Dankzij Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman (1934-2024) begrijpen ook economen dat mensen geen rationele wezens zijn

Het is amper nog voor te stellen, maar tot diep in de jaren tachtig was de mens voor de meeste economen een volstrekt rationeel wezen. Mensen nemen beslissingen op basis van het welbegrepen eigenbelang, zo werd breed aangenomen in het economische wereldje. Het maakte de economische wetenschap ook tot een fijne toekomstvoorspeller: wie alle belangen samen in een mathematisch model goot, kon zo uitrekenen wat de economie zou gaan doen.

Die denktrant, die zeker nog niet helemaal is uitgestorven, was bij economen dominant totdat de woensdag op 90-jarige leeftijd overleden psycholoog Daniel Kahneman zijn intrede deed. Hij liet met zijn werk zien: mensen nemen vaker niet dan wel rationele beslissingen. Vaak spelen instinct, vooroordelen en emoties een doorslaggevende rol.

Kahneman, Israëliër en Amerikaan, werd breed bekend met zijn boek Thinking, Fast and Slow (2011, Nederlandse titel: Ons feilbare denken). De intuïtieve, snelle manier van denken die vaak om de hoek komt kijken bij onze beslissingen noemde hij ‘systeem 1’. Daartegenover staat ‘systeem 2’, de tragere, meer rationele en afgewogen kant van ons brein.

In 2002 kreeg Kahneman – die nooit enige scholing had gehad in de economie – de Nobelprijs voor de Economie, voor het „integreren van psychologisch onderzoek in de economische wetenschap, vooral waar het gaat om menselijk oordeelsvermogen en het nemen van beslissingen temidden van onzekerheid”, aldus het Nobelcomité destijds. Kahneman staat aan de wieg van wat bekend is komen te staan als de school van de ‘gedragseconomie’.

De homo economicus

De doorbraak van de gedragseconomie in de economische wetenschap vond plaats in 1985, tijdens een conferentie aan de universiteit van Chicago, schrijft The New York Times. Dat was bijzonder, want Chicago was juist een bolwerk van die oude manier van denken over economie, waarin de berekenende homo economicus centraal stond. Dit wordt ook wel de school van de „rationele verwachtingen” genoemd.

Samen met zijn naaste collega en goede vriend Amos Tversky, tevens psycholoog, toonde Kahneman gedurende zijn carrière aan dat mensen helemaal niet altijd logisch en consistent handelen. Ze nemen dure verzekeringen voor relatief goedkope apparaten. Ze zitten uren in de auto voor korting op een kleine aankoop, maar geven niet om hetzelfde bedrag als meerprijs bij een grote aankoop. Ze verminderen hun consumptie niet als ze weten dat hun inkomen op de lange termijn onder druk staat. Ze volgen beleggingsadvies van iemand die twee jaar succesvol is geweest met beleggen, zonder de rol van toeval in het beleggen te erkennen. Mensen lijken ook meer te worden gedreven door de angst een bepaald geldbedrag te verliezen, dan door de mogelijkheid om hetzelfde bedrag te verdienen (‘verliesaversie’).

In het Israëlisch leger

Daniel Kahneman werd in 1934 geboren als kind van Litouwse Joden die naar Frankrijk waren geëmigreerd. Zijn geboorteplaats was Tel Aviv (toenmalig Brits Mandaatgebied Palestina), waar zijn moeder familie bezocht. De familie overleefde de bezetting door de nazi’s van Frankrijk en vertrok daarna naar Brits-Palestina. Kahneman studeerde psychologie in Jeruzalem en diende in het leger van de in 1948 gestichte staat Israël.

In het leger, zo schrijft persbureau AP, werd Kahneman zich bewust van de feilbaarheid van menselijke oordeelsvorming. Officieren dachten potentieel talent voor een officiersopleiding te kunnen aflezen aan groepsopdrachten, waarbij de natuurlijke leiders vanzelf zouden opstaan. Toen bleek dat deze tests helemaal geen goede voorspeller bleken voor toekomstig talent, bleef het leger er toch aan vasthouden, want intuïtief leken ze juist. „Dat was de eerste cognitieve illusie die ik ontdekte”, zou Kahneman later schrijven.

Kahneman promoveerde daarna in de psychologie aan de universiteit van Berkeley (Californië) en werkte afwisselend in de VS en in Israël. Sinds de jaren negentig werkte hij als hoogleraar aan de universiteit van Princeton (New Jersey) en woonde hij in New York. Hij was getrouwd met de ex-vrouw van zijn in 1996 overleden vriend Tversky.

Grote invloed

De invloed van Kahneman en Tversky op het economische vakgebied kan eigenlijk niet overschat worden, zei Richard Thaler in 2017, een leerling van hem en tevens Nobelprijswinnaar. In elke editie va het toonaangevende vakblad American Economic Review staan wel twee of drie gedragseconomische artikelen, zei Thaler in The Wall Street Journal. Thaler zelf werd in 2008 breed bekend met het gedragseconomische boek Nudge, waarin hij met collega Cass Sunstein laat zien dat gedrag van mensen (bijvoorbeeld op het gebied van gezond eten) met zachte hand kan worden verbeterd.

In de laatste jaren voor zijn dood ontwikkelde Kahneman een bijzondere interesse voor kunstmatige intelligentie. „Mensen zullen eraan wennen dat oordelen zullen worden geveld door AI”, zei hij vorig jaar in een interview met de Griekse krant Kathimerini. „Op elk terrein waar AI op basis van dezelfde informatie beslissingen neemt als mensen, zal AI altijd absoluut superieure beslissingen nemen.”