Colette van Eerd over het turbulente jaar van Jumbo: ‘We zijn dol op elkaar en dat blíjven we’

Interview Broer Frits moest na zijn arrestatie weg als topman, oprichter en vader Karel overleed. Colette Cloosterman-Van Eerd over het jaar bij Jumbo. „Het is allemaal erg… ja, raar.”

Beeld Andreas Terlaak

Voorzichtig tikt ze met de zware houten hamer op het bureau. Pok. En dan nog eens, ietsje harder. Het geluid galmt door haar werkkamer. Verbaasd kijkt Colette Cloosterman-Van Eerd van het voorwerp in haar hand naar het glanzend opgepoetste tafelblad. „Ik snap niet hoe hij dit vroeger deed. Dat die tafel er niet helemaal áán is gegaan.”

Hij – dat is haar vader, Karel van Eerd, grondlegger van supermarktketen Jumbo. Al in 1956, als achttienjarige, kreeg hij de leiding over het familiebedrijf. Destijds was dat nog een bescheiden groothandel, Van Eerd maakte er de op één na grootste supermarktketen van het land van, na Albert Heijn. Zo’n dertig jaar geleden gingen ook dochters Colette en Monique en zoon Frits in het familiebedrijf aan de slag. In 2002 volgde Frits zijn vader op als topman, zijn oudere zus Colette werd verantwoordelijk voor het uitdenken en verbeteren van het Jumbo-concept. Monique, de jongste, bewaakt de bedrijfscultuur.

De afgelopen anderhalf jaar haalde Jumbo op een heel andere manier de publiciteit. Frits van Eerd werd in september 2022 aangehouden op zijn landgoed in het Noord-Brabantse Heeswijk-Dinther, in een grootschalig onderzoek naar witwassen via onder meer autohandel, vastgoed en sponsorcontracten in de motorsport. Hoofdverdachte is Theo E., een goede bekende van Frits van Eerd. Het onderzoek is nu afgerond, onduidelijk is of het OM overgaat tot vervolging. Frits van Eerd is inmiddels vervangen als topman.

We zitten in het vroegere kantoor van Karel van Eerd. Het bestond al in de tijd dat het familiebedrijf nog een groothandel was. De rest van het huidige hoofdkantoor is er later tegenaan gebouwd, zegt Cloosterman-Van Eerd. „Hier heeft hij 65 jaar gewerkt, hier liggen de wortels van het bedrijf.” Haar vader bleef tot zijn dood, op 84-jarige leeftijd in december vorig jaar, nauw bij Jumbo betrokken. De laatste dertien jaar was hij voorzitter van de raad van commissarissen.

Sinds het vertrek van haar broer als topman en het overlijden van haar vader is Colette Cloosterman-Van Eerd (57) het meest zichtbare familielid bij Jumbo (ruim 10 miljard euro omzet, 100.000 werknemers). In maart werd ze president-commissaris en kreeg ze de symbolische voorzittershamer. Die overdracht vond plaats op een moment dat de supermarktketen het ook zakelijk lastig had: voor het eerst in decennia liep het marktaandeel terug, naar iets meer dan 21 procent. Ook de waardering van klanten nam af.

Behalve een nieuwe president-commissaris kreeg Jumbo ook een nieuwe topman: Ton van Veen, de voormalige financieel topman. Frits van Eerd is nu verantwoordelijk voor de holding waarin de familie al haar bezittingen, zoals ook het belang in warenhuisketen HEMA, heeft ondergebracht. De drie kinderen bezitten ieder een derde van de aandelen.

Een jaar na de dood van haar vader blikt Cloosterman-Van Eerd terug op wat zich sinds de arrestatie van haar broer rond Jumbo heeft afgespeeld, en hoe het nu verder moet. Het is, op af en toe een korte schriftelijke verklaring na, voor het eerst dat iemand van de oprichtersfamilie naar buiten treedt.

Waarom hebben jullie zo lang gewacht?

