Column | Aftrappers

Marcel van Roosmalen

Ik was door de bibliotheek in Lelystad gevraagd als ‘aftrapper van het culturele seizoen’. Ik ging met het openbaar vervoer, de reis duurde vanwege werkzaamheden aan het spoor extra lang. Drijfnat van het zweet kwam ik aan. Het stationsplein was niet om vrolijk van te worden, maar viel me toch mee. Ik had ‘Lelystad’, het meesterwerk van schrijver Joris van Casteren nog in het hoofd zitten, waarin hij de stad waarin hij opgroeide jaloersmakend fileert. Ik at een frietje knoflooksaus bij de FEBO en bladerde door het tijdschrift Party. Ineens hing de interviewer van dienst al in mijn nek, een man met een pet en een Panorama-verleden. Hij vond het „complex voor iedereen” dat hij ook Marcel heette. Hij had al mijn boeken van kaft tot kaft gelezen, al mijn podcasts beluisterd, televisieprogramma’s teruggekeken en een interviewstrategie bedacht. Hij liet een notitieblok vol vragen zien. Hij begon maar vast met ze te stellen zodat hij aan mijn reactie kon opmaken waar ik meest op aansloeg.

De bibliotheekmedewerkers hadden er al een hele dag opzitten, de belangstelling voor het culturele seizoen was veel groter dan verwacht, iedereen was er zweterig van geworden. Mijn publiek bestond vooral uit mensen met grijs haar. Ze hadden allemaal een ansichtkaart gekregen met verschillende smileys erop. Een bibliotheekmedewerker: „Na afloop moet u een scheur maken bij de juiste smiley. Dan weet de directie hoe u het gevonden heeft. Gooi de kaarten in de strooien hoed op de versierde stoel. Ik herhaal: de strooien hoed op de versierde stoel.”

We, ik en andere Marcel, werden op een oranje en een zwarte troon gezet. We wilden wel, maar van een klik was geen sprake. Het werd ongemakkelijk, er vielen stiltes. In de pauze vormde zich een lange rij Lelystedelingen voor de signeertafel, ze wilden weten wat ik van hun stad en van de interviewer vond. Een paar meter verderop werd ‘andere Marcel’ moed ingesproken door bekenden en bibliotheekmedewerkers. Een mevrouw uit Deventer gaf me een zelfgemaakte kaart met een vogel erop, een ander met een infuus in de arm had in de Arnhemse wijk Presikhaaf op de middelbare school gezeten, er waren twee mensen met een seizoenkaart bij Vitesse en er was een student journalistiek uit Zwolle die graag reportages wilde schrijven. Andere Marcel kondigde aan dat hij uit een ander vaatje ging tappen.

„Het zal sneller gaan, spontaner en directer.”

Toen zijn microfoon het begaf kreeg hij de zaalmicrofoon, waardoor hij tijdens het interviewen soms de zaal inliep. Op het laatst interviewden twee belangstellenden elkaar met zijn microfoon.

De belangstellenden ondergingen de avond met elkaar, zoals ze ook het leven ondergingen. Een Lelystedeling zei dat hij in Lelystad bleef wonen omdat hij bang was dat teruggaan naar waar hij vandaan kwam waarschijnlijk zou uitlopen op een nog grotere desillusie.

„En zo denken de meesten hier.”

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.

Lees verder…….