CO2-opslagproject Porthos is al bijna driemaal duurder dan begroot

De kosten van het eerste grote CO2-opslagproject onder de Noordzee, waar internationaal met veel belangstelling naar wordt gekeken, zijn in vijf jaar tijd opgelopen tot bijna drie keer de eerste raming. Dat blijkt uit onderzoek van NRC en uit gesprekken met betrokkenen. Ook heeft het project vertraging opgelopen door een juridische procedure.

Waar aan het begin van dit Porthos-project in 2018 nog rekening werd gehouden met een prijs van 400 tot 500 miljoen euro, zijn de kosten inmiddels opgelopen tot 1,3 miljard euro. De oorzaak van die stijging ligt volgens de exploitanten met name in de scherp toegenomen inflatie, die materialen duurder heeft gemaakt.

Ook de wereldwijde energiecrisis zou Porthos parten hebben gespeeld. Doordat de energiezekerheid in 2022 in gevaar kwam, ontstond een run op onderdelen als pijpleidingen, waarmee landen hun energievoorziening veilig probeerden te stellen. De exploitanten van Porthos zijn drie overheidsbedrijven: Gasunie, Havenbedrijf Rotterdam en EBN.

Lees ook CO2 afvangen en opslaan kan prima. Hoeveel is de vraag

<strong>Een fabriek van Suncor</strong> in de buurt van Fort McMurray, Canada. In deze fabriek wint het chemiebedrijf olie uit teerzand.

De vertraging ontstond met name door een procedure die Mobilisation for the Environment (MOB) had aangespannen. Volgens de milieubeweging van de bekende activist Johan Vollenbroek kwam bij de bouw te veel stikstof vrij, waardoor de natuur in gevaar kwam. De Raad van State oordeelde in augustus vorig jaar dat die zorgen ongegrond waren, waarna de bouw mocht beginnen. Maar als gevolg van de lange procedure kon dat pas maanden later dan beoogd.

Door de vertraging liepen de kosten van het project verder op, aldus Porthos. Het moest met het bestellen van materialen wachten op juridische duidelijkheid. Toen waren producten vaak duurder geworden.

Lege gasvelden

Internationaal wordt het project met grote aandacht gevolgd. Porthos is een van de eerste projecten voor grootschalige opslag van het broeikasgas CO2 in lege gasvelden onder de bodem van de zee. In dit geval de Noordzee, waar Porthos op zo’n 25 kilometer van de kust CO2 wil injecteren in oude gasvelden. Voorstanders van CO2-opslag zien deze aanpak als een belangrijke manier om de uitstoot van CO2 terug te dringen, en zo gevaarlijke klimaatverandering tegen te gaan. Tegelijk zijn er twijfels of het technisch en financieel haalbaar is op grote schaal. Het reilen en zeilen van Porthos is daarom van belang voor de ontwikkeling van deze nog prille industrie.

Porthos wil broeikasgas injecteren in lege gasvelden onder de zeebodem

Commerciële partijen vinden opslagprojecten nu vaak nog te riskant. Daarom nemen in Nederland drie staatsbedrijven de eerste testcase voor hun rekening. De overheid geeft hierbij een garantie af aan de klanten van het project, grote uitstoters als Shell en Air Liquide, dat zij er niet financieel op achteruitgaan. Die klanten betalen nu ook een prijs voor elke ton CO2 die ze uitstoten, onder het Europese emissiehandelssysteem. Als die prijs onder het opslagtarief komt, past de overheid het verschil bij.

Twee grote commerciële partijen, Shell en Total, werken op de achtergrond aan een nog groter opslagproject onder de Noordzee, samen met Gasunie en EBN. Dat project draagt de naam Aramis. Zij zullen ongetwijfeld in de gaten houden wat er bij Porthos gebeurt.

Uitstoot bespaard

De bedoeling is dat in de opslagplaatsen van Porthos jaarlijks 2,5 miljoen ton CO2 kan worden gepompt, tot over ongeveer vijftien jaar de maximale capaciteit van 37,5 miljoen ton is bereikt. Met de jaarlijkse injecties zou 1,5 procent van de Nederlandse uitstoot worden bespaard – dat wil zeggen: niet in de atmosfeer gedumpt, maar ‘weggestopt’ onder de grond. De bouw aan het project begint officieel naar verwachting eind volgende maand. Vanaf 2026 zou dan CO2 kunnen worden opgeslagen.

Tegenstanders van CO2-opslag wijzen erop dat hierdoor een prikkel kan ontstaan bij vervuilende bedrijven om hun productieprocessen vooral niet te verduurzamen. Er is immers geen noodzaak meer om te vergroenen. Zonder opslagmogelijkheden zit er niets anders op dan uitstootrechten te kopen. Maar die rechten worden steeds duurder, en op termijn zelfs afgebouwd tot er geen meer zijn. In dat geval kunnen bedrijven niet veel anders meer dan hun processen aanpassen.

Lees ook Hoe zware industrie megatonnen aan CO2 onder de Noordzee laat verdwijnen

Hoe zware industrie megatonnen CO<sub>2</sub> onder de Noordzee laat verdwijnen