David Grossman: ‘Bange mensen stemmen op krijgers’

David Grossman: „Mensen zijn weliswaar tegen mijn opvattingen, maar ze houden van mijn boeken.”


Foto Roger Cremers

Interview

David Grossman Schrijver David Grossman krijgt de Erasmusprijs voor zijn niet aflatende inspanningen voor de vrede tussen Palestijnen en Joden in het Midden-Oosten.

Geen andere schrijver zet zich zo in om de wereld te repareren als David Grossman (Jeruzalem, 1954). Dinsdag krijgt hij voor zijn inspanningen de Erasmusprijs uit handen van koning Willem-Alexander. Volgens de Stichting Praemium Erasmianum, die prijs met het daaraan verbonden geldbedrag van 150.000 euro financiert, krijgt hij die vanwege zijn inspanningen om „mensen van binnenuit te begrijpen en de ander met liefde te zien over de grenzen van oorlog en geschiedenis heen”.

Dat van die liefde vindt hij wat overdreven, zeker als het over die tussen Palestijnen en Joden gaat, zegt hij in zijn Amsterdamse hotel. „Ik ben daar te nuchter voor. Bovendien leef ik al te lang temidden van het drama van het Midden-Oosten om in liefde tussen Palestijnen en Joden te geloven. Wel geloof ik dat we samen een leven in vrede, veiligheid en menselijke waardigheid moeten kunnen leiden. Maar ik zie ons niet samen hand in hand de zonsondergang tegemoet lopen.”

Wat kan er nog wel gebeuren?

„We moeten een gemeenschappelijke ruimte in de regio creëren, met een universiteit waarin we samen de oorsprong van het conflict kunnen bestuderen en waar we tegen elkaar kunnen voetballen. Alleen als onze relatie normaliseert, kun je de haat en vijandigheid verminderen die ons de afgelopen eeuw hebben bepaald.

„Maar zelfs als het vandaag vrede zou worden, is het in sommige opzichten te laat. We zijn zo getekend door corruptie, haat en angst, dat veel onomkeerbaar is geworden.”

Toch zet u zich nog altijd actief in voor vrede. Blijft u optimistisch?

„Ik houd in ieder geval niet op met mijn inspanningen voor de vrede. Als ik daarmee zou stoppen, zou ik verslagen zijn. Op de Israëlische televisie wordt nu een serie uitgezonden over het Britse mandaat in Palestina, waarin je kunt zien hoe de Britten opzettelijk de Joden en Palestijnen tegen elkaar hebben uitgespeeld om zelf meer macht te hebben. Ook blijkt dat er wel degelijk een moment is geweest dat Palestijnen en Joden in vrede en vriendschap hadden kunnen samenleven. Maar als er oorlog is, dan overheerst de angst. En die maakt het mogelijk dat mensen makkelijk gemanipuleerd kunnen worden. Premier Netanyahu is daar een genie in.”

Uw roman ‘Zie: liefde’ (1986) gaat over het verwerken van verlies en pijn na de Shoah…

„… maar ook over het helen van de wonden van een trauma. Ik krijg vaak van lezers te horen dat ik onrecht probeer te vergeven, maar dat is niet zo. Ik probeer te helen. Als iemand na lezing van mijn boeken anders over de dingen denkt, dan ben ik geslaagd. Met een verhaal kun je de bekende werkelijkheid in nieuwe woorden vertellen. En daarmee kun je je lezers bevrijden uit een vastgeroest narratief. Of het nu over man en vrouw gaat, over ouders en kinderen of over Palestijnen en Joden.

„We zitten te veel gevangen in de officiële versies van de werkelijkheid. We houden te veel vast aan het bekende, rigide verhaal. In literatuur en politieke essays kun je het conflict vanuit een andere invalshoek bekijken. Het huidige conflict moet je niet zien als een tekst geschreven door Joden en de Palestijnen tezamen. Pas als je je daarvan losmaakt, is er een kans op herstel van de verhoudingen.”

Ziet u de bereidheid daartoe ook aan Palestijnse zijde?

„Als ik Palestijnen ontmoet, wat nog maar zelden gebeurt omdat zij geen normalisering van de huidige situatie willen, merk ik dat de kloof tussen ons kleiner is dan je zou denken. Maar er is ook nog genoeg ruimte om de manipulatoren vrij spel te geven.”

En dat komt door de Palestijnse leiders?

„Ja, die worden gekozen omdat bange mensen op krijgers stemmen. En krijgers hebben de neiging hun mensen ten oorlog te voeren.”

In uw romans en vooral in ‘Zie: liefde’, is de erfenis van de Shoah alom aanwezig. Beïnvloedt die erfenis de Israëlische politiek niet in hoge mate?

„De Shoah is er altijd, soms in diepere lagen van ons leven, soms schiet die naar de oppervlakte. Je kunt zo’n groot trauma niet zo snel genezen. Natuurlijk moeten we de Shoah niet vergeten, maar die mag geen middel zijn om de wereld mee te manipuleren, zoals Netanyahu doet. Het zal zeker nog een generatie of twee duren voordat we er op een andere, rechtvaardigere manier mee om kunnen gaan.”

Er zit altijd humor in uw boeken, hoe tragisch het verhaal ook is. Is humor essentieel voor u?

„Jazeker. Humor laat je een mate van flexibiliteit zien. Ook bewijst het dat je niet vastzit in een bepaalde situatie, maar dat je de dingen vanuit een ander standpunt kunt zien. En als je lacht, dan adem je, zelfs als je de meest vreselijke grappen vertelt over Joden en nazi’s, zoals ik de hoofdpersoon laat doen in mijn roman Komt een paard een kroeg binnen.”

Nu uw vrienden Amos Oz en A.B. Yehoshua dood zijn, staat u als linkse vredesactivist vrij alleen. Zijn er opvolgers?

„Nauwelijks. Weliswaar hebben we de jonge schrijvers Nir Baram en Eskol Nevo, maar daar blijft het bij. De meeste schrijvers en kunstenaars hebben geen zin om hun kunst met politiek te vermengen. Ook omdat je in Israël als linkse activist gedoemd bent en geboycot kunt worden.”

Is dat u ook overkomen?

„Mensen zijn weliswaar tegen mijn opvattingen, maar ze houden van mijn boeken.”

David Grossman treedt vrijdagmiddag op in de OBA in Amsterdam en zondag in het programma Buitenhof.

Lees verder…….