Column | Kuifje op Wimbledon

Marijn de Vries

Kuifje speelt tegenwoordig tennis, wisten jullie dat? Met een petje met de klep naar achter. En, alleen als hij niet speelt, zo’n fijne schalkse blik. Pretogen en een scheef lachje, onder een blonde kuif. Ze noemen hem Tim, maar ik heb hem wel door. Dat is zijn schuilnaam. Kan niet anders. Want alleen Kuifje beleeft zulke ongelooflijke avonturen als Tim nu doet op Wimbledon. Deze week versloeg hij een reus. En daarna veegde hij Rambo van het gras.

Met open mond zat ik te kijken hoe tennisballen niet groter dan pruimen leken in de handen van Reilly Opelka, de reus die ik bedoel. Zijn racket leek niet voor tennis, maar voor badminton gemaakt. Zijn arm zwaaide tot de hemel als hij het balletje tussen zijn ellenlange vingers opgooide en serveerde. Alsof hij vanuit een boom kanonskogels afvuurt, las ik ergens. Soms leek het alsof je naar een vertraagde opname zat te kijken. Maar wat wil je ook: een man van 2 meter 11 en 102 kilo beweegt nu eenmaal niet zo vinnig – al beweegt deze tennisreus verrassend soepel voor zijn lengte.

Tot voor kort had Tim van Rijthoven nooit een groot toernooi gewonnen. Tot voor nog veel korter stond hij nog nooit op een grandslamtoernooi. En nu wint hij ineens wedstrijd na wedstrijd op Wimbledon: Kuifje de wildcardverzamelaar, de tennisballenfluisteraar, met het uitgestreken gezicht van een pokeraar. Niet teveel voelen bij een slechte bal, of een fantastisch punt. Niet teveel denken, maar gewoon doen. De opdracht uitvoeren. De bal precies plaatsen zoals hij al zijn hele carrière probeerde, maar wat nu plots perfect lukt.

Hoe dat kwartje ineens viel, dat zou ik willen weten. Veel kwartjes vallen wel eens, maar komen net als dubbeltjes vaak op hun kant terecht – en rollen dan weer weg. Een eendagsvlieg, noemen we dat dan. Maar Tims kwartje lijkt plat te liggen. Zo stevig als een huis. Op Wimbledon speelt hij zoals hij in Rosmalen, waar hij won, ook deed: constant. Met precisie. Zelfs tegen een reus die vaak alleen maar hoeft te serveren om te winnen. Zelfs tegen Rambo Nikoloz Basilasjvili, die niet wist wat hem overkwam. In drie sets van de baan, bedankt en de groeten thuis.

Ik bestudeer Tims gezicht terwijl hij speelt. Er valt niets aan af te lezen. Hij doet dat bewust, om zich door niets af te laten leiden, zelfs niet door zichzelf. Ik vind dat even mooi als knap. Want Wimbledon laat niemand onberoerd. Daar op het gras stappen, doet zelfs de grootste grandslamkampioenen wat. Als je al je gedachtes in de kiem kunt smoren, en er alleen maar bént, alleen maar dóet – dan heb je het grootste geheim in de sport misschien wel ontrafeld. Bijna niemand kan dat, en zeker niet voor lange tijd. Tim houdt het al veel langer vol dan ik ooit had kunnen denken. Eerlijk is eerlijk: die reus had ik hem echt niet zien verslaan. En Rambo dus ook niet, want die partij had dan niet eens bestaan.

Maar ik had beter moeten weten. Dit is niet het verhaal van zomaar een tennisspeler. Dit zijn de ongelooflijke avonturen van Kuifje de wildcardverzamelaar, de tennisballenfluisteraar, op Wimbledon.

Marijn de Vries is oud-profwielrenner en journalist.

Lees verder…….