Bij Caillebotte is een waslijn geen waslijn meer

Recensie Beeldende kunst

Impressionisme Op de tentoonstelling ‘Spot on Caillebotte’ hangt een buitengewoon zonderling schilderij van de Franse impressionist Gustave Caillebotte. Het gaat voorbij aan elk realisme en laat je anders kijken.

Gustave Caillebotte, Drogende was aan de oever van de Seine, 1892
Gustave Caillebotte, Drogende was aan de oever van de Seine, 1892 Foto’s Rheinisches Bildarchiv Köln/ Wallraf-Richartz-Museum/ Fondation Corboud

Monet, Renoir en Pissarro zijn beroemder dan Gustave Caillebotte, maar een paar van Caillebotte’s schilderijen hebben het toch tot iconen van het impressionisme gebracht. Reden voor het Wallraff Richartz-Museum in Keulen om zijn werk, te midden van de vaste opstelling, in een aparte zaal uit te lichten: Spot on Caillebotte. Het is geen grote tentoonstelling, maar hij heeft het effect dat je anders naar de vermaarde collectie 19de-eeuwse meesters in de omringende zalen gaat kijken. En dat je je er beter van bewust bent wat die schilders aan het doen waren. Want daar was Caillebotte ook mee bezig.

Gustave Caillebotte begon in een realistische stijl. Neem De Parketschavers, een van de meest gereproduceerde werken van het Parijse Musée d’Orsay. Caillebotte gaf ze bijna levensgroot weer: drie mannen met ontbloot bovenlijf gebogen over een glanzende plankenvloer in een verder lege kamer. Er liggen wat krullen om hen heen. De mannen schaven. Op de achtergrond de onderkant van een decoratief Frans balkonnetje. De schilder heeft zich vooral gericht op de vloer, wat de compositie vreemd maakt en het lijfelijke van de arbeid nog dichterbij haalt. Niet gek dat hij, wegens dit soort composities, vooral wordt beschouwd als een kunstenaar met een fotografische blik, iemand die met zijn tijd meeging. De toen 26-jarige schilder debuteerde ermee op de tweede Impressionistententoonstelling in Parijs. Kort daarna kreeg hij een grote erfenis en vestigde hij zich op het platteland; hij ging zeilen op de Seine en boten bouwen. Caillebotte stierf op 48-jarige leeftijd door een beroerte tijdens het tuinieren. Maar hij schilderde in die laatste jaren wel degelijk nog en minder pretentieus dan vroeger.

Gustave Caillebotte, Zeiler op de Seine, 1893

Gezichtsbedrog

Op Spot on Caillebotte gaat het vooral om de late werken. Je ziet dat Caillebotte steeds minder precies schilderde. Hij schilderde geen mensen meer en met de techniek rommelde hij maar wat aan. Zo keerde hij gerust een al begonnen doek om als hij bij nader inzien een andere compositie wilde, zodat de eerdere lijnen in de lucht zichtbaar bleven. En hij werkte het liefst plein-air, ongeacht het formaat. Dat er dan afdrukken van boombladeren en zaden in de natte verf terechtkwamen was geen probleem.

Het middelpunt van de tentoonstelling wordt gevormd door een buitengewoon zonderling schilderij. Het toont een fragment van een weg langs een rivier, er staat een bank en er liggen twee boten. Het is allemaal losjes maar herkenbaar geschilderd. Het zonderlinge zit ’m in de witte streep die als een misplaatste guirlande dwars over het schilderij heen loopt en het beeld domineert. De sliert wappert in de wind en je denkt zelfs even dat er een rand van witte veren aan hangt. Maar als je beter kijkt, zie je dat het overhemden zijn, keurig in het gelid met de mouwen naar beneden. Althans, de eerste twee zijn herkenbaar, daarna gaat de schilder los en concentreert hij zich, met vlugge witte penseelstreekjes, op het ritme van de lange lijn die in de verte verdwijnt. En je voelt het meteen: kijk maar niet meer zoals je keek naar de eerste twee hemden die er aan deze waslijn hangen, want daar gaat het niet om. Het is allemaal gezichtsbedrog, het gaat hier niet om de voorstelling maar om de dynamiek, om de beleving van het moment. De waslijn is geen waslijn.

Als je met dit in je hoofd de zaal uitloopt en in de vaste collectie van het Wallraf Richartz terechtkomt, zie je dat het expressieve beeld van de waslijn naadloos overgaat in de al even associatieve, beweeglijke toetsen van bijvoorbeeld het driemanschap Max Liebermann, Lovis Corinth en Max Slevogt, oftewel ‘das Dreigestirn des Deutschen Impressionismus’, zoals ze in het bijschrift worden genoemd. Opeens zie je dat er helemaal niet zoveel verschil bestaat tussen het latere Franse en Duitse impressionisme. Je ziet hoe ze allemaal de fotografische blik voorbij gaan en zich meer en meer op de schilderkunstige materie gaan concentreren. Elk realisme voorbij.

Lees ook dit stuk over Caillebotte als verzamelaar

Lees verder…….