Column | De goede oude tijd waarin het Songfestival nog níet om politiek draaide

Natuurlijk, het is inmiddels traditie dat er heisa is rond het Songfestival, maar zelden brak die heisa zo vroeg los als dit jaar en niet eerder was hij zo heftig. De afgelopen weken vond er een heuse handtekeningenoorlog plaats over de deelname van Israël. Artiesten als Robyn en First Aid Kit waren tegen, Helen Mirren en Boy George waren voor (zie het internet voor meer info) en ondertussen probeerde de festivalorganisatie uit te leggen dat Eurovisie apolitiek is omdat er geen regeringen aan deelnemen maar omroepen en dat Israël dus prima kon meedoen.

Dat was natuurlijk wel erg makkelijk. We zagen afgelopen mei Mia en Dion tijdens de openingsceremonie toch echt de Nederlandse vlag zwaaien in plaats van die van AVROTROS. En toen België zijn jurypunten uitdeelde was op de achtergrond het Atomium zichtbaar in plaats van de VRT-gevel.

Zelden brak heisa rond het Songfestival zo vroeg los als dit jaar, en niet eerder zo heftig

Artiest en omroep worden bij Eurovisie al vanaf het begin vereenzelvigd met het land van oorsprong waardoor een totum pro parte zo gemaakt is. Met weer allerlei andere heibel als gevolg: wie geeft punten aan wie (vriendjespolitiek!), staat die tractor waarover wordt gezongen voor een voertuig of toch voor de Wit-Russische president Loekasjenko (zoals bij de Kroatische inzending van afgelopen jaar) en ga zo maar door. Het festival is, of de organisatie het nou wel of niet wil, politiek tot op het bot.

Inmiddels is bekend dat de Russisch-Israëlische zangeres Eden Golan Israël zal vertegenwoordigen. Maandagavond werd gelekt dat het mogelijke nummer waarmee ze zal deelnemen de titel October Rain draagt. Weer was er onrust, want in oktober vond immers de terreurdaad plaats die het startschot vormde voor de oorlog. Er kwam verder weinig over de inhoud naar buiten, behalve dat er zowel in het Engels als in het Hebreeuws zal worden gezongen, maar alleen al de titel was genoeg om de discussie te starten of met het nummer de aanslag zou worden gepolitiseerd. Online ging het alweer los en haastig zei de desbetreffende omroep, Keshet 12, dat het allesbehalve zeker was dat dit nummer zou worden geselecteerd.

Dat lag overigens niet aan de tekst maar gewoon aan geld. De producers konden het niet eens worden over de royalty’s.

En zo breekt de ene na de andere klomp en denk je terug aan de goede oude tijd waarin de wereld nog niet zo’n bende was. Je gewoon nog kon doen alsof het Songfestival niet om politiek of kapitaal draaide, maar, weet ik veel, om iets als eenheid, of verbinding of desnoods muziek. Ofzo.

Ellen Deckwitz schrijft op deze plek een wisselcolumn met Marcel van Roosmalen.