Bij de mannen is het Nederlandse schaatsen sterk in de breedte, maar is het goed genoeg om te winnen van Jordan Stolz?

Zijn naam gonsde het hele weekeinde door het sfeervolle Thialf. Op ruim 6.500 kilometer van Heerenveen, waar de Nederlandse schaatstop streed om kwalificatie voor de eerste reeks wereldbekerwedstrijden, schitterde Jordan Stolz in Milwaukee. Zaterdagochtend kon iedereen de toptijden zien die de 19-jarige Amerikaan had gereden op zijn thuisbaan van The Pettit op de 500 en 1.500 meter: 34,66 en 1.42,31 – het laatste was een wereldrecord op laaglandbanen. Zondagochtend kwam uit de VS ook nog een persoonlijk record overwaaien van 6.20,76 op de vijf kilometer. Hebben de Nederlandse schaatsers dit seizoen nog wel kans tegen Stolz, vorig seizoen al wereldkampioen op de 500, 1.000 en 1.500 meter, en nu blijkbaar ook gebrand op allround-succes?

Patrick Roest, drievoudig wereldkampioen allround, was in Thialf traditioneel de uitblinker bij de eerste belangrijke wedstrijd van het seizoen. Na zijn afgetekende zege vrijdag op de vijf kilometer (6.11,40), won hij een dag later ook de 1.500 meter (1.44,04) en zondag de tien kilometer (12.49,89). Op de langste afstand was Roest bijna tien seconden sneller dan nummer twee Jorrit Bergsma, die zich daarmee wel herstelde van een zwakke vijf kilometer waarop hij zich niet plaatste voor de eerste wereldbekerwedstrijden.

„Op zo’n 10 kilometer moet je altijd een beetje zelfvertrouwen opdoen en ik ben blij dat de eerste zo verliep”, keek Roest (27) zondag terug op zijn derde afstandszege van het weekeinde. „Er is op dit toernooi niets te winnen, maar je moet het nog even doen. Ik ben blij dat ik op alle drie de afstanden bij de beste vijf zit en ook de snelste ben en dat de benen zo waren als ik van tevoren dacht.”

Ten opzichte van Stolz in Milwaukee, een baan waar doorgaans zeker niet sneller wordt gereden dan in Thialf, lijkt Roest nog altijd sterker op de lange afstanden. Maar of hij op de korte afstanden het verlies klein genoeg kan houden om een klassement over vier afstanden te winnen? De kopman van Team Reggeborgh reed in Thialf een 1.500 meter met weinig verval (rondjes 26.2 – 26,7 – 26,9 seconden). Eerder dan andere jaren testte hij zich in een trainingswedstrijdje half oktober al op de 500 meter. Maar de 36,45 die Roest daar reed, zal Stolz sterken in zijn ambities als allrounder. De WK allround zijn in maart in Inzell de afsluiting van dit schaatsseizoen.

Sensationele winst

Of komt de Nederlandse concurrentie voor Stolz dit seizoen op de middenafstanden? Sensationeel was de winst van de pas 20-jarige Tim Prins zondag op de 1.000 meter. In 1.07,96 verbeterde de nieuwe ploeggenoot van Roest zijn persoonlijke toptijd met meer dan een seconde. Hij bleef Tijmen Snel (1.08,09) en Kjeld Nuis (1.08,11) verrassend voor. Ook Jenning de Boo en Jarno Botman plaatsten zich voor de eerste wereldbekerwedstrijden, waar favorieten als Hein Otterspeer (zesde), Merijn Scheperkamp (tiende) en olympisch kampioen Thomas Krol (elfde) op deze afstand naast kwalificatie grepen.

In Nederland is de prestatiedichtheid op de middenafstanden zo groot, dat Joep Wennemars (21) zich op de 1.000 en 1.500 meter ondanks snelle tijden van 1.08,44 (achtste) en 1.45,17 (zesde) niet wist te plaatsen. Kwaliteit in de breedte is er genoeg, maar goed genoeg voor internationale winst? Hoopgevend was de 34,70 waarmee de 21-jarige Sebas Diniz zich vrijdagavond als tweede plaatste op de 500 meter, achter Merijn Scheperkamp (34,60). De debutanten Diniz en Prins mogen zich bij de eerste wereldbekerwedstrijden (van 10 tot 12 november in het Japanse Obihiro) meten met Stolz.

Irene Schouten won de 3 en de 5 kilometer bij de vrouwen.
Foto Vincent Jannink

Schouten ouderwets

Bij de vrouwen werd het kwalificatietoernooi in Thialf vooral gedomineerd door de gekende namen. Drievoudig olympisch kampioen Irene Schouten danste na een zwaar na-olympisch seizoen weer ouderwets naar winst en toptijden op drie en vijf kilometer (3.55,89 en 6.42,24). Op de drie kilometer slaagde Antoinette Rijpma-de Jong er verrassend niet in om zich te plaatsen, in 4.02,41 bleef ze 0,09 achter bij nummer vijf Sanne in ’t Hof.

Op beide 500 meters was Femke Kok in 37,24 en 37,34 afgetekend de snelste. Jutta Leerdam voldeed zondag aan de hoge verwachtingen door de 1.000 meter te winnen. In 1.13,64 bleef ze Kok (1.14,70) en Rijpma-de Jong (1.14,87) voor. „Best goed om mee te beginnen”, zei de wereldkampioene. „En al helemaal als ik geen supergoede rit rij, maar alsnog tot deze tijd kom. Het hoeft niet altijd perfect te zijn.”