Column | De Palestijnen bestaan niet en Jordanië is Groot-Israël

De Palestijnen zijn fictie, zei een Israëlische minister in Parijs. Pikken Israëls nieuwe Arabische vrienden dergelijke uitspraken? Ja, ziet .

Dwars

Hoeveel schade berokkenen extreem-rechtse Israëlische ministers met hun bijbehorend extreme uitspraken de positie van Israël? Je zou verwachten: véél schade, meteen muilkorven die lui! De nieuwe betrekkingen met voorheen niet-bevriende Arabische leiders vergen immers wel enig onderhoud. Vooral omdat hun bevolkingen volgens peilingen nogal wat moeite houden met Israël en in tegenstelling tot hun leiders blijven sympathiseren met de bezette Palestijnen.

Ik ga het dus hebben over minister van Financiën Bezalel Smotrich, die van „Huwara moet worden weggevaagd”, het Palestijnse stadje waar een massa naburige kolonisten eind februari brandschattend rondtrok. Daar kwam een hoop ophef over, ook van de zijde van de nieuwe Arabische vrienden, en Smotrich had het eigenlijk niet zo bedoeld, zei hij. Maar het gaat me vandaag over een versere uitspraak van hem, van 19 maart, dat Palestijnen niet bestaan. In Parijs tijdens een herdenking van Jacques Küpfer, ook een extreme ideoloog, die „Palestinianisme”, steun voor Palestijnse rechten, als nóg gevaarlijker betitelde dan corona. Gezien de wereldwijde onverschilligheid voor Palestijnse rechten betwijfel ik dat, maar goed.

Wat zei Smotrich? „Na tweeduizend jaar ballingschap keert het volk van Israël naar huis terug, en er zijn Arabieren in de buurt die dat niet leuk vinden. Dus wat doen ze? Ze vinden een fictief volk uit en claimen fictieve rechten in het Land van Israël om de zionistische beweging te bestrijden.” Stel je voor dat we het Joodse volk zo van de kaart veegden, maar hij staat in zijn overtuiging bepaald niet alleen. Het is het oude idee van ‘een land zonder volk voor een volk zonder land’. Zonder volk: volgens de census van 1922 telde het gebied 660.000 Arabische moslims en christenen en 84.000 Joden.

Maar er was nóg iets daar in Parijs: de kaart die aan Smotrichs lessenaar was bevestigd van Israël, de bezette Palestijnse gebieden en Jordanië, dat wil zeggen het post-WO-1-mandaatgebied Palestina. De Britten hakten in 1923 Transjordanië eraf en sloten dat uit van Joodse immigratie, tot woede van de zionistische beweging. „Twee oevers heeft de Jordaan – deze is van ons en die eveneens”, dichtte de maximalistische ideoloog Jabotinsky, in 1929. De Westelijke Jordaanoever, en de oostelijke, Jordanië.

Smotrich is niet de eerste Israëlische leider die plannen met Jordanië heeft. Zie wijlen Sharon met zijn „Jordanië is Palestina”. Hij wilde de monarchie ten val brengen, en de Westbank-Palestijnen Jordanië in duwen. Een optie die in 2006 ook werd omarmd door premier Netanyahu. Iedereen weet dat Smotrich de Westelijke Jordaanoever wil annexeren (voor zover die feitelijk niet al geannexeerd ís). Maar hier pikt een prominente Israëlische minister publiekelijk ook Jordanië in.

Wat is de schade? Nou, geen buitenland wil Smotrich officieel ontvangen. Zijn baas Netanyahu kreeg wél een officiële ontvangst in Rome, Berlijn en Londen, maar zonder gezellige persconferentie waarop journalisten ongezellige vragen stellen. Een Amerikaanse onderminister ontbood de Israëlische ambassadeur. Bevriende Arabische landen hintten op repercussies. Het Jordaanse parlement gelastte de regering Israëls ambassadeur uit te wijzen.

Er gebeurde dus niks. Jordanië wees niemand uit, de Britten tekenden een veiligheidsakkoord met Israël en de Amerikanen lieten weten: „Israël blijft een nauwe bondgenoot en een goede, goede vriend.” Ik kijk uit naar de volgende provocatie.

Carolien Roelants is Midden-Oostenexpert en scheidt op deze plaats elke week de feiten van de hypes.

Lees verder…….