Column | De brutaliteit

Ellen Deckwitz

Altijd lachen met Shell en ExxonMobil. Naar aanleiding van het rapport over de aardgaswinning in Groningen lieten ze hun woordvoerders vrijdag roepen dat er jarenlang inderdaad te weinig is gekeken naar de belangen van de Groningers en dat de nadruk inderdaad veel te veel op geld lag. Het zijn uitspraken die hadden kunnen getuigen van zelfinzicht, empathie en wie weet zelfs boetvaardigheid, maar weinig geloofwaardig bleken aangezien de twee fossiele bedrijven alsnog compensatie willen voor het gas dat ze niet meer mogen oppompen uit de Groninger bodem.

„Hoe halen ze het in hun hoofd!” bulderde een oud-studiegenoot wiens herenboerderij op het Groningse platteland dankzij de bevingen inmiddels meer uit barsten dan uit baksteen bestaat.

Nou ja, ik begreep het wel. Ik moest denken aan wat Filip Schittecatte, voormalig commercieel directeur van ExxonMobil Nederland van 2014 tot 2019, zei toen hij vorig jaar aanschoof bij de parlementaire enquête. Eerder had hij de getroffen gebieden bezocht en de desastreuze gevolgen van de gaswinning met eigen ogen gezien, maar het deed hem niet van koers veranderen, want, zo hield hij tijdens de verhoren vol: „Met het risico dat ik koud overkom… mijn rol zat aan de commerciële kant.”

‘Het is niet meer dan logisch dat Shell en ExxonMobil die compensatie durven te eisen’

Daar was hij weer, die aloude drogreden dat het zakelijke en het humane elkaar uitsluiten. Daar was de samenwerking met Den Haag dan ook op gebaseerd: ExxonMobil en Shell gingen voor de winst, de overheid voor het beschermen van de goegemeente en dan vonden ze elkaar wel in het midden, behalve dan dat de overheid ook gewoon voor het geld ging en de belangen van de fossiele industrie boven die van de haar burgers stelde. Dat schiep het precedent, waardoor Shell en Exxon-Mobil zichzelf nu ook opeens als gedupeerden zien.

Achter de schermen kregen de olie- en gasgiganten een voorkeursbehandeling. Er waren geheime afspraken, memo’s die verdwenen, telefoontjes met hooggeplaatste bewindspersonen. Er was Shell-topman Ben van Beurden die tijdens zijn verhoor zei dat hij Mark Rutte zowel zakelijk als privé als een ‘vriend’ beschouwde. Er waren gezellige borrels en dinertjes tussen de top van de overheid en het bedrijfsleven, terwijl de Groningers ondertussen trillend in hun huizen zaten.

„Het is niet meer dan logisch”, zei ik tegen mijn Groningse vriend”, dat Shell en ExxonMobil die compensatie durven te eisen. Den Haag creëerde een monster.”

„Ja”, mompelde hij, „die van zichzelf mag zeggen dat de nadruk te lang op geld lag én tegelijkertijd doodleuk alsnog geld eist.”

Van een land dat al diep genoeg in de buidel mag gaan tasten voor de puinhopen van hún verdienmodel.

Ellen Deckwitz schrijft op deze plek een wisselcolumn met Marcel van Roosmalen.

Lees verder…….