Bamberg, South Carolina is een kwijnend stadje, maar met de banken gaat het goed

Reportage

Amerikaanse banken De val van Silicon Valley Bank heeft kleine en middelgrote banken in de Verenigde Staten veel vertrouwen gekost. Maar in Bamberg, South Carolina, heeft de lokale bank nog een spilfunctie.

Het filiaal van de Enterprise Bank in Bamberg, South Carolina.
Het filiaal van de Enterprise Bank in Bamberg, South Carolina. Foto Ed Wray

Het kantoor van de sheriff en daarachter de met prikkeldraad afgebiesde gevangenismuur, een tankstation met een supermarktje, de auto-onderdelenhandel, de houtzagerij, Mary Jane’s dansschool en hamburgerrestaurant Little Howie’s – Main Highway is de ruggegraat van Bamberg. Dan moet je niet al te ver voorbij het kruispunt met Heritage Highway kijken: daar is de ene na de andere etalage dichtgetimmerd. South Carolina is een van de snelst groeiende staten van de VS, maar dat betekent niet dat de economie steeds gelijke tred houdt met de demografie.

„Het is lastig om industriële bedrijven naar Bamberg te halen”, zegt Marie Collins, manager van de Enterprise Bank. „Zij werpen één blik op de straat en zien een stervend stadje.”

De Enterprise Bank, nummer 2727 op Main Highway, is nog altijd in bezit van dezelfde familie Barnes die haar in 1920 opende en telt nu vier vestigingen in en nabij Bamberg. Schuin aan de overkant staat een filiaal van de South State Bank, een middelgrote bank met hoofdkantoor in Florida. „We verwijzen klanten naar elkaar door als het zo uitkomt”, zegt Collins.

Met de federale Savings & Loans en een vestiging van Wells Fargo, de op drie na grootste bank van de VS, moeten Enterprise en South State de lokale economie van zuurstof voorzien. „We verstrekken veel ‘mais-leningen’”, zegt Collins, doelend op de kredieten aan boeren in dit overwegend agrarische district.

Collins en Ronald Maxwell, manager van het South State-filiaal, hebben een zelfde beeld van hun functie in de economie van Bamberg: „Wij streven ernaar dat onze lokale zakelijke klanten ons, bankiers, zien als een verlengstuk van hun team”, schrijft Maxwell in een nagezonden e-mail.

Foto Ed Wray
Foto Ed Wray
Foto Ed Wray
Foto’s Ed Wray

Geen vertrouwenscrisis

Kleinere banken als Enterprise en middelgrote banken als South State hebben het lastig sinds de val van branchegenoten Silicon Valley Bank en Signature. Deze Californische banken gingen ten onder door eenzijdige klandizie van techbedrijven en vasthouden aan sterk in waarde dalende obligaties. Daar hebben deze ‘kleintjes’ geen last van, maar de rimpels van dat faillissement hebben ze wel degelijk gevoeld. The Wall Street Journal schreef op 30 maart dat de 25 grootste Amerikaanse banken in de dagen na de val van SVB zo’n 120 miljard dollar (ruim 110 miljard euro) extra aan deposito’s kregen. Alle banken ónder die top-25 verloren in diezelfde tijd samen zo’n 108 miljard dollar.

Gekleed in lichtblauw vest met de naam van haar bank zit Marie Collins in een zijkamer van de Enterprise Bank. Haar eigen roze vest hangt aan de binnenkant van de deur. Op haar bureau staat een bordje: „Marie” – even eenvoudig als er een bordje met „Janice” op de balie voor een van de loketmedewerkers staat. „Wij hebben geen vertrouwenscrisis ondervonden”, verzekert ze. „Onze klanten zijn net zo vaak aan de balie gekomen als altijd en ze hebben hun geld niet weggehaald.”

Zowel Enterprise, met een vermogen van nog geen 500 miljoen dollar, als South State, met ruim 20 miljard, vallen royaal onder de norm voor de aangescherpte regels van de federale overheid. Die wil dat banken met vermogens tussen de 100 miljard en 250 miljard dollar hun buffers vergroten met het oog op crises als deze. Enterprise zit volgens de federale waakhond FFIEC ruim in de veilige zone, met een kapitaalratio van 12,5. „Wij zijn nogal voorzichtig”, zegt Collins.

