Amy Crankshaw legt het geluid van een marcherende duizendpoot vast in haar muziek

Strijkkwartet Biënnale Amsterdam (SQBA) Dinsdag werd de Strijkkwartet Biënnale Amsterdam alsnog afgelast. Wel zullen enkele geprogrammeerde optredens van strijkkwartetten op de radio te horen zijn. Amy Crankshaw en Jonathan Dove maakten nieuw werk voor het festival.

Amy Crankshaw
Amy Crankshaw

Foto Amy Crankshaw

Geen ander klassiek genre kan tippen aan het aura van het strijkkwartet. In de intieme arena van twee violen, altviool en cello speelden componisten als Beethoven en Bartók hun diepste zielenroerselen uit én bereikten ze misschien wel hun hoogste artistieke hoogten. De Strijkkwartetbiënnale Amsterdam eert die erfenis, met uitvoeringen door de beste kwartetten van vandaag. Maar het festival kijkt óók vooruit, met wereldpremières van onder meer Amy Crankshaw en Jonathan Dove. NRC sprak hen vóórdat de Strijkkwartetbiënnale de editie van 2022 annuleerde (zie inzet).

Het was best lastig, componeren voor een genre dat zó gevestigd is, zegt Amy Crankshaw via Skype. Voor de Zuid-Afrikaanse Crankshaw was het haar eerste strijkkwartet. Ook het feit dat ze zelf geen strijkinstrument bespeelt had haar kunnen afschrikken, beseft ze: „Je wilt de plank niet misslaan. Ik voelde het gewicht van de geschiedenis. Anderzijds, als kunstenaar moet je vertrouwen op je intuïtie. In plaats van bewust iets te willen toevoegen aan álle strijkkwartetten die ooit geschreven zijn, wilde ik gewoon iets schrijven dat voor mijzelf betekenisvol is.”

Maar goed, het ís natuurlijk wel een strijkkwartet. En nu het voltooid is denkt Crankshaw dat ze Goggas of the Eastern Cape nooit voor andere instrumenten had kunnen schrijven. Daarbij kreeg ze waardevolle feedback van het Matangi Quartet: „Zij kennen elkaar en elkaars spel zo goed, dat is echt magisch. Voor een andere bezetting zouden veel van de subtiliteiten van de interactie vermoedelijk verloren gaan.” Zo is de mythologie van het strijkkwartet, als huwelijk tussen vier geestverwanten, toch in het stuk terechtgekomen, erkent ze.

Krioelende insecten

Crankshaw woont sinds 2015 in Londen, waar ze momenteel promotieonderzoek doet aan de Guildhall School of Music and Drama. Maar haar hart ligt in Zuid-Afrika en ze hoopt dat die gevoelens van ‘warmte en plezier’ doorklinken in Goggas of the Eastern Cape. Het woord ‘goggas’ is in het Zuid-Afrikaans-Engels overgenomen uit het Khoikhoi, een taal van de oorspronkelijke bewoners van de Kaap, en betekent „iets dat kruipt of krioelt”, zegt Crankshaw.

Bij menigeen zal dat onaangenaam kriebelende associaties oproepen, maar Crankshaw straalt als ze vertelt over de insecten die haar jeugdherinneringen bevolken. Drie ervan heeft ze in haar stuk vereeuwigd: de cicade (gonzende muziek), de bidsprinkhaan (een quirky scherzo) en de songololo, een inheemse duizendpoot die wel 30 centimeter lang kan worden: een snel slotdeel, met duizenden marcherende pootjes als motor. „In de stad kun je de natuurlijke wereld makkelijk vergeten, maar kleine dingen als deze insecten waren er altijd en hebben ons mede gevormd,” zegt Crankshaw.


Lees ook: Handleiding: Hoe te houden van het strijkkwartet

Het zou gek zijn als zijn muziek níet beïnvloed was door de lockdown-ervaring, zegt Jonathan Dove via Skype vanuit zijn Londense werkkamer. De zorgen, maar ook de mooie effecten: de stad zonder verkeer, extreem blauwe luchten, vogelzang die luider klonk dan ooit.

Jonathan Dove

Foto RONI SIDHU

Gescheiden samen musiceren

Toch begon de ontstaansgeschiedenis van Doves derde strijkkwartet, Togetherness, al in 2019, met een redelijk visionaire vraag. Tijdens zijn ontmoeting met de uitvoerders, het Cuarteto Quiroga, vroeg Dove hoe het zou zijn om fysiek gescheiden van elkaar te musiceren.

„Ik weet niet waar dat idee vandaan kwam. Het was voordat we allemaal te maken kregen met eenzaamheid en isolatie. Het probleem van vier musici die een afstand proberen te overbruggen ontwikkelde zich tot een metafoor voor het verlies van intimiteit dat inmiddels een universele ervaring is geworden,” zegt Dove.

Dove heeft een grote reputatie als vocaal componist, met zo’n twintig opera’s op zijn naam. Twintig jaar geleden schreef hij zijn eerste strijkkwartet; sindsdien componeerde hij wel enkele grote stukken voor strijkkwartet aangevuld met piano of stem, zoals de liedcyclus In Damascus die ook op het SQBA-programma staat, maar zijn tweede strijkkwartet ging eind vorig jaar pas in première. Inmiddels heeft Dove de smaak te pakken: voor het Rusquartet, het huisensemble van het Limburgse Orlando Festival componeert hij momenteel nummer vier.

Hij noemt Togetherness ‘het extreemste’ van zijn vier kwartetten, door het vergaande verlies van contact tussen de spelers. In de eerste helft zit alleen de cellist op het podium en bevinden de violisten en altviolist zich elders in de zaal, ‘zo ver mogelijk van elkaar verwijderd’: „Ze proberen een gesprek te voeren maar kunnen elkaar niet goed verstaan. Het is ruwe communicatie, alsof je moet roepen naar iemand aan de overkant van de straat. Harmoniseren lukt nog wel, maar een gezamenlijke puls vinden is onmogelijk.”

Voor de musici, getraind op aandachtig luisteren en hoogsensitief samenspel, wordt het een uitdaging: „Ze moeten vergeten wat ze normaal doen en juist níet op elkaar reageren,” zegt Dove. In het tweede deel zit het voltallige kwartet op het podium: ze ademen samen en ervaren een gedeelde puls, zodat ze complexe ritmische patronen kunnen spelen en kunnen moduleren naar andere toonsoorten.

Dove noemt het ‘een viering van het samenzijn’: want het bleek ineens bijzonder, afgelopen jaren, om zo dicht bij iemand te kunnen zijn dat je diegene hoort ademen.

Lees verder…….