Column | Sculpturen

Ellen Deckwitz

Momenteel zit ik voor werk in Jakarta en zaterdagavond was mijn hotellobby gevuld met alleen maar opgedofte mensen, zelfs de kleuters droegen rouge. Ik vroeg aan de receptioniste of er misschien een bruiloft werd gehouden en ze antwoordde dat dit weekend de nationale schoonheidskampioenschappen waren voor zowel mannen, vrouwen als kinderen.

Na slechts twintig minuten zeuren liet de organisatie me aanschuiven. Ik keek mijn ogen uit. De deelnemers toonden hun dansvaardigheid en paradeerden rond in Kardashianstrakke kleding. Ze hielden betogen voor wereldvrede en vonden dat er meer aandacht moest komen voor de kunsten omdat er, en ik verzin dit niet, veel geld mee kon worden verdiend. Er was vrij weinig aan de hand tot de jury de zaal verliet om te overleggen. Als pauze-act werden twee grote projectieschermen uitgerold om een film over de hoofdsponsor te tonen. Er kwam een arts in beeld die vertelde hoe trots hij was dat hij de boel mocht financieren. Hij bleek de bekendste plastisch chirurg van Indonesië te zijn en leidde de kijkers rond in zijn enorme kliniek terwijl hij vertelde over vet afzuigen, ooglidcorrecties en bilvergotingen.

Een zwaar opgemaakte deelneemster van een jaar of acht reageerde even enthousiast op hem als Nederlandse leeftijdgenootjes op Sinterklaas. Aan mijn tafel begonnen de jongedames opgewonden te kletsen, en ik mengde me in het gesprek.

„Kennen jullie hem?”

Een aanzienlijk deel van de meisjes dankte haar gezicht of figuur aan hem. Mijn buurvrouw trok voorzichtig haar mondkapje naar beneden. Haar onderkaak was blauwpaars en behoorlijk gezwollen. „Nieuwe kin!” zei ze trots. „Van hem!” Ze wees diverse kandidaten aan die ook bij de sponsor onder het mes waren geweest.

„Is dat niet een beetje vals spelen?” vroeg ik voorzichtig.

„Dan is je haar verven ook valsspelen”, zei ze lachend (dat vond ik toch wat ingewikkeld, want tenzij je een erg hardhandige kapper hebt, hoef je voor een nieuwe haarkleur niet onder narcose).

„Een deel van deze wedstrijd”, verduidelijkte een ander, „is ook hoe mooi je jezelf wílt laten maken. Net zoals bij een” – ze zocht even naar het woord – „patung”.

Een sculptuur.

De volgende ronde begon. Ik zag geen mensen meer maar beeldhouwwerken van vlees, kraakbeen en siliconen. In de meest acceptabele vorm gesneden, gehecht en afgelakt.

Mijn buurvrouw stootte me aan. Of ze misschien wat van mijn water mocht. Haar nieuwe kin begon weer pijn te doen, ze moest haar pijnstillers en antibiotica voor vandaag nog innemen.

Ellen Deckwitz schrijft op deze plek een wisselcolumn met Marcel van Roosmalen.

Lees verder…….