Ze is even stil. „Zo’n onderzoek is echt schrikken, natuurlijk. In zo’n geval wil je er eerst zijn voor de familie, en voor Jumbo. Dus we hebben ons vooral ín het bedrijf laten zien. We wilden ook de zaken voor elkaar hebben, voor we erover vertellen. We zijn sowieso niet heel erg van: hallo, hier zijn we. We zijn meer doeners.”

Hoe beleefde u die dag van de arrestatie?

„We hadden die ochtend commissarissenvergadering toevallig, in een van onze distributiecentra. Daardoor konden we snel schakelen. We hebben meteen een crisisteam opgezet, onder leiding van Ton.” Dat is de huidige topman. „Je wil voorkomen dat het Jumbo raakt. Maar we wisten niet meteen hoe groot het was.”

Dus grote besluiten stel je dan uit?

„Ja, we wilden eerst van Frits horen – natúúrlijk – hoe hij erin zat. Wat er was gebeurd.”

Hij zat vijf dagen vast. Hoe was dat eerste gesprek na zijn vrijlating?

„Niet gemakkelijk. Kijk… dat ging… Het is heel fijn om hem dan weer te zien. Hij vertelt wat hem is overkomen, dat hij met groot geweld is gearresteerd, onwetend vastzat. Dat is verschrikkelijk om te horen, onmenselijk bijna. Het is nog stééds niet duidelijk wat het nou precies is. Dat maakt het allemaal erg… ja, raar.”

En tot het duidelijk is, kun je elkaar niet echt iets kwalijk nemen?

„Precies. Zo zitten we niet in elkaar. We zijn dol op elkaar en dat blíjven we.”

Frits legde zijn taken neer, eerst tijdelijk, toen definitief.

„We hebben heel ervaren commissarissen. Die adviseerden meteen: Frits moet even buiten het bedrijf. Zolang het onderzoek loopt, is dat het verstandigste. Maar als dat langer duurt, moet je nadenken over hoe verder. Dus dan beslis je: we moeten iemand aanstellen die dit de komende jaren gaat doen. Ook Frits was het daar heel erg mee eens.”

Foto Andreas Terlaak

De directie liet onderzoek doen: had Jumbo fouten gemaakt? Was dit te voorkomen geweest? Hebben de commissarissen ook zo’n onderzoek laten uitvoeren?

„Dat onderzoek ging ook over de rol van de directie én commissarissen. Dat hebben we ingesteld, met een onafhankelijke accountant, om er zeker van te zijn dat we niet weer verrast worden. De pers heeft het wel groot uitgemeten elke keer. Eén klein dingetje, en er verscheen weer zó’n verhaal.”

Zo voelde dat? Alsof het uitvergroot werd?

„Ja, zeker. Dan was er iets met Theo E.” – de hoofdverdachte in het onderzoek – „dat niks met Frits te maken had, en ging het héle verhaal weer over Frits. Maar goed… dat onderzoek was belangrijk. We kregen te horen wat we beter konden doen, om herhaling te voorkomen.”

Hoe was die periode voor uw vader? Zijn levenswerk wankelde.

„Hij was vol vertrouwen. Hij zei steeds: het komt goed. Alleen jammer dat hij het niet meer kan meemaken.”

Voor ze haar vader opvolgde, was Cloosterman-Van Eerd al een tijdlang zijn plaatsvervanger. In het voorjaar van 2022, voor het onrustig werd rond Jumbo, was ze overgestapt naar de raad van commissarissen. Het plan was toen al dat ze ooit president-commissaris zou worden. „Met mijn vader voerde ik altijd al grote discussies, over hoe de winkel en het bedrijf er in de toekomst moest uitzien. Dus op een gegeven moment zei hij: ik zou het fijn vinden als jij deze rol overneemt.”

Na zijn overlijden, toen ze formeel was benoemd, besloot ze ook te verhuizen naar zijn kantoor. Nog steeds voelt het soms „een beetje raar” om er te zitten, zegt ze. „Maar ik voel ook heel erg zijn energie.”

Wat in deze ruimte was van uw vader, en wat heeft u meegenomen?

