Column | Parlementariërs

Marcel van Roosmalen

Het begon in de jaren negentig van de vorige eeuw met hier en daar een mal hoofddeksel op het hoofd van een parlementariër, waar de pers dan meteen bovenop dook. Inmiddels lopen zoveel volksvertegenwoordigers er zo gek bij dat ze van gekkigheid bijna niet meer opvallen. Over de plannen van het kabinet gaat het allang niet meer op de Derde Dinsdag van september, die zijn dan al breed bekend, want uitgelekt, en bovendien is de kwaliteit van de parlementariërs dusdanig laag dat ze niet in staat zijn tot het geven van context. Waar ze precies voor staan kunnen we één dag per jaar aflezen aan hun kleding.

De media is mee afgegleden, grootste nieuws dit jaar was de leesbril van de koning. Echt waar, de koning stoethaspelde zich dit jaar met leesbril door de troonrede, bijgestaan door zijn echtgenote, oudste en middelste dochter. De tocht met de koetsjes door het centrum van Den Haag, ooit feestelijk bedoeld, werd dit jaar gadegeslagen door oranje-fanaten en boze mensen. Twee uitersten waartussen een normaal mens gelukkig niet hoeft te kiezen. Zoals ieder jaar waren er al in de ochtend reportages op televisie waarin orangisten, mensen in het oranje, al vroeg van huis vertrokken om de koninklijke familie een hart onder de riem te steken. Een man in een colbert vol speldjes, aandenkens aan historische gebeurtenissen waarvan hij anoniem getuige was geweest, zei dat Prinsjesdag voor hem ieder jaar weer een feestdag was waarop hij de democratie vierde door de niet gekozen monarch te prijzen.

De woedende mensen roerden zich vooral op X, boos op alles en iedereen, maar vooral op de media die te weinig hadden opgemerkt hoe ze de koninklijke familie en alle andere boven ons gestelden woedend hadden bejegend. De koninklijke familie verscheen op het bordes, het verdeelde volk eronder. Gefluit en gejuich. De koning nu weer zonder leesbril, koningin Máxima tegen de klippen op zwaaiend en prinses Alexia, voor het eerst, maar wel gezegend met de juiste mimiek die zei: ‘als jullie er geen zin in hebben dan ik toch zeker ook niet’.

Als ze al genoot dan was het omdat ze blij was dat haar zus en niet zij de eerstgeborene is.

Ondertussen stonden overal in Den Haag parlementariërs uit te leggen welk statement ze met hun uitdossing wilden maken. Tussen alle gekkigheid miste ik Pieter Omtzigt, hij was er ongetwijfeld wel, die juist door zijn saaiheid de verkiezingen dreigt te gaan winnen. Een gek land krijgt een saaie regent. Was het maar andersom, dan konden we tenminste weer eens lachen om die ene met dat malle hoofddeksel.

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.

Lees verder…….