BP-topman weg na verzwijgen van relaties met collega’s

Bestuursvoorzitter Bernard Looney is per direct bij het Britse olie- en gasconcern BP vertrokken. De 53-jarige Ier is volgens een bekendmaking van het bedrijf niet volledig transparant geweest over relaties met collega’s. Hij wordt voorlopig opgevolgd door de Canadees Murray Auchincloss, de financieel bestuurder van BP.

Het vertrek van Looney, die sinds 2020 als vooruitstrevend bestuurder de hoogste post bekleedde, komt voor de buitenwacht als een verrassing. Na informatie van een anonieme bron te hebben gekregen, blijkt het BP-bestuur al in mei 2022 een onderzoek te hebben ingesteld naar de relaties die Looney met collega’s heeft gehad. Daaruit bleek, maakte het bedrijf na zijn vertrek bekend, dat Looney „een klein aantal” relaties binnen BP heeft gehad, voordat hij bestuursvoorzitter werd. Daarbij bleken geen interne gedragsregels te zijn overtreden.

Nieuwe informatie

Recentelijk kwam er volgens de verklaring van BP nieuwe informatie binnen en daarop heeft Looney het bestuur geïnformeerd dat hij bij eerdere gesprekken niet „volledig transparant” is geweest en dat hij relaties had verzwegen die hij wel had moeten melden. Daarop heeft hij dinsdagavond zijn vertrek bekendgemaakt.

Het onderzoek, met „externe juridische adviseurs” loopt nog verder. Het concern zegt „strenge waarden” in acht te nemen en verwacht dat iedereen binnen het bedrijf dat doet. „Van leidinggevenden in het bijzonder wordt verwacht dat zij zich gedragen als rolmodellen.” Over de financiële afwikkeling van Looneys vertrek zijn nog geen beslissingen genomen.

Lees ook: BP maakt een u-bocht en komt terug op duurzaamheidsdoelen

Looney kwam in 1991 als 21-jarige bij BP binnen. Bij zijn aantreden als bestuursvoorzitter bijna dertig jaar later werd de verduurzaming van het concern een van zijn belangrijkste doelen. Daarin ging Looney verder dan wat gemiddeld is in de oliebranche. Begin dit jaar, toen BP een recordwinst van 28 miljard dollar bekendmaakte, werden de ambities teruggeschroefd. Looney kondigde toen aan de olie- en gasproductie in 2030 nog maar met een kwart te willen reduceren (ten opzichte van 2019) en niet meer met 40 procent zoals eerst het streven was.