„Ik denk dat je dat heel goed kan zien, haha. Toen ik hier kwam, dacht ik: vind ik dit heel mooi? Nee, dat vind ik niet. Zelf had ik bij het bureau en het dressoir voor andere houtsoorten gekozen. Maar ik houd ook heel erg van tradities, dus ik wil niet meteen alles anders doen. Wel heb ik een ruit in de deur laten maken. Het was allemaal wel heel dicht. Hij vond dat fijn, ik niet. Ik wil gewoon zien wat er gebeurt.”

Het dressoir achter haar bureau staat vol herinneringen. Foto’s van Cloosterman-Van Eerd in haar vrije tijd, met familie. Ook voorwerpen die haar vader hier al jaren had liggen, zoals de hamer en een legerhelm met een ‘oorlogsverklaring’ aan marktleider Albert Heijn: „AH, here we come”. Ze zoekt tussen al die objecten naar iets om over te vertellen. De keuze valt uiteindelijk op een schaalmodel van de gele Jumbo-vrachtwagen.

Het laten bedrukken van de bevoorradingswagens was haar idee, zegt ze. Als groothandel was Jumbo gewend vooral levensmiddelen aan winkels van anderen te leveren. De eigen winkels waren eerder een nevenactiviteit. Maar bij de concurrent kon het bedrijf niet verschijnen met een wagen waar groot Jumbo op stond. Dat veranderde pas nadat Coop halverwege jaren negentig de samenwerking stopzette. „Iedereen vond dat lastig. Maar ik dacht: dit is een unieke kans. Nu kunnen we onder eigen naam rondrijden. Een winkelbedrijf worden, in plaats van een groothandel.”

Het is iets wat ze in anderhalf uur vaker zal doen: het gesprek subtiel sturen in de richting van Jumbo. Richting de ‘7 Zekerheden’, het in 1997 ingevoerde supermarktconcept waarmee Jumbo onder meer lage prijzen, een breed assortiment en ‘service met een glimlach’ belooft. Ze benadrukt hoe ze zich als twintiger al met de winkelformule ging bemoeien en nog altijd meedenkt over hoe het beter kan. Er mag in de laatste vijftien maanden veel zijn gebeurd, daaruit zijn ook góéde dingen voortgekomen – ook dat is het verhaal van het afgelopen jaar, wil ze maar zeggen. Met de nieuwe leiding kwam ook een nieuwe koers. Topman Van Veen kreeg de opdracht om „Jumbo terug te brengen naar hoe Jumbo bedoeld is”.

Lees ook dit verhaal: Negen maanden op pad met Ton van Veen, de topman die van Jumbo weer een ‘aanvaller’ moet maken

Samen met de directie en de commissarissen dook de familie nog eens in de ‘masterplannen’ die Karel in al die jaren had opgesteld. Dachten ze na over wat precies de formule zo succesvol had gemaakt. Ze besloten te stoppen met sponsoring van topsport en bij elk besluit weer als eerst aan de klant te denken. „We kwamen erachter dat die obsessie om de klant te helpen intern niet zo vanzelfsprekend was als we dachten. Dat je de klant groet, een nieuw mandje voor ze pakt. Dat moesten we misschien nog wat beter uitleggen.”

Het plan werd vanaf juni stap voor stap doorgevoerd. Sinds de herfst ziet Jumbo in interne cijfers de waardering van klanten weer stijgen. De laatste maanden beweegt ook de omzet voorzichtig omhoog. Met hoeveel, dat wordt duidelijk als Jumbo volgende maand de jaarcijfers presenteert.

Mijn vader gooide het bij ons neer: dit moet je doen

In hoeverre heeft uw vader hier nog over meegedacht?

„Mijn vader was een enorme visionair, maar vooral strak op wat het zou móéten zijn. Wij als kinderen hebben die ideeën altijd vertaald. Want dit is wel echt een reis die we met z’n vieren hebben gemaakt. Zo ging het ook met die masterplannen. Mijn vader zat dan te schrijven en gooide het zo bij ons neer: dit moet je doen. Uit ervaring weet ik dat dat soms lastig is. We dachten weleens: het was handiger als je ons eerder had betrokken.”

