Column | Zo ken ik mijn seksisten weer

In Brussel paradeert museum Bozar met een tentoonstelling over 100 jaar surrealisme in België en noemt die: ‘Histoire de ne pas rire’. Niet lachen, dat moet je nooit zeggen. Zeker als je van die grappige zaalteksten uitserveert. Deze bijvoorbeeld, onder de kop ‘Het vrouwelijk naakt’. Hij stelt vast dat de surrealisten vrouwen vaak „nogal stereotiep afbeelden, geïdealiseerd als muze of gereduceerd tot lustobject”. Wat waar is, en dat dondert niet zolang je er maar niet omheen draait. Maar, vervolgt de tekst, dat moeten we zo niet zien, want dat naakt diende als „een wapen tegen de Kerk en de bourgeoisie. Het gaat erom de goegemeente wakker te schudden en hoe kan dat beter dan met het naakte lichaam als instrument.” Nou, dat kan makkelijk beter, hoor: met mannelijk naakt schop je de burgermens pas echt tegen de schenen. Maar dat zie ik niet, hier.

Ik zie wel dat deze rijkgevulde overzichtsexpositie van slechts twee vrouwen werk selecteerde, met het accent op Jane Graverol die schilderde in de stijl van de mannen. De andere is de veel originelere surrealiste Rachel Baes, met haar spichtige meisjes in japonnen als fleurige dwangbuizen. Maar zij wordt afgedaan met een paar doeken en nauwelijks uitleg. Zo ken ik mijn seksisten weer.

Tegengas blijft nodig, zonodig met een bommetje. Dat is leuk om te doen, want de mikpunten voelen feilloos dat ze mikpunt zijn en zitten meteen op de kast.

Zo spande een man een rechtszaak aan omdat hij in het MONA-museum in Tasmanië niet naarbinnen mocht bij ‘The Ladies Lounge’. Dat is een installatie van Kirsha Kaechele, in de vorm van een weelderig ingerichte pub. ‘Women only’, afgezien van de bediening, daarvoor kan „iedere goeduitziende man onder de 25” solliciteren. Kaechele werd er recent voor geïnspireerd doordat de stamgasten van een café haar verwezen naar de ‘ladies lounge’ – overblijfsel uit de tijd voor 1965, toen Australië vrouwen bij wet de toegang tot een bar verbood.

Kirsha Kaechele: Performance bij de rechtbank (2024).
Foto Mona/Charlotte Vignau

Die museumbezoeker mocht Kaecheles Ladies Lounge dus niet binnen. Juist doordat hij als man werd geweigerd, maakte hij het werk optimaal mee. Maar dat wilde hij niet weten, hij stapte naar de rechter. Waarop Kaechele reageerde zoals een kunstenaar betaamt: met een performance.

Ze verscheen ter zitting met 25 vrouwen in blauw mantelpak. Zwijgend begeleidden ze met gesynchroniseerde bewegingen de rechtszaak. Ze leunden voorover, keken over de rand van hun bril, ze kruisten collectief hun benen (een ooggetuige spreekt van ruisend nylon). Wat was ik daar graag bij geweest, alleen al de beschrijving is onbetaalbaar. Het slot zie ik via YouTube: de vrouwen swingen naarbuiten op Robert Palmers song: ‘The trend is irreversible / The woman is invincible’.

Ik zie ze en ik weet: wat de rechter ook beslist, de kunst van vrouwen bestaat en dat is niet terug te draaien.