Wij streven ernaar dat onze lokale zakelijke klanten ons, bankiers, zien als een verlengstuk van hun team

Ronald Maxwell

Toch geldt als een van de voordelen van de kleinere en middelgrote banken in de VS dat zij bij leningen aan lokale ondernemers verder kijken dan alleen naar de papieren weergave van hun financiën in de boeken. Daardoor durven ze soms een risico te nemen dat een te hoge drempel zou vormen voor een grote bank die op afstand akkoord moet gaan. South State-manager Maxwell noemt het ‘relatiekapitaal’: „Als ik zaken doe in Bamberg, weet ik dat ik zaken doe met iemand naast wie ik op zondag in de kerk zit, die ik tegen het lijf loop in de supermarkt of bij de voetbalwedstrijd.”

In zijn meeste recente rapport over kredieten in het midden- en kleinbedrijf, uit 2018, schrijft het federale depositogarantiefonds FDIC dat dit als belangrijk voordeel van kleinere banken wordt gezien: ze bieden dezelfde kredieten aan, ze hanteren dezelfde maatstaven, vragen hetzelfde onderpand. Maar ze kijken ook naar criteria die grotere banken negeren, zoals opleiding van de beginnende ondernemer of diens „betrokkenheid bij de gemeenschap”.

Maxwell geeft het voorbeeld van een lokale auto-onderdelenzaak. „Begonnen in de achtertuin van de eigenaar”, zegt hij. „Wij hielpen hem bij de aankoop van de grond en de bouw van een pand. Hij kreeg krediet om machines te kopen, gereedschappen, rolluiken, dat soort dingen. Zijn zaak floreert en nu doet hij niet alleen zijn zakelijke financiën bij ons, maar heeft hij ook een bankrekening voor zichzelf geopend, en voor zijn vrouw en kinderen. Hij kent zijn bankier bij naam.” Wat Maxwell maar wil zeggen: zo’n klant haalt zijn geld niet van de bank bij de eerste tegenwind.

Foto Ed Wray
Foto Ed Wray
Foto Ed Wray
Foto’s Ed Wray

Roestige watertoren

„Er is nooit een betere tijd geweest om een South Carolinian te zijn”, zegt Kim Maxwell, aan de telefoon vanuit New Jersey. Ze is de vicevoorzitter van de South Carolina Alliance, een lobby-organisatie, en is naar het noorden gereisd om bedrijven naar haar regio te lokken. Omdat ze de echtgenote is van de bankmanager, wil ze geen uitspraken doen over de lokale banken van Bamberg. Wel over de lokale economie.

Aan de rand van het stadje staat een roestige watertoren met daarop in halfvergane letters „Bamberg Industrial Park”. De Kamer van Koophandel, een houten huisje pal naast het lokale vliegveld, is dicht, de telefoon wordt een week lang niet opgenomen, ingesproken berichten en e-mails niet beantwoord. Is dit een bruisende omgeving voor het bedrijfsleven?

Kay Maxwell zegt dat de schijn bedriegt. Ze heeft op haar reis zes bedrijven – „bestaande ondernemingen, maakindustrie” – gesproken die overwegen naar deze regio te komen. Reden? „De locatie. Wij zitten tussen Miami en New York. Met de vrachtwagen ben je met je producten in een dag bij twee derde van de Amerikaanse bevolking. De coronapandemie en de aanvoercrisis daarna hebben laten zien hoe belangrijk het is om niet te ver van je klanten te zitten. In de zeventien jaar dat ik dit werk doe, heb ik nog nooit zoveel voedingsbedrijven zien komen als nu.”

Marie Collins zegt dat ze blij is als ze ondernemers door zware tijden kan helpen. Sinds 1995 heeft ze tal van zaken zien sluiten. „Drie jaar geleden hebben we een fijne kruidenier verloren.”

Daarom koestert ze beginnende bedrijven en kleine bedrijven die wél blijven extra. Zo krijgt Eddie Sanders, die met zijn vrouw apotheker Hiers drijft, tegenover de Piggly Wiggly-supermarkt, alle steun van de banken omdat hij de zaak heeft geopend nadat een apotheek verderop in de straat de deuren had gesloten. Collins: „Hij is een zegen voor de stad.”

Ze verwijst voor vragen over de soliditeit van Enterprise na de val van SVB en Signature naar een verklaring op de website. Daar staat dat de bank een goede kapitaalbasis heeft en dat de federale overheid deposito’s tot 250.000 dollar garandeert. Daarmee zijn de risico’s voor de meeste klanten gedekt. De bank is „trots” op haar lokale relaties. „Wij wonen per slot van rekening ook in uw gemeenschap. Uw succes is ons succes.”

Lees verder…….