Bij de twintig grootste banken ter wereld zijn het afgelopen jaar meer dan zestigduizend werknemers ontslagen. Sinds de kredietcrisis van 2008 is de sector niet meer zo sterk gekrompen. Dat heeft de Britse zakenkrant Financial Timesgemeld op basis van eigen berekeningen.
De ontslagrondes hadden voor een groot deel plaats bij Amerikaanse zakenbanken als Wells Fargo, Citigroup, Morgan Stanley en Goldman Sachs. Deze banken worstelden in 2023 met slinkende winstmarges, die ze op peil proberen te houden door forse aantallen banen te schrappen. De dalende winstmarges hebben weer veel te maken met de hoge rente. Klanten sluiten daardoor minder vaak grote leningen af, voor bijvoorbeeld overnames. Ook overwegen ze minder vaak een beursgang. Zakenbanken verdienen normaal veel geld aan het ‘begeleiden’ daarvan.
De grootste ontslagronde vond plaats bij een Europese bank. Bij UBS/Credit Suisse werden 13.000 van de in totaal 130.000 banen geschrapt. Die saneringsronde volgde op de noodgedwongen overname van Credit Suisse door UBS in maart. Bij de andere banken werden gemiddeld iets minder dan 5 procent van het aantal banen geschrapt.
Tijdens de kredietcrisis werden bij de twintig grootste banken ter wereld meer dan 140.000 werknemers ontslagen. In 2015 en 2019 waren er eveneens grote ontslagrondes, maar vooral bij Europese banken. Die hadden toen juist veel last van de lage rente, waardoor ze wel leningen konden verstrekken maar daar nauwelijks aan verdienden.
Lees ook De instorting van Credit Suisse is te herleiden naar één tweet. Wat zegt dat over de toekomst van de bankenwereld?
De huidige ontslagronde volgt ook op de snelle en onstuimige groei van de financiële sector na de coronacrisis. Toen namen zakenbanken veel extra personeel aan omdat de economie na het einde van de pandemie veel sneller groeide dan verwacht.
Voor volgend jaar zijn de vooruitzichten niet veel beter, waarschuwen bankendeskundigen. Mogelijk volgen dan opnieuw ontslagrondes, ook bij UBS/Credit Suisse.
