwachting van een snelle renteverlaging.

Lees ook De strijd tegen inflatie moet gewonnen worden, we mogen dus niet te vroeg juichen

De strijd tegen inflatie moet gewonnen worden, we mogen dus niet te vroeg juichen

ECB-bestuursleden en beleggers op de kapitaalmarkten hebben de laatste tijd een gespannen verhouding. Veel marktpartijen lijken de ECB niet echt te geloven. Deutsche Bank bijvoorbeeld denkt nog steeds dat de rente in april omlaaggaat. Omgekeerd zijn ECB-bestuurders ongelukkig met het ongeduld van beleggers over renteverlagingen. Want bij een lagere kapitaalmarktrente is lenen voor bedrijven en burgers goedkoper, en dat kan de inflatie juist aanjagen. Dat maakt het voor de ECB moeilijker om het inflatiedoel te halen.

En dus is de ECB de laatste weken vooral met één ding bezig: het terugduwen van beleggers, die het nu wel genoeg vinden met die hoge rentes. Alles wijst erop dat Lagarde ook deze donderdag in de terugduwstand zal gaan.