Britse rechter: migranten naar Rwanda sturen mag niet. Britse regering: we willen het tóch

Rwanda is dus geen optie. Nóg geen optie, als het aan de Britse regering ligt.

Een fundamenteel onderdeel van het Britse migratiebeleid, het voornemen om migranten uit te zetten naar Rwanda om hen daar asiel te laten aanvragen, werd woensdag luid en duidelijk onderuitgehaald door het Britse Hooggerechtshof. Het is een pijnlijk verlies voor premier Rishi Sunak, maar die kondigde aan dat de regering toch wil doorzetten.

De vijf rechters van het Hooggerechtshof besloten unaniem dat Rwanda niet veilig genoeg is. Ze zien het als reëel risico dat Rwanda asielzoekers zou terugsturen naar hun land van herkomst, waar ze juist vandaan zijn gevlucht. Ook twijfelen ze aan de kwaliteit van de asielprocedure in Rwanda. Het land weigerde bijvoorbeeld alle asielaanvragen uit Afghanistan en Syrië. Dat zijn landen waar overduidelijk conflicten spelen en waarvan het Verenigd Koninkrijk in de grote meerderheid van de gevallen de inwoners asiel toewijst.

De voorzitter van het gerechtshof wees er in zijn toelichting op dat het VK op allerlei manieren juridisch gebonden is aan het non-refoulementprincipe, dat is de regel dat staten mensen niet mogen terugsturen naar het land waar ze vandaan komen omdat dat gevaar voor hen met zich meebrengt. „Het is een kernprincipe van het internationaal recht waaraan de Britse overheid zichzelf herhaaldelijk heeft gecommitteerd”, zei de rechter. Om vervolgens een handvol internationale verdragen op te noemen die het VK heeft erkend, plus allerlei landelijke wetsartikelen die het verbod van de refoulementpraktijk bevestigen.

Ruige voorstellen

De uitspraak zet premier Rishi Sunak onder druk. Vooral vanuit zijn eigen Conservatieve Partij kwamen als reactie erop ruige voorstellen. „Negeer de wet en stuur ze dezelfde dag nog weg”, zei bijvoorbeeld plaatsvervangend partijvoorzitter Lee Anderson. „Het Britse volk is erg geduldig geweest, maar nu vragen ze om actie.”

Van die suggestie nam de nieuwe minister van Binnenlandse Zaken James Cleverly afstand. Maar hij en Sunak zijn wel bereid om ver te gaan: Sunak kondigde noodwetgeving aan om ervoor te zorgen dat de deal met Rwanda toch kan doorgaan. Het zal een complexe aangelegenheid worden, die erop kan uitdraaien dat het VK één van de basisprincipes van het internationaal recht niet langer erkent. „Ik accepteer niet dat een buitenlandse rechter vluchten tegenhoudt”, zei Sunak. Hij wil verder de afspraken met Rwanda in een verdrag vastleggen, om de juridische status van de onderlinge afspraken te verstevigen.

De ‘Rwandadeal’ blijft dus, verzekerde Sunak het Lagerhuis, een van de pijlers onder zijn migratiebeleid. Dan wel een wankele pijler, en eentje waarover de onzekerheid na woensdag alleen maar is vergroot. Het plan hangt, al sinds de Britse en Rwandese overheid in april vorig jaar hun afspraken bekendmaakten, boven de hoofden van enkele tienduizenden migranten die een brief kregen dat ze in aanmerking komen voor uitzetting.

Lees ook Rwanda-deal of niet: bootmigranten blijven het Kanaal oversteken

Bootmigranten in Dover, begin augustus.

Belangrijk thema

Gewone Britten zien intussen vooral een aankondiging die maar geen werkelijkheid wordt. Terwijl immigratie voor hen vaak wel een belangrijk thema is: na de gammele staat van de economie en de lange wachtlijsten in de gezondheidszorg is immigratie het derde onderwerp waar ze zich zorgen over maken.

Ook zien ze de kosten die de overheid maakt om migranten te huisvesten, terwijl Britten zelf moeite hebben woonruimte te vinden. De hotelkosten voor migranten liggen rond de 8 miljoen pond (9,1 miljoen euro) per dag. Oorzaak daarvan is vooral de grote administratieve achterstand in het wegwerken van bestaande asielaanvragen. Meer dan 175.000 asielzoekers wachten op een beslissing in hun zaak en voor meer dan 100.000 van hen duurt dat wachten al langer dan een jaar. De migranten die mogelijk naar Rwanda worden uitgezet, zijn bij die aantallen niet meegerekend.

Het is één van Sunaks belangrijkste beleidsbeloften om het aantal migranten dat met een bootje het Kanaal oversteekt, te laten dalen. En ondanks de problemen met de Rwandadeal is dat aantal dit jaar wel afgenomen. Bijna 28.000 migranten waagden dit jaar de illegale oversteek, ongeveer een derde minder dan vorig jaar rond deze tijd. Dat is vooral dankzij afspraken tussen het VK en Albanië, waarbij Albanië toezegde om migranten terug te nemen en het VK soms ook Albanezen geld aanbiedt om terug te gaan. Het aantal bootmigranten ligt dit jaar wel nog steeds hoger dan alle jaren vóór 2022.

De vraag blijft ook overeind of een mogelijke uitzetting naar Rwanda voor migranten überhaupt het afschrikwekkende effect heeft waar de Conservatieve Partij op hoopt. Daar is geen bewijs voor. Zelfs hoge ambtenaren van het ministerie van Binnenlandse Zaken betwijfelen of het zou werken en of dit plan „het geld van de belastingbetaler waard is”. Maar de Conservatieven zien hierin een kans om zich te onderscheiden van oppositiepartij Labour, die het plan rampzalig vindt en het zou terugdraaien, mochten zij aan de macht komen. Een kans die de Tories zich niet door een rechtbank laten ontnemen.