Brittany Howard wil veel en soms te veel

Brittany Howard liet ooit de omtrek van de staat Alabama op haar arm tatoeëren en noemde haar eerste band naar die geboortegrond: Alabama Shakes. Inmiddels staat deze groep al enige jaar in pauzestand en verhuisde Howard naar de stad Nashville, in Tennessee. Daar werkte ze, na een relatiebreuk en de pandemie, aan haar tweede soloalbum. What Now werd een verrassende parade van nogal ingewikkelde muzikale ideeën.

De nummers op haar eerste soloalbum, Jaime (2019), waren al een breuk met de op soul gebaseerde stijl van Alabama Shakes. Howard zocht naar nieuwe paden, de liedjes waren stekeliger, soms stroever, en werden gevolgd door een welkome catharsis.

Op het nieuwe, tweede album klinkt de muziek omslachtig en soms te barok, alsof meerdere ideeën tegelijkertijd worden uitgevoerd. In ‘Power To Undo’ bijvoorbeeld, waarin bas, gitaar en drum uitvoerige patronen spelen, die zelden samenvloeien. In de meeste nummers zingt Howard opvallend hoog, nog hoger dan op het vorige album. Maar ze klinkt eerder schel en dun dan aantrekkelijk. Waarom zou Howard deze vocale exercities uitvoeren? Is het haar bedoeling om tegen de haren in te strijken? En waarom dan?

Misschien vecht ze tegen de rol die haar leek te worden opgelegd. In interviews vertelt ze dat ze zich lange tijd vastgepind voelde door het beeld van de Zwarte vrouw met een arbeiders-achtergrond, uit het landelijke zuiden, die met krachtige stem haar gevoelens bezingt. Ze had het gevoel dat ze moest voldoen aan een muzikale verwachting die uitsluitend wordt bepaald door haar afkomst. Nu, op haar 35ste, wil ze zich van het stereotype ontdoen. Ze wandelt buiten de genre-grenzen en plukt elementen uit allerlei muzikale stijlen. Een gospelkoor doemt op in ‘Earth Sign’, een trompet scheurt schor door ‘Samson’, ingewikkelde ritmes klepperen door ‘Red Flags’.

Het uptempo ‘Prove It To You’ kreeg een gesmeerde discodrum, maar ook hier kozen Howard en vaste medewerker-producer Shawn Everett voor enkele stoorzenders (een fluitketelachtig keyboard, schelle productie) zodat van dit dansmoment niet voluit genoten kan worden.

‘Red Flags’ is een ontroerende herinnering aan een relatiebreuk (‘The best time that  I  ever had/ That’s when  the worst times started’). Met elektronica construeerde Brittany zelf de ritmes voor de ritme track tot een hectisch geheel. De opname liet ze vervolgens inspelen door jazz-drummer Nate Smith. Het resultaat – wilde ritmes en de rusteloze gitaarakkoorden aan de ene kant, en recht-voor-zijn-raap geschreven tekst over liefdesverdriet anderzijds – is een rauwe evocatie van pijnlijke verwarring.

Het elegante ‘To Be Still’ is een rustpunt, en in titelnummer ‘What Now’ smelten melodie en arrangement dan toch mooi samen. Howard klinkt hier krachtig. Door de gruizige productie weet ze het stereotype van ‘Grote Soulstem’ toch te ontwijken.


Pop: Usher: Coming Home

In aanloop naar zijn Super Bowl-optreden verschijnt na acht jaar Ushers nieuwe album, Coming Home. Het is een soepel, veelzijdig album met een attentie voor iedereen: de hiphopliefhebber, de r&b-fan, en de Billy Joel-aanhang: zijn ‘Uptown Girl’ werd ‘A-Town Girl’, over vrouwen van Atlanta.


Metal: Spectral Voice: Sparagmos

Combineer de hardheid van death metal met het logge van doom metal, en je krijgt een sound zo zwaar en gevaarlijk als een bergtrol. Spectral Voice uit Colorado (met leden van Blood Incantation) zet op Sparagmos (niet googelen, het is goor) een nieuwe standaard neer voor dit subsubsubgenre: uitgesponnen songs vol fantastische wendingen, en het perfecte drumgeluid voor dit soort ultraheavy geweld.


Hiphop: Little Sims: Drop 7

De Britse rapper Little Simz experimenteert er graag op los op korte ep’s. Op Drop 7 zoekt ze het in withete clubbeats met uitdagende hooks en een losse mix van genres. Natuurlijk blijft ze een sterke tekstschrijver, zoals in ‘Torch’ en zelfs in verleidelijk Portugees in ‘Fever’. Soms krijgt de muziek de overhand (zoals in SOS) en dat is helemaal niet verkeerd.