Hoe zou hij naar het afgelopen jaar kijken?

„Ik denk toch stiekem dat hij wel trots zou zijn. Dat we in deze onzekere tijd gewoon zijn doorgegaan. Dat er ándere mensen zijn opgestaan.”

Het vertrek van Frits van Eerd is voor een bedrijf als Jumbo een grote verandering. Voor het eerst in ruim honderd jaar is er geen familielid betrokken bij de dagelijkse aansturing. Dat voelt „alsof je kind naar de grote school gaat”, zegt Cloosterman-Van Eerd. Tegelijkertijd kent ze de nieuwe topman goed. „Iedereen zegt: hij is geen familie. Maar hij is al wel twintig jaar hier en vóélt als een familielid.”

Dat familiegevoel is belangrijk, vindt ze. Ook al heeft Jumbo inmiddels meer dan zevenhonderd winkels, het bedrijf moet warm aanvoelen, nabij. Bij een bezoek vorig jaar aan de Amerikaanse winkelreus Walmart was ze onder de indruk van het bedrijfsmuseum, en de sfeer op het kantoor en in de winkels. De grootste supermarkt van de wereld had nog steeds iets knus. Na terugkomst besloot ze het gedachtengoed van haar vader vast te leggen, om zijn herinnering levend te houden.

Ze ging erover in gesprek met het haar vader, toen het nog kon. „We hadden best een leuk gesprek, maar hij wilde het niet hebben over dat hij er niet meer zou zijn. En wij dachten ook: hij gaat nog veel langer door. Maar in één keer was hij er niet meer.”

Na de dood van haar vader maakte ze voor bezoekers van de begrafenis een boekje met foto’s en uitspraken die haar vader typeerden. Ze bladert erdoor. Karel van Eerd in zijn kindertijd, die boodschappen inspecteert, de drie kinderen met de legerhelm, Karel en zijn vrouw Kitty op ski’s, de hele familie aan de kersttafel. „En dit was zijn belangrijkste zin: Als je doet wat een ander doet, kun je nooit iets nieuws bedenken.”

Op de achterkant staat een foto van zijn bureau thuis, met daarop een portret met zijn vrouw, een rekenmachine en twee schriften vol handgeschreven rijtjes. „Mijn vader hield elke week de omzet van álle winkels bij. Opgesplitst naar groente, vleeswaren, brood, echt álle categorieën. Hij wist het precíés. Dat is voor mij heel kenmerkend. Dit waren de omzetten van de week ervoor.”

De week voor zijn overlijden? Die vond u nadien?

„Ja.” Ze slikt. „Het is toch weer lastig. Maar… het went. En het geeft me ook vleugels om verder te bouwen op wat er nu is.”

In hoeverre heeft hij u nog kunnen voorbereiden op deze rol?

„Nou ja, een béétje. Mijn vader wilde nooit afscheid nemen. Dus het was meer van: jij doet het nu wel, maar ik ben er nog, hè?”

Vaak gaat het over de rol van uw vader in het bedrijf. Welk gat laat hij achter in het gezin?

„Echt de pater familias. Een stevige rots die er altijd zat. Je kon alles vragen, hij wilde graag luisteren. Maar de zaak was er altijd wel. Met de kerst organiseerde hij voor de familie wedstrijdjes: we moesten raden welke winkel het meeste omzette. Welke winkel had de hoogste bedragen per bon? Hij was ook iemand die de familieband heel belangrijk vond, dat we met elkaar waren. Dat doen we nu met z’n drieën nog steeds, Frits, Monique en ik. Wat er ook gebeurt.”

Is het zoeken naar wie die rol nu overneemt?

„Mijn moeder pakt heel veel op, en wij helpen natuurlijk. Het klinkt stom, maar heel veel gaat ook gewoon door. Die stoel is nu leeg, maar we weten heel goed wat er in die stoel werd gezegd.”

Lees verder…….